4.5
De vraag of Profumer toestemming heeft verleend tot de toepasselijkheid van de door IbroMar gebruikte algemene verkoopvoorwaarden wordt derhalve beheerst door de algemene beginselen waarop de CISG berust. Op grond van deze beginselen dient naar de algemene voorwaarden te zijn verwezen en dient die verwijzing duidelijk genoeg te zijn om door een “redelijke persoon” als bedoeld in artikel 8 lid 2 CISG te worden begrepen. Ook kan de gewoonte als bedoeld in artikel 9 CISG bij de beoordeling of algemene voorwaarden van toepassing zijn een rol spelen.
Overeenkomstig vorenbedoelde algemene beginselen dient het aanbod om algemene voorwaarden op een koopovereenkomst van toepassing te doen zijn voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst door de wederpartij te zijn aanvaard.
Voor zover IbroMar stelt dat haar algemene voorwaarden op de onderhavige overeenkomst toepasselijk zijn vanwege de verwijzing daarnaar in facturen die dateren van na het sluiten van de onderhavige koopovereenkomst, gaat die stelling daarom niet op.
Vaststaat, als gezegd, dat voorafgaande aan de koopovereenkomst die leidde tot dit geschil IbroMar drie maal visproducten aan Profumer verkocht en geleverd. Profumer erkent bij conclusie van repliek dat op de facturen van IbroMar wordt verwezen naar dier algemene voorwaarden.
Verder staat tussen partijen vast dat het e-mailbericht van 5 september 2006, dat Profumer heeft verstuurd aan IbroMar ter bevestiging van haar bestelling, geen verwijzing bevat naar algemene voorwaarden. Voorts staat vast dat IbroMar op de Specificatie van 29 september 2006 bij de tekst “The undersigned supplier hereby engages himself to accept and respect all previous requirements” geschreven heeft “subject general sales conditions of supplier”. Ten slotte is evenmin in geschil dat IbroMar in haar bevestiging van 10 oktober 2006 haar algemene voorwaarden van toepassing heeft verklaard.
Partijen debatteren in dit verband over de vraag of, zoals Profumer stelt, de overeenkomst reeds tot stand was gekomen bij genoemd e-mailbericht van 5 september 2006, dan wel eerst bij genoemd schrijven van 29 september 2006 of pas op 10 oktober 2006, zoals IbroMar betoogt. Daarover overweegt de rechtbank het volgende.
Uit de tussen partijen op 5 september 2006 per e-mail gevoerde correspondentie blijkt het volgende (alles aangehaald voor zover relevant).
Om 11.22 uur berichtte de heer Bruno Govaert van IbroMar mevrouw Béatrice Bozec als volgt:
“We’re willing to commit ourselves to Eur 4,80/kg DDP and ETA week 41
Natural Moro shark steaks, skinless, boneless, bloodline out.
size: 85-105 g
Carton @ 5 kg IQF
5 tons”.
Hierop antwoordde mevrouw Bozec om 11.49 uur als volgt:
“I’m checking for the cost and I revert very soon - in the meantime, can you revert with the latin name of the shark?”.
De heer Govaert reageerde op deze vraag om 14.14 uur:
“Isurus glaucus”.
Ten slotte berichtte mevrouw Bozec de heer Govaert om 15.15 uur als volgt:
“We confirm shark steacks 85/105 Grs – skinless, boneless, no blood lines
5 T - € 4,80 / kg DDP - IQF
Urgent deliveries: Please keep us informed about the production, how fast they are running but knowing that we need some quantity early in october, it can be wise to ship in 2 times. But let us discuss when you know quantity, departure time”.
Gesteld noch gebleken is dat de in deze correspondentie genoemde gegevens met betrekking tot de Partij onvoldoende waren om deze te kunnen bepalen. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit deze correspondentie dat IbroMar, kennelijk in antwoord op belangstelling aan de zijde van Profumer voor een bepaald soort haaienvlees, een aanbod heeft gedaan en dat dit aanbod vervolgens in de aangehaalde correspondentie door Profumer is aanvaard, zodat de koopovereenkomst op 5 september 2006 is gesloten. Dit wordt naar het oordeel van de rechtbank bevestigd door het vaststaande feit dat IbroMar vervolgens is overgegaan tot het plaatsen van bestelling van de Partij bij een toeleverancier in Vietnam. Nu in het kader van de totstandkoming van deze overeenkomst voor of op 5 september 2006 de algemene verkoopvoorwaarden niet aan de orde zijn geweest, kan niet gezegd worden dat de toepasselijkheid van deze voorwaarden toentertijd is aanvaard. Aan genoemd vereiste dat de algemene voorwaarden voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst moeten worden aanvaard is dan ook niet voldaan.
