ECLI:NL:RBROT:2010:BN1343

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
318025 / HA ZA 08-2684
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. van Zelm van Eldik
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidentele vordering tot cautio iudicatum solvi in een geschil over aandelenoverdracht en zekerheidstelling

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, is een incidentele vordering tot cautio iudicatum solvi aan de orde. De eiseres, Jaro Holdings Limited, gevestigd te Guernsey, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagden, gezamenlijk aangeduid als I.T. Go c.s., met betrekking tot de overdracht van aandelen in de vennootschap Smart Holding B.V. De eiseres vordert dat de gedaagden haar 90 gewone aandelen in Smart overnemen, waarbij de prijs door deskundigen moet worden vastgesteld. De gedaagden hebben een incidentele vordering ingediend om zekerheid te stellen voor de proceskosten, omdat Jaro geen woonplaats in Nederland heeft. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder dagvaardingen en pleitnota's, en heeft de vordering van Jaro beoordeeld. De rechtbank overweegt dat op basis van het Aanvullend Verdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk, Jaro niet verplicht is om zekerheid te stellen voor de proceskosten, aangezien zij een vennootschap is die onder de werking van dit verdrag valt. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rol om I.T. Go c.s. in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de toepasselijkheid van de verdragsbepalingen, waarna Jaro daarop kan reageren. De uitspraak is gedaan op 19 mei 2010.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 318025 / HA ZA 08-2684
Uitspraak: 19 mei 2010
VONNIS van de enkelvoudige kamer
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JARO HOLDINGS LIMITED,
gevestigd te St. Peter Port, Guernsey,
eiseres,
verweerster in het incident,
advocaat mr J.H. Prins,
- tegen -
1. de vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk
I.T. GO LIMITED,
gevestigd te Cleveland, Verenigd Koninkrijk,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te Delft,
3. [gedaagde sub 3],
wonende te Schiedam,
4. [gedaagde sub 3],
wonende te Rotterdam,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SMART HOLDING B.V.,
gevestigd te Schiedam,
gedaagden,
eisers in het incident,
advocaat mr R.A.W.J. van Eijck.
Eiseres wordt hierna aangeduid als "Jaro", gedaagden samen als "I.T. Go c.s." en gedaagden afzonderlijk als respectievelijk "I.T. Go", "[gedaagde sub 2]", "[gedaagde sub 3]", [gedaagde sub 4]" en "Smart".
1. Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaardingen d.d. 24 oktober 2008 en de door Jaro overgelegde producties;
- exploit tot rectificatie d.d. 11 november 2008;
- incidentele conclusie tot zekerheidstelling voor proceskosten van I.T. Go c.s., met
producties;
- akte in het incident tot zekerheidstelling van I.T. Go c.s., met productie;
- incidentele conclusie van antwoord in het incident van Jaro, met producties;
- pleitnota in het schriftelijk pleidooi van I.T. Go c.s.;
- pleitnota in het schriftelijk pleidooi van Jaro;
- repliek in het schriftelijk pleidooi van I.T. Go c.s.;
- antwoordpleitnota van Jaro.
2. De vordering van Jaro
2.1
De vordering van Jaro luidt, verkort weergegeven, om bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. I.T. Go, [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] zowel hoofdelijk als gezamenlijk te veroordelen om van Jaro haar 90 gewone aandelen, nominale waarde à € 453,78 in Smart over te nemen, tot welke overdracht Jaro zich bereid verklaart, tegen betaling van de prijs zoals deze door deskundige(n) als benoemd door de rechtbank zal worden vastgesteld, zulks op straffe van een dwangsom;
2. Smart te veroordelen om aan het deskundigenonderzoek en aan de levering van aandelen haar medewerking te verlenen, zulks op straffe van een dwangsom;
3. althans toewijzing van deze vorderingen als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren;
4. I.T. Go c.s. te veroordelen in de kosten van het geding, daaronder begrepen de kosten van de deskundige(n).
2.2
Jaro heeft aan de vordering - kort en zakelijk weergegeven - de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
(a) Jaro is houdster van 90 gewone aandelen, nominale waarde € 453,78, in het geplaatste aandelenkapitaal van Smart; I.T. Go, [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] zijn eveneens houder van aandelen in Smart;
(b) Jaro is en wordt door gedragingen van I.T. Go, [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] zodanig in haar rechten en belangen geschaad dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in Smart in redelijkheid niet meer van haar kan worden gevergd;
(c) Jaro is genoopt en gerechtigd van I.T. Go, [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] te vorderen dat deze haar aandelen overnemen tegen een door een deskundige te bepalen prijs; van Smart wordt gevorderd dat deze hieraan haar medewerking verleent (art. 2:343 BW).
