ECLI:NL:RBROT:2010:BN9431

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/3662
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen kostenvergoeding voor bezwaarfase in WOZ-zaak

In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld door eisers tegen de kostenvergoeding die door verweerder is toegekend voor de bezwaarfase in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De rechtbank Rotterdam heeft op 5 september 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer AWB 09/3662. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen de WOZ-waarde van hun onroerende zaken, gelegen aan het Kloosplantsoen in Ridderkerk, en hebben daarbij een proceskostenvergoeding gevraagd. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat verweerder de zaak ten onrechte als 'licht' heeft beoordeeld en een te lage vergoeding heeft toegekend voor de gemaakte kosten. De rechtbank stelt vast dat de vergoeding voor het opstellen van taxatierapporten niet in overeenstemming was met de geldende regelgeving, en dat de BTW op de kostenvergoeding niet was meegenomen. De rechtbank heeft de hoogte van de vergoeding vastgesteld op € 2.174,78, inclusief BTW, en heeft verweerder veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan eisers. Daarnaast is verweerder veroordeeld in de proceskosten van € 874,= die eisers hebben gemaakt in verband met de behandeling van het beroep. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd voor zover deze betrekking heeft op de proceskostenvergoeding en heeft zelf in de zaak voorzien.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector Bestuursrecht
Meervoudige kamer
Reg.nr.: AWB 09/3662 WOZ
Uitspraak in het geding tussen
[ …] allen wonende te Ridderkerk, eisers,
gemachtigde A. Oosters,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Ridderkerk, verweerder,
gemachtigde A. Sanchez
1 Ontstaan en loop van de procedure
1.1 Verweerder heeft ten aanzien van eisers ter zake van de onroerende zaken gelegen aan het Kloosplantsoen nummers 437, 441, 443, 445, 447, 449, 453, 455, 461, 463, 467, 471, 473, 475, 479, 483, 485, 487, 491, 493, 495, 499, 503, 505, 507, 513, 521, 523, 525, 527, 529, 531, 533, 535, 537, 541, 543, 545, 547, 549, 551, 553, 555, 557, 561, 565, 567, 569, 571, 573 en 575 te Ridderkerk (hierna: de woningen) een beschikking krachtens de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) gegeven, gedagtekend 28 februari 2009, waarbij de waarde van de woningen op de waardepeildatum 1 januari 2008 voor het belastingjaar 2009 is vastgesteld op € 186.000,=.
1.2 Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 23 september 2009 de bezwaren van eisers tegen de waarde gegrond verklaard en de waarde nader vastgesteld op € 165.000,=.
1.3 Tegen deze uitspraak hebben eisers bij brief van 22 oktober 2009 beroep ingesteld.
1.4 Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
1.5 Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 juli 2010. Eisers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door E. Neger, WOZ-coördinator bij de gemeente Ridderkerk.
2 Standpunten van partijen
2.1 Het beroep van eisers is niet gericht tegen de in de uitspaak op bezwaar nader vastgestelde WOZ-waarde van de woningen. Eisers betwisten in beroep uitsluitend de door verweerder toegekende proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase. Verweerder heeft ten onrechte het gewicht van de zaak als ‘licht’ beoordeeld en wegingsfactor 0,5 gehanteerd. Ten onrechte is over het toegekende bedrag voor het opmaken van de taxatierapporten geen omzetbelasting (BTW) berekend. Ten slotte is het aantal uren dat is vergoed onjuist, aldus eisers.
2.2 Verweerder heeft een bedrag van in totaal € 1.745,35 toegekend als vergoeding voor in de bezwaarfase gemaakte kosten. Bij het besluit is een specificatie gevoegd van de opbouw van dit bedrag. De kosten van de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand zijn berekend met de formule 1 (proceshandeling) x 1,5 (samenhangende zaken) x1 (punt = €161,=) x 0,5 (wegingsfactor licht) = € 120,75. In het verweerschrift heeft verweerder het gewicht van de zaak alsnog als ‘gemiddeld’ beoordeeld. De kosten voor de door een deskundige uitgebrachte taxatieverslagen zijn berekend met de formule € 81,23 (forfaitair tarief) x 20 (uren) = € 1.624,60. Verweerder acht het opstellen van een taxatierapport in alle zaken afzonderlijk onnodig. Het aantal in rekening gebrachte uren is dan ook gecorrigeerd op basis van de redelijkheid. De BTW is volgens verweerder begrepen in het forfaitair uurtarief.