Vervolgens dient onderzocht te worden of de toepasselijkheid van de algemene verkoopvoorwaarden op andere wijze is overeengekomen.
Door IbroMar is onweersproken gesteld dat Profumer in het kader eerdere verkopen offertes en facturen van IbroMar heeft ontvangen en zonder protest behouden. Evenmin is in geschil dat onderaan op de voorzijde van deze offertes en facturen standaard wordt gewezen op de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van IbroMar en dat deze voorwaarden standaard op de achterzijde van de offertes en facturen staan vermeld. In geschil is echter of hier sprake is geweest van aanvaarding door Profumer van de algemene verkoopvoorwaarden van IbroMar. Anders gezegd, dat vorenbedoelde handelwijze van IbroMar een gewoonte in de zin van artikel 9 CISG oplevert is niet in geschil, maar wél of deze gewoonte door Profumer is geaccepteerd in de zin van het eerste lid van artikel 9 CISG. In dat verband overweegt de rechtbank als volgt.
De verwijzingsclausule onderaan de offertes en facturen van IbroMar luidt als volgt: “For the general conditions applicable to the sale and delivery of products by IbroMar BV see other side”.
Gesteld noch gebleken is dat Profumer niet in staat is geweest van deze clausule op de offertes en facturen kennis te nemen op of omstreeks het moment van ontvangst van deze offertes en facturen. Het betreft hier een clausule waarin uitdrukkelijk naar de algemene voorwaarden van IbroMar wordt verwezen, die, zoals in deze clausule is medegedeeld, op de achterzijde van de desbetreffende offerte of factuur staan vermeld. Nog daargelaten dat het hier om een heel duidelijke clausule gaat, is ook niet gesteld of gebleken dat Profumer niet heeft begrepen dat IbroMar met deze clausule haar wens tot toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden tot uitdrukking heeft willen brengen en dat deze voorwaarden op de achterzijde van de desbetreffende offerte of factuur staan vermeld. In artikel 18 lid 1, tweede volzin, CISG is bepaald dat stilzwijgen of niet reageren op zichzelf niet als aanvaarding van een aanbod geldt. Dat Profumer voorafgaand aan de onderhavige transactie nooit heeft geprotesteerd tegen (de toepasselijkheid van) de algemene voorwaarden van IbroMar kan op zichzelf dan ook niet leiden tot instemming van Profumer met de toepasselijkheid van die voorwaarden. Bijkomende omstandigheden zijn dus noodzakelijk. Tevens geldt onder het regime van de CISG dat uit de aanvaarding van het aanbod de wil moet blijken om gebonden te zijn.
In dit verband kent de rechtbank waarde toe aan de reacties van Profumer op die offertes en facturen. IbroMar heeft onweersproken gesteld dat de overeenkomsten telkens na zodanige offerte van haar tot stand kwamen, waarbij het Profumer telkens duidelijk heeft moeten zijn dat IbroMar onder verband van haar algemene verkoopvoorwaarden wilde contracteren. Voorst staat vast dat Profumer telkens de facturen die betrekking hadden op die eerdere overeenkomsten zonder protest heeft betaald. Door aldus te handelen heeft Profumer de gewoonte van toepasselijk verklaren van de algemene verkoopvoorwaarden geaccepteerd. Die aanvaarding blijkt voorts uit de omstandigheid dat Profumer niet heeft gereageerd op de handgeschreven toevoeging door IbroMar op de Specificatie van 29 september 2006 “subject general sales conditions of supplier”.
De conclusie is dat de algemene verkoopvoorwaarden van IbroMar op de onderhavige koopovereenkomst van toepassing zijn ingevolge het bepaalde in artikel 9 lid 1 CISG.