ECLI:NL:RBROT:2010:BO0064

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
318504 / HA ZA 08-2749
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.W. Vogels
  • J.P.W. van Bohemen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurdersaansprakelijkheid en afwijzing vordering curator in faillissement 123-Solutions B.V.

In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Rotterdam op 29 september 2010, betreft het een vordering van de curator in het faillissement van 123-Solutions B.V. tegen W.S.B. Beheer B.V. en enkele gedaagden, waaronder [gedaagde sub 3]. De curator vorderde onder andere dat W.S.B. Beheer c.s. hoofdelijk aansprakelijk zou worden gesteld voor het tekort in het faillissement van 123-Solutions, op grond van onbehoorlijk bestuur en onrechtmatig handelen. De rechtbank oordeelde dat de curator onvoldoende bewijs had geleverd dat de bestuurders hun verplichtingen niet waren nagekomen. De rechtbank stelde vast dat de jaarrekeningen over 2003 en 2004 te laat waren gedeponeerd, maar dat [gedaagde sub 3] pas na deze data als bestuurder was aangemerkt. Hierdoor kon zij niet aansprakelijk worden gesteld voor het niet deponeren van deze jaarrekeningen. De rechtbank concludeerde dat de curator niet kon aantonen dat de bestuurders kennelijk onbehoorlijk hadden bestuurd, en wees de vorderingen van de curator af. De proceskosten werden toegewezen aan de gedaagden, waarbij de curator als in het ongelijk gestelde partij werd veroordeeld in de kosten. Dit vonnis benadrukt het belang van bewijsvoering in zaken van bestuurdersaansprakelijkheid en de rol van de curator in faillissementen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 318504 / HA ZA 08-2749
Vonnis van 29 september 2010
in de zaak van
MR. JACOBUS PETRUS WILHELMUS VAN BOHEMEN handelend in de hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 123-SOLUTIONS B.V.,
wonende te Zoetermeer,
eiser,
advocaat mr. J. Nederlof,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
W.S.B. BEHEER B.V.,
gevestigd te Larnaca (Cyprus),
gedaagde,
advocaat mr. C. van Oosten,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te Oekraïne,
gedaagde,
niet verschenen,
3. [gedaagde sub 3],
wonende te Capelle aan den IJssel,
gedaagde,
advocaat mr. P.A. Loeff,
4. [gedaagde sub 4],
wonende te Larnaca (Cyprus),
gedaagde,
advocaat mr. C. van Oosten.
Partijen zullen hierna respectievelijk de Curator, W.S.B. Beheer, [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] genoemd worden. W.S.B. Beheer, [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] zullen hierna gezamenlijk W.S.B. Beheer c.s. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 29 juli 2008;
- de akte overlegging producties van de Curator;
- de conclusie van antwoord van W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4];
- de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 3];
- het tussenvonnis van 10 juni 2009, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie d.d. 20 augustus 2009 met de daaraan gehechte brief van [gedaagde sub 3], de ter gelegenheid van de comparitie overgelegde producties van de Curator en de akte van [gedaagde sub 3];
- de brief van de rechtbank d.d. 29 september 2009 waarin een verbetering is aangebracht in het proces-verbaal van 20 augustus 2009.
1.2. Op verlangen van de Curator is de zaak tegen [gedaagde sub 2] doorgehaald op de rol. Bij de weergave van de vordering en de grondslag daarvan wordt de naam van [gedaagde sub 2] daarom niet apart genoemd.
1.3. Ten slotte is in de zaak tegen W.S.B. Beheer c.s. vonnis bepaald.
2. De vaststaande feiten
2.1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast:
2.2. 123-Solutions B.V. (hierna: 123-Solutions) heeft vanaf 21 november 2002 een onderneming gedreven die zich bezig houdt met het verlenen van service en ondersteuning op het gebied van automatisering en internetdiensten, waaronder domeinregistratie en webhostingdiensten, alsmede de in- en verkoop van hard- en software en het geven van trainingen op het gebied van automatisering.