3. Beoordeling
3.1 Ingevolge artikel 7:15, tweede lid,van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden de kosten, die de belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, door het bestuursorgaan uitsluitend vergoed op verzoek van de belanghebbende voorzover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid.
Ingevolge het vierde lid van dit artikel worden bij algemene maatregel van bestuur nadere regels gesteld over de kosten waarop de vergoeding uitsluitend betrekking kan hebben en over de wijze waarop het bedrag van de kosten wordt vastgesteld.
3.2 Ingevolge artikel 1, aanhef en onder a. en b. van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) kan een veroordeling in de kosten als bedoeld in artikel 7:15 van de Awb uitsluitend betrekking hebben op:
a. kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand,
b. kosten van een getuige, deskundige of tolk die door een partij of een belanghebbende is meegebracht of opgeroepen, dan wel van een deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht.
3.3 Ingevolge artikel 2, aanhef en onder a. en b. van het Bpb wordt het bedrag van de kosten bij de uitspraak, onderscheidenlijk de beslissing op het bezwaar of het administratief beroep als volgt vastgesteld:
a. ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a: overeenkomstig het in de bijlage opgenomen tarief;
b. ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel b: op de vergoeding die ingevolge artikel 8:36 van de Algemene wet bestuursrecht is verschuldigd indien de kosten zijn gemaakt in bezwaar of administratief beroep wordt deze vergoeding vastgesteld met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij en krachtens de Wet tarieven in strafzaken;
3.4 Ingevolge artikel 6 van het Besluit tarieven in strafzaken - voor zover hier van belang - geldt voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 3 onderdeel a, van de Wet tarieven in Strafzaken, waarvoor geen speciaal tarief is bepaald, naar gelang de werkzaamheden niet of in meer of mindere mate van wetenschappelijke of bijzondere aard zijn, een tarief van ten hoogste € 81,23 per uur.
3.5 Ingevolge artikel 15 van het Besluit tarieven in strafzaken worden de bedragen, genoemd in dit besluit, verhoogd met de omzetbelasting die daarover is verschuldigd.
3.6 Ter beoordeling staat de door verweerder in het bestreden besluit toegekende proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase. Verweerder heeft in de bezwaarfase de waarde die in de primaire besluiten voor de woningen was vastgesteld, gewijzigd. Daarmee is er een grondslag voor het toekennen van een vergoeding van de kosten die eisers hebben gemaakt bij het indienen van hun bezwaren. Ingevolge artikel 7:15, tweede lid van de Awb worden de kosten vergoed voorzover het maken van die kosten redelijk is te achten. Het vierde lid van dit artikel biedt de grondslag voor nadere regelgeving over welke kosten voor vergoeding in aanmerking komen en de wijze waarop het bedrag wordt vastgesteld. Dit is het Bpb. Daarbij is volgens de toelichting van de wetgever de kostenveroordeling niet bedoeld als een volledige schadevergoeding maar als een tegemoetkoming in de kosten (NvT, Stb.1993, 763, p.5).
3.7 De proceskostenvergoeding die verweerder heeft toegekend ziet op de kosten van rechtsbijstandverlening en de kosten voor het opstellen van taxatierapporten.
