Zaak-/rolnummer: 335266/ HA ZA 09-2000
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de vennootschap naar vreemd recht
CORTONAJES INTERNATIONALES S.A.,
gevestigd te Las Palmas, Spanje,
eiseres,
advocaat mr. H. Loonstein,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
THIGER INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Bleiswijk,
gedaagde,
procureur voorheen mr. N. Lagerweij, advocaat voorheen mr. A.J. Dolk, thans niet langer meer ten processe vertegenwoordigd.
Partijen worden hierna aangeduid als "Cortonajes" respectievelijk "Thiger".
1 Het verdere verloop van het geding
1.1 De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- het tussenvonnis van deze rechtbank van 11 november 2009;
- de akte aan de zijde van Cortonajes van 30 december 2009;
- de brieven van mr. Dolk van 19 januari 2010.
1.2 Bij voormeld tussenvonnis heeft de rechtbank Cortonajes in de gelegenheid gesteld om te reageren op de brief en onderliggende stukken van mr. Dolk van 7 september 2009 en zich in het licht van die stukken uit te laten over de vraag of de vennootschap Thiger is opgehouden te bestaan en, zo ja, wat daarvan de consequenties zijn.
1.3 Bij akte heeft Cortonajes, kort gezegd, aangevoerd dat Thiger niet heeft opgehouden te bestaan. Cortonajes heeft daartoe gesteld dat een vennootschap na ontbinding blijft voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van het vermogen nodig is en voorts dat de vereffenaar van Thiger zich kennelijk bevoegd heeft geacht aan mr. Dolk opdracht te geven brieven te schrijven en dit in het belang van de vereffening is geschied. Voorts heeft Cortonajes naar aanleiding van de brief van 7 september 2009 en onderliggende stukken aangevoerd dat de mogelijkheid van een batig saldo door de aandeelhoudersvergadering niet werd uitgesloten en dat er volgens de vereffeningsbalans van 30 september 2003 blijkt dat er nog vorderingen op groepsmaatschappijen waren en er aldus baten waren.
1.4 In reactie op de akte van Cortonajes heeft mr. Dolk in de brieven van 19 januari 2010, samengevat, medegedeeld dat de vorderingen op de groepsmaatschappijen geen gelden of vorderingen betroffen die te gelde konden worden gemaakt. De vorderingen zijn verrekend met een schuld aan een zustermaatschappij en er is zelfs nog een schuld overgebleven. Van een batig saldo is geen sprake geweest zodat Thiger is opgehouden te bestaan.
2.1 De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld wat de status van de vennootschap Thiger is en of de procedure tussen partijen kan worden voortgezet.
2.2 Ingevolge artikel 2:19 lid 5 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) blijft de rechtspersoon na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is.
2.3 De vraag of op het tijdstip van de ontbinding van Thiger er nog baten waren, behoeft gelet op hetgeen in punt 2.4 en 2.5 wordt overwogen, niet te worden beantwoord.
2.4 Niet alleen handelingen die kunnen leiden tot een vermeerdering van het liquidatiesaldo van een ontbonden rechtspersoon zijn als nodig voor de vereffening van zijn vermogen te beschouwen (zie Hoge Raad 26 februari 1988, NJ 1988/490). De vereffening van een rechtspersoon is bedoeld om alle zaken van de vennootschap waaronder ook procedures, ongeacht de vraag of deze baten kunnen opleveren ter verdeling, af te wikkelen.
2.5 Nu ten tijde van de ontbinding van Thiger de onderhavige procedure reeds aanhangig was en Thiger bekend was met deze procedure, is Thiger ingevolge artikel 2:19 lid 5 BW blijven voortbestaan.
2.6 Nu Thiger niet is opgehouden te bestaan, kan de procedure tussen partijen worden voortgezet in de stand waarin de procedure zich bevond ten tijde van de ambtshalve doorhaling.
2.7 Ten tijde van de ambtshalve doorhaling werden aan de zijde van Cortonajes getuigen gehoord. Cortonajes wordt verzocht bij akte mede te delen of zij de getuigenverhoren wenst voort te zetten of dat het getuigenverhoor aan de zijde van Cortonajes kan worden gesloten. Indien Cortonajes het getuigenverhoor wil voortzetten, dient zij opgave te doen welke getuigen zij nog wenst te horen en wat de verhinderdata van de betrokkenen zijn.
2.8 Ter rolle van 26 mei 2004 heeft de toenmalige procureur van Thiger zich onttrokken en tot op heden heeft zich voor Thiger (nog) geen andere procureur c.q. advocaat gesteld. Gelet op het oordeel van de rechtbank dat Thiger niet is opgehouden te bestaan en de procedure kan worden voortgezet, zal Thiger in de gelegenheid worden gesteld om bij akte alsnog advocaat te stellen. Indien zich een advocaat stelt wordt verzocht tevens opgave te doen van de verhinderdata.
In afwachting van de te nemen akten houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.
bepaalt dat de procedure tussen partijen wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de ambtshalve doorhaling;
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 28 april 2010 voor het nemen van een akte aan de zijde van Cortonajes en voor zover zich voor Thiger een advocaat wil stellen voor akte aan de zijde van Thiger;
bepaalt dat de advocaat van Cortonajes, indien de getuigenverhoren worden voortgezet, opgave moet doen van de voor te brengen getuigen en de verhinderdata van de betrokkenen aan de zijde van Cortonajes in de maanden juni, juli en augustus 2010;
bepaalt dat indien zich voor Thiger een advocaat stelt, de advocaat van Thiger tevens opgave moet doen van de verhinderdata van de betrokkenen aan de zijde van Thiger in dezelfde periode;
daarna zullen dag en uur van de verhoren worden bepaald;
bepaalt dat het aan de hand van de opgaven vastgestelde tijdstip, behoudens dringende redenen, niet zal worden gewijzigd;
houdt elke verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Sarlemijn.
Uitgesproken in het openbaar.
2170/1624