2.3. W.S.B. Beheer hield aanvankelijk alle aandelen in 123-Solutions. Sinds eind 2004 / begin 2005 houdt W.S.B. Beheer 51% van de aandelen. [gedaagde sub 2] houdt sinds die tijd 30% van de aandelen in 123-Solutions en 19% is in handen van [X] de financiële directeur.
2.4. [gedaagde sub 4] is (middellijk) statutair bestuurder van W.S.B. Beheer. Van 21 november 2002 tot 31 december 2004 was W.S.B. Beheer statutair bestuurder van 123-Solutions. Van 31 december 2004 tot 1 augustus 2006 was [gedaagde sub 2] haar statutair bestuurder en van 1 augustus 2006 tot 15 september 2006 [Y] (hierna: [y]). Vanaf die laatste datum was [gedaagde sub 3] statutair bestuurder van 123-Solutions.
2.5. [gedaagde sub 2] is vanaf de oprichting van 123-Solutions werkzaam geweest voor de vennootschap. [gedaagde sub 3] heeft van 1 april 2006 tot 1 december 2006 in loondienst gewerkt bij 123-Solutions. Zij was tot 11 januari 2007 gehuwd met [gedaagde sub 2]. [X] is omstreeks juni 2006 op non-actief gesteld en later ontslagen.
2.6. De voorlopige jaarrekeningen over 2003 en 2004 van 123-Solutions zijn op 11 augustus 2006 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. De jaarrekening over 2005 is niet gedeponeerd.
2.7. In 2005 was 123-Solutions voornemens De Nieuwe Mac Winkel te Amsterdam van The Core Store B.V. (hierna: The Core Store) over te nemen. Deze overname is niet doorgegaan omdat The Core Store weigerde mee te werken aan een due diligence onderzoek.
2.8. Per 1 december 2006 zijn de werknemers van 123-Solutions, met uitzondering van [gedaagde sub 3], in het kader van een voorgenomen overname door Hoffmann Supply World B.V. bij deze vennootschap in dienst getreden. Ook deze overname is uiteindelijk niet geëffectueerd.
2.9. Op 7 maart 2007 is 123-Solutions in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. J.P.W. van Bohemen tot curator.
3. Het geschil
3.1. De Curator vordert, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat W.S.B. Beheer c.s. hoofdelijk aansprakelijk is ingevolge art. 2:248 BW voor het bedrag van de schulden van 123-Solutions, voor zover deze schulden - met inachtneming van het sub IV. gevorderde - niet door vereffening van de overige baten zullen kunnen worden voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 7 maart 2007 tot de dag van algehele voldoening;
II. te verklaren voor recht dat W.S.B. Beheer c.s. onrechtmatig heeft gehandeld jegens de schuldeisers van 123-Solutions B.V. en/of onbehoorlijk bestuur heeft gevoerd in de zin van art. 2:9 BW jegens 123-Solutions;
III. W.S.B. Beheer c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van het bedrag van de schulden van 123-Solutions ingevolge art. 2:248 BW, voor zover deze schulden - met inachtneming van het sub IV. gevorderde - niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 7 maart 2007 tot de dag van algehele voldoening;
IV. W.S.B. Beheer c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling ten behoeve van de boedel aan de Curator van de schade die 123-Solutions en/of schuldeisers heeft/hebben geleden als gevolg van de aan W.S.B. Beheer c.s. toe te rekenen tekortkomingen(en) als omschreven in de dagvaarding, onder bepaling dat deze schadevergoeding nader opgemaakt dient te worden bij staat en vereffend dient te worden volgens de wet, dan wel in goede justitie te bepalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 7 maart 2007 tot aan de dag der voldoening;
V. W.S.B. Beheer c.s. hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding;
VI. W.S.B. Beheer c.s. hoofdelijk te veroordelen in de nakosten, zijnde € 131,00 in het geval het vonnis niet wordt betekend en € 199,00 in het geval van betekening van het vonnis.
3.2. Het verweer van W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] strekt tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van de Curator in alle kosten van het geding, althans een door de rechtbank te bepalen kostenveroordeling.