3.8 Ten aanzien van de verleende rechtsbijstand heeft verweerder in het verweerschrift het standpunt van eisers gevolgd dat een zaak in beginsel als ‘gemiddeld’ kan worden beschouwd, tenzij er duidelijke redenen zijn om hiervan af te wijken. Vanwege het ontbreken van een motivering op dit punt dient volgens verweerder aan de zaken de factor 1 voor ‘gemiddeld’ te worden toegekend. Verweerder stelt zich thans op het standpunt dat de vergoeding voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand op een bedrag van € 241,50 moet worden bepaald. Nu verweerder aldus tegemoet is gekomen aan de beroepsgrond van eisers is het beroep in zoverre gegrond.
3.9.1 In geschil is nog de hoogte van de vergoeding die verweerder heeft toegekend voor het opstellen van de taxatierapporten.
Eisers hebben voor alle woningen afzonderlijk een taxatierapport laten opstellen en in totaal een bedrag van € 6.120,= als te vergoeden kosten opgevoerd. Daarbij zijn 76,5 uren (51 x 1,5 uur) tegen een tarief van € 80,= in rekening gebracht. Verweerder stelt dat het uitbrengen van een taxatierapport voor alle woningen afzonderlijk niet redelijk is te achten. Volgens verweerder was het opstellen van een taxatierapport eigenlijk overbodig en had met één taxatieverslag, met daarbij een goede marktanalyse kunnen worden volstaan. Verweerder stelt dat de vergoeding van 20 uren tegen een tarief van € 81,23 redelijk is.
3.9.2 De rechtbank overweegt dat verweerder in de uitspraak op bezwaar een vergoeding voor het opstellen van de taxatierapporten heeft toegekend. In het licht van het verbod van reformatio in peius, dat inhoudt dat het instellen van beroep geen negatieve gevolgen mag hebben voor eisers, kan verweerder in beroep niet van zijn standpunt terugkomen met de stelling dat in geheel geen rapport behoeft te worden vergoed. Afgezien daarvan komt het de rechtbank niet redelik voor het opmaken van een taxatierapport geheel overbodig te achten.
3.9.3 Ten aanzien van de hoogte van het te vergoeden tarief overweegt de rechtbank dat de vergoeding van een door een deskundige opgesteld verslag is geregeld in het Bpb.
Verweerder heeft voor het te hanteren uurtarief in de uitspraak op bezwaar aansluiting gezocht bij het forfaitaire uurtarief van € 81,23 van artikel 6 van het Besluit tarieven in strafzaken. De stelling van verweerder ter zitting dat niet noodzakelijk het hoogste tarief behoeft te worden toegekend, kan alleen al gelet op het hierboven reeds genoemde beginsel van reformatio in peius niet leiden tot verlaging van dit tarief. Ook overigens ziet de rechtbank geen reden voor toepassing van een lager tarief.
Aangevoerd is in beroep dat het te vergoeden bedrag moet worden vermeerderd met de omzetbelasting, terwijl verweerder zich op het standpunt stelt dat de BTW moet worden geacht in het forfaitaire bedrag te zijn inbegrepen. De rechtbank overweegt dat in
artikel 15 van het Besluit tarieven in strafzaken expliciet is bepaald dat de in het besluit genoemde bedragen worden verhoogd met de omzetbelasting. Verweerder dient derhalve over het te vergoeden bedrag BTW te betalen.
3.9.4 Voor het aantal te vergoeden uren geeft het Bpb geen regeling, zodat daarvoor dient te worden aangesloten bij de redelijkheidstoets van artikel 7:15 van de Awb. In geschil is of verweerder met toepassing van de redelijkheidstoets het aantal te vergoeden uren heeft kunnen vaststellen op 20 uur.
