ECLI:NL:RBROT:2010:BN9933
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J.P. van Essen
- O.E.M. Leinarts
- M.C. van Kolk
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van een rechter in de rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 4 oktober 2010 een beslissing genomen op een verzoek tot wraking van een rechter in een civiele procedure. Het verzoek tot wraking werd ingediend door de advocaat van verzoeker, mr. R.S.A. Essed, tijdens de mondelinge behandeling op 23 augustus 2010. De wrakingskamer heeft de feiten en omstandigheden rondom het wrakingsverzoek beoordeeld, waarbij de advocaat van verzoeker aanvoerde dat er sprake was van zowel subjectieve als objectieve partijdigheid van de rechter. Verzoeker voelde zich geïntimideerd door de opmerkingen van de rechter tijdens de zittingen op 13 en 23 augustus 2010, wat leidde tot de conclusie dat de rechter niet onpartijdig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek tijdig was ingediend, aangezien het was gebaseerd op gebeurtenissen die zich hadden voorgedaan tijdens de zittingen. De rechtbank heeft besloten de mondelinge behandeling te heropenen en de gewraakte rechter te verzoeken om een nadere schriftelijke toelichting te geven over de gang van zaken tijdens de zittingen. De rechtbank heeft de secretaris van de wrakingskamer opgedragen om de reactie van de rechter door te zenden aan de advocaat van verzoeker, zodat deze binnen een week kon reageren. De beslissing om de mondelinge behandeling te heropenen was noodzakelijk om de feiten rondom het wrakingsverzoek met de vereiste mate van zekerheid te kunnen toetsen.
De uitspraak benadrukt het belang van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter, zoals vastgelegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld en de nodige stappen ondernomen om de situatie te verhelderen, waarbij de rechten van verzoeker in acht zijn genomen.