ECLI:NL:RBROT:2010:BN0725
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Beëindiging managementovereenkomst tussen vennootschap onder firma en restaurantonderneming
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 21 mei 2010, betreft het een kort geding tussen [eiser 1], een vennoot van de vennootschap onder firma Eet- & Bierlokaal Cambrinus V.O.F., en de besloten vennootschap Horeca Exploitatie Maatschappij Parkzicht B.V. De kern van het geschil draait om de kwalificatie van een overeenkomst die tussen partijen is gesloten voor managementwerkzaamheden in een restaurant. De voorzieningenrechter oordeelt dat de overeenkomst niet voldoet aan de vereisten van artikel 7:610 BW en dient te worden gekwalificeerd als een managementovereenkomst. De overeenkomst is opgezegd per 1 januari 2010, wat leidt tot de afwijzing van de vorderingen van [eiser 1] en Cambrinus.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen partijen, die oorspronkelijk als een arbeidsovereenkomst werd gepresenteerd, in werkelijkheid een managementovereenkomst was. Dit werd onderbouwd door de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden en de wijze waarop de partijen de overeenkomst hadden ingericht. De rechter concludeert dat er geen sprake was van een gezagsverhouding, wat essentieel is voor de kwalificatie als arbeidsovereenkomst. De beëindiging van de overeenkomst werd door Parkzicht gemotiveerd, waarbij werd gesteld dat er een reorganisatie noodzakelijk was door financiële verliezen.
De rechter heeft de vordering van [eiser 1] en Cambrinus afgewezen en hen veroordeeld in de kosten van het kort geding. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste kwalificatie van overeenkomsten en de gevolgen van opzegging in het kader van het civiele recht.