3.3. Het verweer van [gedaagde sub 3] strekt tot afwijzing van de vorderingen, subsidiair tot matiging van het bedrag waarvoor [gedaagde sub 3] aansprakelijk is tot nihil dan wel een door de rechtbank te bepalen bedrag en - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van de Curator in de kosten van het geding.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt bij de beoordeling, waar nodig, verder ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De vorderingen van de Curator onder I. en III. komen erop neer dat W.S.B. Beheer c.s. hoofdelijk wordt veroordeeld tot betaling aan de Curator van een bedrag gelijk aan het tekort in het faillissement van 123-Solutions. Voorts vordert de Curator onder II. en IV. in essentie vergoeding van de schade als gevolg van de aan W.S.B. Beheer c.s. toe te rekenen tekortkomingen.
De Curator legt aan zijn vordering, weergegeven onder I. en III., ten grondslag dat het bestuur van 123-Solutions niet heeft voldaan aan zijn uit art. 2:248 BW voortvloeiende verplichtingen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het bestuur de jaarrekeningen over 2003 en 2004 niet tijdig heeft gedeponeerd en dat de jaarrekening over 2005 in het geheel niet is gedeponeerd. Daarnaast heeft het bestuur volgens de Curator de administratie niet op een zodanige wijze bijgehouden dat de rechten en verplichtingen van 123-Solutions te allen tijde konden worden gekend.
De Curator legt aan zijn vordering, weergegeven onder II. en IV., ten grondslag dat het bestuur van 123-Solutions onrechtmatig heeft gehandeld en/of de vennootschap onbehoorlijk heeft bestuurd in de zin van art. 2:9 BW, door geen onderscheid te maken tussen de door 123-Solutions respectievelijk The Core Store gedreven ondernemingen toen er plannen waren om De Nieuw Mac Winkel over te nemen; er werd geen afzonderlijke administratie bijgehouden, op elkaars rekening gekocht en een duidelijke werkafbakening bestond niet. Hiervan treft W.S.B. Beheer c.s. een verwijt, aldus de Curator.
4.2. Overwogen wordt dat het bestuur van 123-Solutions heeft bestaan uit achtereenvolgens W.S.B. Beheer, waarvan [gedaagde sub 4] bestuurder is, [gedaagde sub 2], [y] en [gedaagde sub 3]. Daarom moet voor W.S.B. Beheer, [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 3] afzonderlijk worden beoordeeld of 123-Solutions in de periode dat een van hen (middellijk) statutair of feitelijk bestuurder was, kennelijk onbehoorlijk is bestuurd en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement dan wel dat zij onrechtmatig hebben gehandeld en/of 123-Solutions onbehoorlijk hebben bestuurd. Dit leidt ertoe dat de vorderingen tegen hen afzonderlijk zullen worden besproken.
4.3. de vorderingen tegen W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4]
4.3.1. W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] zijn van mening dat de Curator niets heeft aangevoerd waaruit volgt dat de administratie gedurende het bestuur van W.S.B. Beheer - en daarmee indirect van [gedaagde sub 4] - tot 31 december 2004 niet in orde was. Dat de jaarrekening over 2003 niet tijdig is openbaar gemaakt is volgens W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] niet aan W.S.B. Beheer te wijten, omdat deponering pas uiterlijk 31 januari 2005 diende plaats te vinden. Daarom heeft W.S.B. Beheer haar taak niet kennelijk onbehoorlijk vervuld en daarmee [gedaagde sub 4] evenmin, aldus W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4].
4.3.2. Volgens de Curator heeft [gedaagde sub 4] W.S.B. Beheer pas in februari 2006 als bestuurder uitgeschreven uit het Handelsregister. Voor zover de Curator hiermee beoogt te betogen dat hij af mag gaan op de informatie die tot februari 2006 in het Handelsregister was opgenomen, gaat de rechtbank hieraan voorbij. De Curator behoort niet tot de door art. 18 van de Handelsregisterwet 1996 beschermde derden. Zijn vordering berust op de wet en vloeit niet voort uit een rechtsbetrekking waarvoor bij het aangaan daarvan een juiste en volledige inschrijving in het Handelsregister van belang is.