3. Het incident tot zekerheidstelling
3.1
De incidentele vordering van I.T. Go c.s. luidt, verkort weergegeven, om bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Jaro te veroordelen om voor de betaling van kosten, schaden en interessen in welke zij zou kunnen worden veroordeeld, zodanige zekerheid te stellen binnen een termijn en op voorwaarden zoals de rechtbank zal vermenen te behoren en tot een beloop van € 200.000,- althans een door de rechtbank te bepalen beloop, met veroordeling van Jaro in de kosten van het incident.
3.2
I.T. Go c.s. heeft daartoe het volgende aangevoerd:
(a) Jaro is gevestigd te Guernsey en heeft geen woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland; daarom dient zij ingevolge art. 224 lid 1 Rv zekerheid te stellen voor de proceskosten en de schadevergoeding waartoe zij veroordeeld zou kunnen worden;
(b) mede gelet op een te verwachten onderzoek door deskundigen en een ten verzoeke van Jaro onder ABN Amro Bank onrechtmatig gelegd beslag dient zekerheid te worden gesteld voor een bedrag van € 200.000,-, althans € 161.764,84, althans € 38.834,28 of een door de rechtbank te bepalen bedrag.
3.3
Jaro heeft de incidentele vordering bestreden en heeft primair geconcludeerd tot afwijzing daarvan, subsidiair tot toewijzing voor een bedrag van maximaal € 15.654,-, met veroordeling van I.T. Go c.s. in de proceskosten.
3.4
Jaro heeft daarbij - kort en zakelijk weergegeven - aangevoerd:
(a) er bestaat geen verplichting tot het stellen van zekerheid, nu redelijkerwijs aannemelijk is dat verhaal voor een veroordeling tot betaling van proceskosten en schadevergoeding in Nederland mogelijk zal zijn, te weten op haar aandelen in Smart (art. 224 lid 2 onder c Rv);
(b) bovendien zou de hoogte van de verzochte zekerheidstelling meebrengen dat Jaro wordt belemmerd in haar mogelijkheid om een verzoek in te dienen tot gedwongen overname van aandelen, zodat derhalve de effectieve toegang tot de rechter zou worden belemmerd
(art. 224 lid 2 onder d Rv);
(c) met betrekking tot de vraag of zich een uitzondering voordoet als bedoeld in art. 224 lid 2 onder a en b Rv refereert Jaro zich aan het oordeel van de rechtbank;
(d) de proceskosten voor de procedure in eerste aanleg belopen niet meer dan € 15.654,-;
(e) schadevergoeding wegens het beslag kan alleen bij eis in reconventie worden gevorderd en beslagschade kan niet leiden tot verplichte zekerheidstelling; bovendien wordt door het beslag geen schade geleden.
4. De beoordeling in het incident
4.1
Ingevolge art. III van het Aanvullend Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanië en Noord-Ierland betreffende rechtsgedingen, gesloten op 17 november 1967 (Trb. 1967, 196), in werking getreden op 16 maart 1970, zijn de onderdanen van een der partijen in de gebieden van de andere partij niet verplicht zekerheid te stellen voor de proceskosten in de gevallen waarin een onderdaan van die partij daartoe onder gelijke omstandigheden niet gehouden is.
4.2
In overeenstemming met art. VII van dat verdrag heeft de Britse regering aan de Nederlandse regering kennis gegeven van de uitbreiding van de werking van het verdrag tot onder meer Guernsey, met inwerkingtreding op 22 april 1971.
Jaro is een vennootschap naar het recht van Guernsey en aldaar gevestigd.
4.3
Jaro heeft zich niet op deze bepaling beroepen, doch zich slechts gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank over de toepasselijkheid van verdragsbepalingen die aan een verplichting tot zekerheidstelling in de weg staan. I.T. Go c.s. heeft zich hierover (derhalve) niet uitgelaten.
Teneinde een verassingsbeslissing te voorkomen, zal de rechtbank de zaak verwijzen naar de rol opdat I.T. Go c.s. zich over de toepasselijkheid van de genoemde verdragsbepaling kan uitlaten, waarna Jaro daarop - twee weken nadien - kan reageren.
5. De beslissing
De rechtbank,
in het incident
alvorens verder te beslissen:
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 2 juni 2010 voor akte aan de zijde van
I.T. Go c.s.
Dit vonnis is gewezen door mr Van Zelm van Eldik.
Uitgesproken in het openbaar.
10.