Verzoeksters zijn zich ervan bewust dat verlof wordt verzocht om (bewijs)beslag te mogen leggen op generiek omschreven zaken. Zoals hierboven reeds uitgebreid is weergegeven bestaat het vermoeden dat gerekwestreerden na het faillissement van Extar B.V. dat op 16 juni 2009 is uitgesproken, in strijd hebben gehandeld met hun concurrentiebeding en dat nog steeds doen. Dit (onrechtmatige) handelen van gerekwestreerden blijkt enkel uit de bij hen in bezit zijnde administratie en de hiervan deeluitmakende subadministraties. Omdat het vermoeden bestaat dat er met meerdere voormalige klanten van verzoeksters werd/wordt gehandeld, is het voor verzoeksters onmogelijk om op minder generieke omschreven zaken beslag te doen leggen. Bovendien bestaat het vermoeden dat gerekwestreerden doorlopend het non-concurrentieverbod overtreden, zodat geen specifieke periode aangegeven kan worden dat de periode vanaf 16 juni 2009 - de datum van het faillissement van Extar B.V. - tot en met heden waarbinnen overtreding van dit verbod heeft plaatsgevonden en waartoe het (bewijs)beslag zich kan beperken.
……
Indien het verlof tot het leggen van (bewijs)beslag niet wordt toegestaan, bestaat de aanmerkelijke kans dat verzoeksters in een vervolgprocedure – ondanks de thans voorhanden zijnde stukken die het objectieve vermoeden rechtvaardigen dat gerekwestreerden in strijd handelen met hetgeen is bepaald in de managementovereen-komst en het addendum – dit niet kan bewijzen.
……
(…)
De hulppersonen, waaronder automatiseringsdeskundigen, voeren ter plaatse zoekopdrach-ten uit in opdracht van een deskundig (vergunning en legitimatieplichtig) particulier recherchebureau. In dat kader verzoeken verzoeksters Riscon Arnhem B.V. te laten benoemen door uw rechtbank. Riscon Arnhem B.V. handelt conform de geheimhouding en gedragscode geldend voor de gehele beroepsgroep, opgelegd door het Ministerie van Justitie (WPBR). Riscon Arnhem B.V. heeft bijzondere beveiligingsmaatregelen getroffen op het gebied van organisatorische, bouwkundige en elektronisch gebied ter bescherming
van de beslagen bescheiden. Hiertoe zijn bijvoorbeeld per beslag specifiek daartoe
bestemde safeloketten intern beschikbaar. (…)
……
De reden dat verzoekers om een termijn van maximaal zes werkdagen verzoeken waarin
de beslagen computers en (digitale) gegevensdragers onder de gerechtelijke bewaarder
verblijven, is dat het zeer waarschijnlijk – gezien de omvang – niet mogelijk is dat de
betreffende gegevens die zich in de computers en de (digitale) gegevensdragers van
gerekwestreerden bevinden, zich eenvoudig binnen een aantal uren (ter plaatse) laten
kopiëren. De vermoedelijk aan te treffen omvang van de benoemde administratie is
mogelijk tamelijk fors en waarschijnlijk zijn er op het betreffende adres onvoldoende
of geen kopieerfaciliteiten aanwezig. Bovendien dient het kopiëren zeer zorgvuldig te
gebeuren, hetgeen veel tijd kost. Ten aanzien van de digitale bescheiden wordt opge-
merkt dat er ten minste twee kopieën worden gemaakt: een eerste kopie en een tweede
als back up/beveiliging van de eerste kopie. Per computer of harde schijf kan het maken
van een “image” zeker tussen de twee en zes uren kosten (bij een image worden ook de
verwijderde bestanden gekopieerd). Vaak worden er meerdere computers en/of opslag-
schijven aangetroffen. Indien het kopiëren niet ter plaatse zou behoeven te geschieden, is
het beslag voor gerekwestreerden ook minder belastend. Doorgaans wordt de meeste tijd
tijdens het beslag al besteed aan het schiften van (voor het beslag) relevante bescheiden.
(…)
Verzoeksters hebben gegronde vrees dat gerekwestreerden doende zijn om de bewijzen,
dat zij in strijd met het concurrentiebeding hebben gehandeld en thans nog handelen, te
onttrekken c.q. te verduisteren. De schade die verzoeksters hebben geleden en thans nog
lijden door het verlies van haar klanten kan worden begroot op een bedrag van
€ 2.944.800,-- wegens gederfde winst te vermeerderen met het reeds verstrekte bonus-
bedrag van € 500.000,--. Daarnaast maken verzoeksters aanspraak op de boete van
€ 200.000,-- die Robiri aan verzoeksters schuldig is vanwege de schending van het
non-concurrentiebeding (artikel 10 lid 4 managementovereenkomst).
……