4.3.3. W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] hebben nog aangevoerd dat de inschrijving van W.S.B. Beheer niet overeenstemt met de bedoelingen van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 4]; de notaris van [gedaagde sub 4] heeft W.S.B. Beheer zonder overleg met [gedaagde sub 4] als bestuurder laten inschrijven. Voor zover W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] hiermee willen betogen dat W.S.B. Beheer geen bestuurder van 123-Solutions is geworden, gaat de rechtbank hieraan voorbij. Het had op hun weg gelegen een volgens hen foutieve inschrijving zo spoedig mogelijk te corrigeren.
4.3.4. Onderzocht moet daarom worden of W.S.B. Beheer (en gelet op het bepaalde in art. 2:11 BW, [gedaagde sub 4]) als bestuurder van 123-Solutions tot 31 december 2004 heeft voldaan aan haar verplichtingen uit art. 2:10 BW en 2:394 BW. In dat verband is van belang dat de termijn voor het openbaar maken van de jaarrekening over 2003 nog niet was verstreken toen het bestuur van W.S.B. Beheer eindigde. Met betrekking tot de administratie heeft de Curator enkel aangevoerd dat de administratie niet zodanig op orde was dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van 123-Solutions konden worden gekend. Uit de omstandigheid dat de door de Curator in maart 2007 aangetroffen administratie niet op orde was, volgt echter nog niet dat deze reeds in 2004, toen W.S.B. Beheer daarvoor als bestuurder van 123-Solutions verantwoordelijk was, niet op orde was. Het door de Curator opgestelde en door hem overgelegde "Overzicht verbandscontroles 2006" kan niet als onderbouwing van zijn stelling dienen. Uit de omstandigheid dat de jaarrekening over 2004 niet matcht met de bankstanden volgt zonder nadere toelichting, die ontbreekt, evenmin dat de administratie in 2004 niet op orde was, te meer nu deze jaarrekening is opgesteld ruim nadat het bestuur van W.S.B. Beheer eindigde. Daarom heeft de Curator onvoldoende onderbouwd gesteld dat W.S.B. Beheer tot 31 december 2004 haar taak onbehoorlijk heeft vervuld omdat niet is voldaan aan de verplichtingen uit art. 2:10 BW en 2:394 BW. Nu de Curator voor het overige geen feiten of omstandigheden heeft gesteld waaruit volgt dat W.S.B. Beheer haar taak tot 31 december 2004 kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld, is W.S.B. Beheer niet als bestuurder jegens de boedel aansprakelijk voor het faillissementstekort. Dit leidt ertoe dat [gedaagde sub 4] als bestuurder van W.S.B. Beheer tot die datum evenmin aansprakelijk is voor dat tekort.
4.3.5. De Curator heeft tijdens de comparitie aangevoerd dat [gedaagde sub 4] als feitelijk bestuurder tot februari 2006 allerlei stukken namens 123-Solutions heeft getekend, de boekhouding heeft bijgehouden en fiscale aangiftes heeft gedaan. Dit volgt volgens de Curator uit de verklaringen van diverse betrokkenen. De Curator heeft in dat verband verwezen naar de door hem overgelegde verslagen van gesprekken met [gedaagde sub 4], [gedaagde sub 3], [gedaagde sub 2], [X] en [y]. Deze verklaringen zijn echter strijdig met elkaar. [y] heeft verklaard dat hij in 2004 met zijn werkzaamheden bij 123-Solutions is begonnen en dat hij [gedaagde sub 4] maar een paar keer heeft gezien. [gedaagde sub 3] en [X] hebben verklaard dat [gedaagde sub 4] zich alleen in het begin veel liet zien, terwijl volgens [gedaagde sub 2] [gedaagde sub 4] 123-Solutions juist bleef aansturen. [X] en [gedaagde sub 2] hebben verklaard dat [gedaagde sub 4] de belastingaangiftes deed en [gedaagde sub 2] heeft daaraan toegevoegd dat hij ook de administratie deed, terwijl [gedaagde sub 3] juist heeft verklaard dat [X] de administratie moest bijhouden. Gelet op de hiervoor vermelde tegenstrijdigheden kunnen deze verklaringen niet dienen als onderbouwing voor het standpunt van de Curator. Daar komt bij dat [gedaagde sub 4] - naar hij heeft aangevoerd - in die periode meer dan full time bezig was met zijn onderneming Tops & Bottoms en dat de oprichting van 123-Solutions een vriendendienst was ten behoeve van [gedaagde sub 2]. Nu de Curator voor het overige niets heeft aangevoerd waaruit kan volgen dat [gedaagde sub 4] het beleid van 123-Solutions heeft bepaald of mede bepaald als ware hij bestuurder, houdt de rechtbank het ervoor dat [gedaagde sub 4] na 31 december 2004 niet als feitelijk bestuurder is opgetreden.
4.3.6. De Curator houdt W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] voorts aansprakelijk wegens onrechtmatig handelen en/of onbehoorlijk bestuur van 123-Solutions in de zin van art. 2:9 BW. Hij heeft zijn standpunt onderbouwd door te wijzen op de gang van zaken bij de voorgenomen overname van De Nieuwe Mac Winkel (zie 4.1.). De Curator heeft echter ook aangevoerd dat de gesprekken over deze overname zijn gevoerd vanaf 2005 en dat toen een verwevenheid is ontstaan tussen beide ondernemingen. Nu - zoals hiervoor is overwogen - het bestuur van W.S.B. Beheer is geëindigd per 31 december 2004, kan hetgeen de Curator heeft aangevoerd niet dienen als onderbouwing voor het gestelde onrechtmatig handelen door W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4], noch voor het gestelde onbehoorlijk bestuur van W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4].
4.3.7. Gelet op het voorgaande zullen de vorderingen, weergegeven in 3.1. onder I. tot en met IV. ten aanzien van W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] worden afgewezen. W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] verlangen dat de Curator alle proceskosten van W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] zal vergoeden. Hierover zal hierna in 4.5. worden geoordeeld.
4.4. de vorderingen tegen [gedaagde sub 3]
4.4.1. [gedaagde sub 3] betwist dat zij aansprakelijk is voor het faillissementstekort. Zij heeft daartoe onder meer aangevoerd dat zij weliswaar vanaf 15 september 2006 als statutair bestuurder van 123-Solutions in het Handelsregister is ingeschreven, maar dat daartoe nooit een besluit is genomen door de algemene vergadering van aandeelhouders. Zij concludeert hieruit dat zij nooit statutair bestuurder van 123-Solutions is geworden. Door spanningen in haar huwelijk met [gedaagde sub 2] is zij vergeten zich bij haar ontslag per 1 december 2006 uit te schrijven uit het Handelsregister. In de visie van [gedaagde sub 3] heeft zij ook nooit als feitelijk bestuurder opgetreden; zij heeft nooit (mede) het beleid bepaald. De bestuurstaken werden volledig door haar ex-echtgenoot [gedaagde sub 2] uitgevoerd. Enkel vanwege de omstandigheid dat hij in het buitenland verbleef op het moment dat [y] zich als bestuurder wilde laten uitschrijven, heeft zij zich laten inschrijven als bestuurder, aldus [gedaagde sub 3].
4.4.2. Volgens de Curator heeft [gedaagde sub 3] als bestuurder beslissingen genomen, bijvoorbeeld bij het ontslag van [X] en de beëindiging van zijn concurrentiebeding. [gedaagde sub 3] heeft ontkend dat het bestuursbeslissingen betreft; indien zij al zou hebben getekend voor het eindigen van het concurrentiebeding van [X] trad zij op als gemachtigde van [gedaagde sub 2].
Deze zienswijze van [gedaagde sub 3] deelt de rechtbank niet. Relevant hiervoor zijn niet alleen de door de Curator genoemde voorbeelden - waarover [gedaagde sub 3] enkel heeft verklaard dat zij zich niet herinnert dat zij een handtekening heeft gezet - maar ook dat zij tijdens de comparitie heeft verklaard dat zij in oktober 2006 voornemens was een accountant in te schakelen. Daar komt bij dat [gedaagde sub 3] zelf opdracht heeft gegeven om zich als bestuurder te laten inschrijven, hetgeen op grond van art. 5 van de Handelsregisterwet 1996 een taak van de bestuurder van een rechtspersoon is. Gelet op deze daden van bestuur in onderlinge samenhang bezien moet [gedaagde sub 3] vanaf 15 september 2006 worden aangemerkt als statutair bestuurder. Dat [gedaagde sub 3] enkel zichzelf in het Handelsregister heeft ingeschreven omdat [gedaagde sub 2] wegens verblijf in het buitenland niet als zodanig kon worden ingeschreven maakt dit oordeel niet anders, reeds omdat dit niet de enige daad van bestuur van [gedaagde sub 3] is geweest. Het had bovendien op haar weg gelegen deze volgens haar foutieve inschrijving zo spoedig mogelijk te corrigeren.
4.4.3. Uit het door de Curator overgelegde uittreksel uit het Handelsregister blijkt dat de jaarrekeningen over 2003 en 2004 op 11 augustus 2006 en derhalve te laat zijn gedeponeerd. De jaarrekening over 2003 had uiterlijk op 31 januari 2005 openbaar moeten worden gemaakt en de jaarrekening over 2004 uiterlijk op 31 januari 2006. Hiervoor in 4.4.2. is echter vastgesteld dat [gedaagde sub 3] pas sinds 15 september 2006 als bestuurder is aan te merken, derhalve vanaf een datum dat de jaarrekeningen reeds waren gepubliceerd. Het is daarom niet aan haar te wijten dat genoemde jaarrekeningen te laat zijn gedeponeerd.
4.4.4. Voor zover de Curator van mening mocht zijn dat [gedaagde sub 3] vóór 15 september 2006 reeds bestuursdaden heeft verricht en daarom al vóór 11 augustus 2006 als feitelijk bestuurder moet worden aangemerkt zodat zij aansprakelijk is omdat door het bestuur niet is voldaan aan de verplichtingen uit art. 2:10 en/of art. 2:394 BW, overweegt de rechtbank als volgt.
De jaarrekening over 2003 had uiterlijk op 31 januari 2005 openbaar moeten worden gemaakt en de jaarrekening over 2004 uiterlijk op 31 januari 2006. Nu deponering eerst op 11 augustus 2006 heeft plaatsgevonden, staat vast dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en dat vermoed wordt dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement.
[gedaagde sub 3] heeft aangevoerd dat het niet tijdig deponeren van de jaarrekeningen over 2003 en 2004 niet aan haar is te wijten. Sinds haar indiensttreding per april 2006 heeft zij er alles aan gedaan om de boekhouding te ordenen. Zo heeft zij de administratie opnieuw geordend, waarbij zij met de gegevens van 2006 is begonnen en heeft terug gewerkt tot 2003. Enkel door deze inspanningen is de administratie op orde gekomen en zijn de jaarrekeningen over de jaren 2003 en 2004 uiteindelijk gepubliceerd, aldus [gedaagde sub 3]. Dit is niet door de Curator bestreden. Ook indien het standpunt van de Curator juist zou zijn, is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde sub 3] niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van de eerdere onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur - te weten het niet voldoen aan de verplichtingen uit art. 2:10 en/of art. 2:394 BW - af te wenden.
4.4.5. Uit uittreksel uit het Handelsregister blijkt ook dat de jaarrekening over 2005 op 7 maart 2007 niet was gedeponeerd. De Curator is van mening dat [gedaagde sub 3] aansprakelijk is voor het niet publiceren van deze jaarrekening.
[gedaagde sub 3] bestrijdt dit standpunt van de Curator. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de voorlopige jaarrekening reeds was vastgesteld toen zij per 1 december 2006 vertrok bij 123-Solutions.
Hieromtrent wordt overwogen dat het einde van de arbeidsverhouding in beginsel ook het einde van de bestuurstaak met zich meebrengt, zeker nu als onweersproken vaststaat dat 123-Solutions het initiatief heeft genomen tot die beëindiging. Dit leidt ertoe dat [gedaagde sub 3] haar taak als (statutair) bestuurder alleen dan kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld indien op 1 december 2006 duidelijk was dat de jaarrekening vanwege het ontbreken van voorbereidende werkzaamheden nimmer tijdig kon worden gepubliceerd. Dit is gesteld noch gebleken. Gelet op hetgeen in 4.3.2. is overwogen, behoort de Curator niet tot de groep derden die mogen afgaan op de juistheid van de in het Handelsregister opgenomen informatie. Het enkele feit dat [gedaagde sub 3] als bestuurder staat ingeschreven betekent daarom niet dat zij over de periode na 1 december 2006 door de Curator als bestuurder kan worden aangesproken.
Gelet op het voorgaande is [gedaagde sub 3] niet aansprakelijk voor het faillissementstekort. De in 3.1. onder I. en III. weergegeven vorderingen zullen daarom worden afgewezen.
4.4.6. De Curator houdt [gedaagde sub 3] voorts aansprakelijk wegens onrechtmatig handelen en/of onbehoorlijk bestuur van 123-Solutions in de zin van art. 2:9 BW. Hij heeft zijn standpunt onderbouwd door te wijzen op de gang van zaken bij de voorgenomen overname van De Nieuwe Mac Winkel (zie 4.1.). Daarnaast heeft de Curator tijdens de comparitie nog aangevoerd dat [gedaagde sub 3] heeft nagelaten na 1 december 2006 nog bestuurstaken te verrichten, zij heeft na die datum niets meer gedaan ten behoeve van 123-Solutions. Van dit laatste treft [gedaagde sub 3] echter geen verwijt; het bestuur van [gedaagde sub 3] moet geacht worden te zijn beëindigd toen zij als werknemer is ontslagen. Voor het overige wordt geoordeeld dat uit de verklaringen van [gedaagde sub 4], [gedaagde sub 2], [X] en [y] volgt dat de verwevenheid met de activiteiten van De Nieuwe Mac Winkel met name is ontstaan door het handelen van [gedaagde sub 2] en [X] en dat [gedaagde sub 3] steeds heeft getracht daarin orde aan te brengen. De Curator heeft overigens tijdens de comparitie erkend dat deze vordering met name is gericht tegen de medegedaagden van [gedaagde sub 3].
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient ook deze vordering, weergegeven in 3.1. onder II. en IV., ten aanzien van [gedaagde sub 3] worden afgewezen. Over de proceskosten zal hierna worden geoordeeld.
4.5. proceskosten
4.5.1. Omdat de vorderingen van de Curator, weergegeven in 3.1. onder I. tot en met IV. zullen worden afgewezen, zullen ook de vorderingen tot veroordeling van W.S.B. Beheer c.s. in de proceskosten en de nakosten worden afgewezen.
4.5.2. W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] verlangen dat de Curator alle kosten vergoedt die zij in verband met de procedure hebben gemaakt. Daartoe zal niet worden overgegaan. De omstandigheid dat de vordering van de Curator zal worden afgewezen vormt daarvoor geen aanleiding, zoals ook de omstandigheid dat W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] hebben geprobeerd deze procedure te vermijden daarvoor geen aanleiding is. De rechtbank zal daarom de proceskosten in goede justitie vaststellen.
4.5.3. De Curator zal als de in het ongelijk gestelde partij op de gebruikelijke, bij de wet bepaalde wijze in de proceskosten worden veroordeeld.
De kosten aan de zijde van W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] worden vastgesteld op:
- vast recht € 254,00
- salaris advocaat 904,00 (2,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.158,00
De kosten aan de zijde van [gedaagde sub 3] worden vastgesteld op:
- vast recht € 254,00
- salaris advocaat 1.130,00 (2,5 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.384,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. verstaat dat de zaak tegen [gedaagde sub 2] is doorgehaald op de rol;
5.2. wijst de vorderingen op W.S.B. Beheer, [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] af;
5.3. veroordeelt de Curator in de proceskosten, aan de zijde van W.S.B. Beheer en [gedaagde sub 4] tot op heden vastgesteld op € 1.158,00;
5.4. veroordeelt de Curator in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde sub 3] tot op heden vastgesteld op € 1.384,00;
5.5. verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordeling in 5.4. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W. Vogels en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2010.?
2066 / 1954