Verweerder heeft erop gewezen dat de taxatierapporten nagenoeg identiek zijn. De woningen hebben allemaal dezelfde inhoud en hetzelfde onderhoudsniveau. De voornaamste verschillen betreffen de inrichting van de keuken en badkamer. De taxatierapporten komen uit op vier verschillende waardevaststellingen die variëren van € 157.000,= tot € 169.000,= (30 maal € 163.000,=, 11 maal € 157.000,=, 9 maal € 169.000,= en 1 maal € 162.000,=). Eisers hebben dit standpunt niet bestreden en ook de overgelegde taxatierapporten geven de rechtbank geen aanleiding om er anders over te denken. Uit de taxatierapporten komt naar voren dat de woningen alle deel uitmaken van hetzelfde flatgebouw. De ligging van de woningen is daarmee nagenoeg gelijk. Uit de opgemaakte taxatierapporten komt verder naar voren dat de woningen onderling slechts op ondergeschikte onderdelen verschillen. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat het opstellen van een taxatierapport voor alle woningen afzonderlijk niet noodzakelijk is geweest. In redelijkheid had met één of enkele rapporten kunnen worden volstaan met daarbij gevoegd een marktanalyse. Dat blijkt ook uit de omstandigheid dat verweerder aan alle woningen dezelfde waarde heeft toegekend die eisers in beroep niet hebben bestreden. Nu volgens de opgave van eisers per taxatierapport 1,5 uur nodig is geweest, acht de rechtbank een totale tijdsbesteding van 20 uren voor de taxateur redelijk. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank dan ook in alle redelijkheid het te vergoeden aantal uren tot 20 kunnen beperken.
3.9.5 Hetgeen eisers overigens hebben aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel.
De stelling dat voor de vergoeding van de secundaire kosten zoveel mogelijk moet worden aangesloten bij de reële kosten volgt de rechtbank niet. Het Bpb geeft expliciet aan welke kosten op welke manier moeten worden vastgesteld. De omstandigheid dat voor bepaalde limitatief genoemde kostensoorten, zoals genoemd onder e van artikel 1 van het Bpb, wel de werkelijke kosten worden vergoed, maakt dat niet anders. De kosten waar het hier om gaat, de kosten voor een deskundigenverslag, zijn daarin niet genoemd.
De stelling van eisers dat de behandeling van een zo omvangrijk project nieuw was voor het bureau van hun taxateur, en dat daarvoor eerst een werkwijze moest worden ontworpen, ligt in de risicosfeer van eisers. De eventuele uren die daaraan zijn besteed kunnen niet bij verweerder in rekening worden gebracht. Hetzelfde geldt voor de mogelijk extra bestrede uren in verband met het feit dat het bureau van de taxateur (nog) niet over professionele print- en /of kopieerapparatuur beschikte.
3.10 Dat leidt ertoe dat de vergoeding van de proceskosten voor de bezwaarfase als volgt wordt berekend. De kosten van rechtsbijstand € 241,50 + de kosten van de taxateur
(€ 1.624,60 + 19% BTW = € 1.933,27) = € 2.174,78. Verweerder zal dit bedrag aan eisers dienen te vergoeden. De rechtbank zal gelet op het uitgangspunt van finale geschillenbeslechting en nu er ook geen aanleiding is voor een andere uitkomst zelf in de zaak voorzien.
4 Proceskosten
De rechtbank ziet aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eisers in verband met de behandeling van het beroep tot aan deze uitspraak redelijkerwijs heeft moeten ma¬ken. De rechtbank bepaalt de proceskosten op € 874,= aan kosten van door een derde be¬roeps¬ma¬tig verleende rechtsbijstand.
5 Beslissing
De rechtbank,
recht doende:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar, voor zover die ziet op de proceskostenvergoeding van de bezwaarfase;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de in zoverre vernietigde uitspraak op bezwaar, hetgeen inhoudt dat verweerder een bedrag van € 2.174,78 aan eisers dient te betalen als vergoeding van de kosten van de bezwaarfase;
- bepaalt dat verweerder aan eisers het betaalde griffierecht van € 41,= vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 874,=, te betalen aan eisers.
Aldus gedaan door mr. C. Laukens, voorzitter, en mr. E.R. Houweling, en
mr. J. de Gans, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.M.L.J. Spierings, griffier.
De griffier: De voorzitter:
Uitgesproken in het openbaar op: 23 september 2010.
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Gravenhage (belastingkamer), Postbus 20021, 2500 EA Den Haag.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Afschrift verzonden op: