Parketnummer: 10/765164-07
Datum uitspraak: 15 februari 2010
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats] (Suriname)
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het [adres],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
[plaats van detentie],
raadsman mr. J.P. Plasman, advocaat te Amsterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 1 februari 2010.
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. Sleeswijk Visser heeft gerekwireerd tot:
- vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met
aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee
jaar.
Het onder 1 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. De officier van justitie heeft dit ook gevorderd, terwijl het eveneens is bepleit door de raadsman.
Het onder 4 tenlastegelegde feit is, anders dan door de officier van justitie is gevorderd, evenmin wettig en overtuigend bewezen, nu niet kan worden vastgesteld dat de daarin omschreven strafbare gedragingen zijn begaan door een rechtspersoon en dus ook niet dat de verdachte daaraan leiding heeft gegeven. De verdachte dient van dit feit te worden vrijgesproken.
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
2.
hij op tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 mei 2005 tot en met 30 november 2007, te Capelle aan den IJssel en elders in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, personen ( geldgevers) onder wie na te noemen personen heeft bewogen tot de afgifte van hierna te noemen geldbedragen, te weten:
- [slachtoffer 1] ( 10.000 euro) en
- [slachtoffer 2]( 45.000 euro) en
- [slachtoffer 3] ( 14.000 euro) en
- [slachtoffer 4] ( 50.000 euro) en
- [slachtoffer 5] ( 40.000 euro) en
- [slachtoffer 6] ( 30.000 euro) en
- [slachtoffer 7] ( 15.000 euro) en
- [slachtoffer 8] ( 25.000 euro) en
- [slachtoffer 9] ( 45.000 euro) en
- [slachtoffer 10] ( 30.000 euro) en
- [slachtoffer 11] ( 45.000 euro) en
- [slachtoffer 12] ( 45.000 euro) en
- [slachtoffer 13] ( 30.000 euro) en
- [slachtoffer 14] (ongeveer 30.000 euro) en
- [slachtoffer 15] ( 16.000 euro) en
- [slachtoffer 16] ( 45.000 euro) en
- [slachtoffer 17] ( 25.000 euro) en
- [slachtoffer 18] (ongeveer 35.000 euro) en
- [slachtoffer 19] ( 50.000 euro) en
- [slachtoffer 20] ( 30.000 euro) en
- [slachtoffer 21] ( 37.000 euro) en
- [slachtoffer 22] (ongeveer 29.000 euro) en
- [slachtoffer 23] ( 30.000 euro) en
- [slachtoffer 24] (14.000 euro) en
- [slachtoffer 25] ( 45.000 euro) en
- [slachtoffer 26] ( 28.000 euro) en
- [slachtoffer 27] ( 10.000 euro) en
- [slachtoffer 28] ( 30.000 euro) en
- [slachtoffer 29] ( 6.800 euro) en
- [slachtoffer 30] ( 30.000 euro) en
- [slachtoffer 31] ( 25.000 euro) en
- [slachtoffer 32] ( 34.200 euro) en
- [slachtoffer 33] ( 39.600 euro) en
- [slachtoffer 34] ( 50.000 euro) en
- [slachtoffer 35] ( 30.000 euro) en
- [slachtoffer 36] ( 24.000 euro) en
- [slachtoffer 37] ( 25.000 euro) en
- [slachtoffer 38] ( 37.000 euro) en
- [slachtoffer 39] ( 45.000 euro) en
- [slachtoffer 40] ( 36.000 euro) en
- [slachtoffer 41] ( 30.000 euro) en
- personen thans verenigd in de Stichting BaanDebâcle (in totaal ongeveer 1,7 miljoen euro) (zie bijlage bij de tenlastelegging) en
- andere personen enanderegeldbedragen,
immers heeft hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk telkens valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, (zakelijk weergegeven) die geldgevers mondeling en/of schriftelijk en/of middels een zogenoemde overeenkomst van geldlening met gegarandeerde rente, voorgehouden dat
- de leenconstructie in het leven is geroepen om de hypotheeklast van de geldgever(s) op een stabiele gegarandeerde manier te verlagen en/of
- over het door de geldgevers aan hem, verdachte, en/of aan een of meer (van zijn, verdachtes) bedrijf/bedrijven, zijnde [rechtspersoon1, rechtspersoon 2, rechtspersoon 3] te leen te geven en/of te investeren en/of te beleggen geldbedrag(en) (gegarandeerd) rente (van 12% per jaar) zou worden betaald en/of verschuldigd zou zijn (artikel 3 van de overeenkomst(en) van geldlening) en
- (gegarandeerde) aflossing van de hoofdsommen van die geldbedragenaan het einde van de looptijd van de overeenkomst zou geschieden en
- er in geval van te late betaling van enig krachtens de overeenkomsten van geldlening te betalen bedrag, boeterente zou zijn verschuldigd, welke zou worden berekend over de te laat betaalde bedragen (artikel 7 van de overeenkomsten van geldlening) en
- de bedrijven [rechtspersoon 4, rechtspersoon 1, rechtspersoon 3] voor hun gehele vermogen aansprakelijk zijn voor de (terug)betaling van de rente en de hoofdsom van het/de uitgeleende bedrag(en), welk vermogen 1.000.000 euro zou bedragen, en/of verdachte ([verdachte]) persoonlijk aansprakelijk voor zijn gehele vermogen is voor terugbetaling van de rente en de hoofdsom van het/de uitgeleende bedrag(en) en tot welk vermogen onder andere de aandelen van [rechtspersoon 4, rechtspersoon 1, rechtspersoon 3]met een totaal aan (eigen) vermogen van ongeveer 1.000.000 euro zou behoren en
- de hoofdsom van het uitgeleende geldbedrag intact zou blijven, onafhankelijk van de stand van de economie en/of de rust in de wereld,
waardoor die geldgevers werden bewogen tot bovenomschreven afgiftes;
3 primair
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2005 tot en met 30 november 2007 te Capelle aan den IJssel en elders in Nederland, meermalen, zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van witwassen, immers heeft hij, verdachte, voorwerpen, te weten geldbedragen (in totaal ruim 5 miljoen euro), verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen en/of geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, van het plegen van welk feit(en) hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van de vraag of de verdachte heeft gehandeld met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling geldt het volgende.
Het moet de verdachte, die een bedrijfseconomisch georiënteerde Heao-opleiding heeft voltooid, van meet af aan duidelijk zijn geweest dat de garanties en zekerheden die hij de aangevers presenteerde in werkelijkheid geen solide grondslag konden vormen voor het beschikbaar stellen van gelden.
De bedrijven van de verdachte waren immers inmiddels verlieslatend geworden – voor zover het [rechtspersoon 4] betreft – of (nog) niet winstgevend, waar het [rechtspersoon 1, rechtspersoon 3] betreft. Daar komt bij dat de verdachte, toen hij net begonnen was met [rechtspersoon 1], tevergeefs bij de bank heeft aangeklopt voor een reguliere financiering van de activiteiten die hij naast die van [rechtspersoon 4] wilde aanvangen. Die reguliere financiering werd hem geweigerd vanwege het ontbreken van een cijfermatig onderbouwd ondernemingsplan en van zekerheden.
De verdachte moet daarom beseft hebben dat zijn handelen als noodzakelijk, en dus door hem gewild gevolg met zich bracht, dat hij bevoordeeld zou worden door verkrijging van gelden die hem zonder de ‘garanties’ en de ‘zekerheden’ door de particuliere geldgevers niet, en zeker niet onder het mom van middel tot verlaging van de maandelijkse lasten, ter beschikking zouden zijn gesteld.
Het geloof van de verdachte, dat niet zijn grondslag kan hebben gevonden in de hem destijds bekende feiten, dat de ondernemingen van [rechtspersoon 1 en rechtspersoon 3] niettemin een financieel succes zouden opleveren waarin de benadeelden zouden kunnen gaan delen, doet daaraan niet af. Immers, de aangevers hebben die gelden niet aan de verdachte ter beschikking gesteld omdat zij deelden in dat geloof, maar omdat zij zich hebben laten leiden door de hen gepresenteerde mogelijkheid tot verlaging van maandlasten, met daaraan verbonden de hun voorgehouden garanties en zekerheden.
Geoordeeld moet daarom worden dat de verdachte heeft gehandeld met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen.
De bewezen feiten leveren op:
2.
oplichting, meermalen gepleegd
3 primair
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
De feiten zijn strafbaar.
De verdachte is strafbaar.
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft in de jaren 2005 tot eind 2007 op structurele wijze ruim negentig mensen opgelicht voor een totaalbedrag van circa 5,7 miljoen euro.
De verdachte sloot hiertoe leenovereenkomsten af waarin hij een gegarandeerd rendement en zekerheid voor de terugbetaling van de hoofdsom voorspiegelde aan de slachtoffers.
De verdachte genoot als financieel adviseur het vertrouwen van de slachtoffers die hij al kende vanuit zijn praktijk als hypotheekbemiddelaar en die hij een mogelijkheid voor verlaging van maandlasten voorhield doordat zij – in de meeste gevallen: met geleend geld – tegen een hogere dan bij de bank te behalen rente gelden aan zijn ondernemingen ter leen konden verstrekken. De verdachte misbruikte aldus het vertrouwen van de slachtoffers, die zelf geen specifieke financiële kennis hadden, en die zich hebben verlaten op deskundigheid en hun overtuiging van de eerlijkheid van de verdachte.
De verdachte heeft echter geen aantoonbare investeringen verricht die redelijkerwijs de beloofde rendementen konden opleveren. De verdachte heeft de aldus verkregen gelden naar eigen zeggen geïnvesteerd in zijn bedrijven die evenwel op geen enkele wijze de gegarandeerde waarde vertegenwoordigden.
Onderwijl heeft de verdachte stelselmatig een groot deel van de geleende gelden witgewassen en hij heeft op grote voet geleefd en financieel het ene gat met het andere gedicht en de schijn van kredietwaardigheid opgehouden, totdat uiteindelijk in augustus 2007 de zaak klapte en hij in het geheel niet meer aan betalingsverplichtingen kon voldoen. Hierop is de verdachte gevlucht naar zijn geboorteland Suriname, mede omdat hij - zoals hij ter terechtzitting ook wel erkend heeft - geen rekenschap aan de benadeelden wilde afleggen over hetgeen hij met hun geld had gedaan.
De consequentie van het handelen van de verdachte is dat zijn slachtoffers, die zich vaak diep in de schulden hebben gestoken, nog jarenlang leningen moeten aflossen die zij ten behoeve van de verdachte zijn aangegaan, terwijl hoogst onzeker is of de verdachte daarvoor ooit nog verhaal zal bieden.
Op dergelijke ernstige feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Over de verdachte is gerapporteerd door drs. A.F.J.M. Zwegers, psycholoog. Deze deskundige is van oordeel dat het ten laste gelegde niet uit een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis verklaard kan worden. De verdachte wordt geschetst als een man die geen blijk heeft gegeven van gevoelens van minderwaarde, die in sociaal opzicht een hoog zelfbeeld heeft, en die als volledig toerekeningsvatbaar kan worden aangemerkt. Opgevallen zijn de narcistische trekken en dominantie van de verdachte. Hij heeft zeer hoge strevingen naar maatschappelijk succes, aldus de deskundige.
Voorts is kennis genomen van het reclasseringsrapport d.d. 23 juli 2009, opgemaakt door P.J.J. Heijkoop, reclasseringswerker.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf wordt tevens in aanmerking genomen dat de verdachte blijkens het op zijn naam gestelde Uittreksel Justitiële Documentatieregister d.d. 17 december 2009 niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Aan de verdachte wordt een hogere straf opgelegd dan is geëist door de officier van justitie, waarbij enerzijds rekening is gehouden met het effect daarvan op de daadwerkelijk uit te zitten strafduur en anderzijds geen toegevoegde waarde wordt gezien van de oplegging van een voorwaardelijk strafdeel.
Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.
VORDERINGEN BENADEELDE PARTIJEN / SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL
Als benadeelde partijen hebben zich gevoegd de hierna in het dictum genoemde (rechts)personen. De benadeelde partijen vorderen vergoeding van materiële schade, te weten de hoofdsom van de door ieder van hen aan de verdachte geleende geldbedragen, in veel gevallen vermeerderd met rente en kosten.
Nu is komen vast te staan dat aan ieder van de benadeelde partijen als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht en de verdachte de hoogte van de gevorderde schadevergoedingen niet heeft betwist voor zover deze betrekking hebben op de uitgeleende bedragen, zullen de vorderingen in zoverre worden toegewezen.
In veel gevallen zijn gelden aan de verdachte ter beschikking gesteld door partners die daarvoor gezamenlijk een leenovereenkomst ondertekenden. In de gevallen waarin die partners thans gezamenlijk vergoeding van hun schade vorderen, geldt dat de vorderingen aldus worden toegewezen, dat een betaling aan een van de partners in zoverre ook bevrijdend geschiedt jegens de andere partner.
Een deel van de benadeelde partijen heeft zich gevoegd door tussenkomst van de Stichting BaanDebâcle, die ter zitting is vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.W.R. Heijmeriks te Spijkenisse. Bij de beoordeling van de vorderingen van die benadeelde partijen is uitgegaan van de – in zoverre niet betwiste – stellingen zoals deze uiteindelijk namens hen door Stichting BaanDebâcle zijn ingenomen, ook waar deze mogelijk afwijken van eerder individueel ingediende voegingsformulieren. In het geval van de benadeelde partij [naam benadeelde partij] leidt dit ertoe dat wordt uitgegaan van een vordering van € 50.000,--, en dus niet van een hoger bedrag zoals eerder opgegeven.
Bij de beoordeling van de toewijsbaarheid van de hoofdsom van de vordering van elk van de benadeelde partijen die zich op deze wijze in het geding hebben gevoegd, is voorts telkens uitgegaan van het daadwerkelijk aan de verdachte ter beschikking gestelde gelden, zoals dit kan worden afgeleid uit de inhoud van de stukken die Stichting BaanDebâcle heeft doen overleggen ter onderbouwing van de vorderingen, en dus niet, zoals in een enkel geval is opgevoerd, van het door de benadeelde partij zelf van een derde geleend bedrag. Dit leidt tot toewijzing van een lager dan gevorderd bedrag in hoofdsom in de gevallen van [namen van 8 benadeelde partijen] Dit geldt eveneens voor de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde partij], die zich individueel in het geding heeft gevoegd.
Het overige deel van de vorderingen van ieder van de benadeelde partijen is telkens niet van zo eenvoudige aard, dat dit zich leent voor een behande¬ling in dit strafgeding. De benadeelde partijen zullen daarin daarom niet-ontvankelijk worden verklaard. De vorderingen kunnen wat dit deel betreft slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de benadeelde partijen ieder als in overwegende mate in het gelijk gesteld worden gesteld, dient te verdachte tevens te worden veroordeeld in de proceskosten van ieder van die partijen.
De kosten van de partijen die zich door tussenkomst van Stichting BaanDebâcle gezamenlijk hebben gevoegd, welke stichting zich in dit geding heeft laten bijstaan door een advocaat, zullen worden begroot aan de hand van het liquidatietarief voor kantonzaken. Dat geldt ook voor de benadeelde partijen die zich individueel hebben gevoegd in dit geding en die zich daarin hebben doen bijstaan door een advocaat.
De proceskosten van de overige benadeelde partijen zullen op nihil worden vastgesteld.
Voorts wordt telkens oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
Namens de verdachte is de opheffing van de voorlopige hechtenis verzocht. Het verzoek wordt afgewezen omdat vluchtgevaar nog onverkort aanwezig wordt geacht.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen 24c, 36f, 57, 326 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van 36 (zesendertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
wijst af het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis;
wijst toe de vorderingen van de benadeelde partijen die zich door tussenkomst van Stichting BaanDebâcle in het geding hebben gevoegd:
[benadeelde partij 1]
tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 2]
tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 3]
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 4]
tot een bedrag van € 35.000,00 (zegge: vijfenendertigduizend euro);
[benadeelde partij 5]
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 6]
tot een bedrag van € 42.000,00 (zegge: tweeënveertigduizend euro);
[benadeelde partij 7]
tot een bedrag van € 115.000,00 (zegge: honderdvijftienduizend euro);
[benadeelde partij 8]
tot een bedrag van € 35.000,00 (zegge: vijfendertigduizend euro);
[benadeelde partij 9]
Vlaardingen tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 10]
tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 11]
tot een bedrag van € 40.000,00 (zegge: veertigduizend euro);
[benadeelde partij 12]
tot een bedrag van € 49.000,00 (zegge: negenenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 13]
tot een bedrag van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend euro);
[benadeelde partij 14]
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 15]
tot een bedrag van € 39.692,00 (zegge: negenendertigduizend-zeshonderdtweeënnegentig euro);
[benadeelde partij 16]
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 17]
tot een bedrag van € 35.000,00 (zegge: vijfendertigduizend euro);
[benadeelde partij 18]
tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 19]
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 20]
tot een bedrag van € 107.000,00 (zegge: honderdzevenduizend euro);
[benadeelde partij 21]
tot een bedrag van € 15.000,00 (zegge: vijftienduizend euro);
[benadeelde partij 22]
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 23]
tot een bedrag van € 70.000,00 (zegge: zeventigduizend euro);
[benadeelde partij 24]
IJssel tot een bedrag van € 36.000,00 (zegge: zesendertigduizend euro);
[benadeelde partij 25]
tot een bedrag van € 140.000,00 (zegge: honderdveertigduizend euro);
[benadeelde partij 26]
tot een bedrag van € 20.000,00 (zegge: twintigduizend euro);
[benadeelde partij 27]
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 28]
tot een bedrag van € 76.000,00 (zegge: zesenzeventigduizend euro);
[benadeelde partij 29]
tot een bedrag van € 25.000,00 (zegge: vijfentwintigduizend euro);
[benadeelde partij 30]
tot een bedrag van € 95.000,00 (zegge: vijfennegentigduizend euro);
[benadeelde partij 31]
tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 32]
IJssel tot een bedrag van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend euro);
[benadeelde partij 33]
tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 34]
tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
wijst toe de vorderingen van de benadeelde partijen die zich individueel in het geding hebben gevoegd:
[benadeelde partij 35]
tot een bedrag van € 16.000,00 (zegge: zestienduizend euro);
[benadeelde partij 36]
tot een bedrag van € 14.000,00 (zegge: veertienduizend euro);
[benadeelde partij 37]
tot een bedrag van € 24.000,00 (zegge: vierentwintigduizend euro);
[benadeelde partij 38]
tot een bedrag van € 36.000,00 (zegge: zesendertigduizend euro);
[benadeelde partij 39]
tot een bedrag van € 10.000,00 (zegge: tienduizend euro);
[benadeelde partij 40]
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 41]
tot een bedrag van € 37.000,00 (zegge: zevenendertigduizend euro);
[benadeelde partij 42]
tot een bedrag van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend euro);
[benadeelde partij 43]
IJssel tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 44]
raadsman mr. V.T.E. Kuijpers, Hollands Diep 63G te 2904 EP Capelle aan den IJssel,
tot een bedrag van € 25.000,00 (zegge: vijfentwintigduizend euro);
[benadeelde partij 45]
tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 46]
(De benadeelde partij vordert een vergoeding van materiële schade € 24.302,23)???
tot een bedrag van € 25.000,00 (zegge: vijfentwintigduizend euro);
[benadeelde partij 47]
tot een bedrag van € 95.000,00 (zegge: vijfennegentigduizend euro);
[benadeelde partij 48]
tot een bedrag van € 20.000,00 (zegge: twintigduizend euro);
[benadeelde partij 49]
tot een bedrag van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend euro);
[benadeelde partij 50]
raadsman mr. A.J.C. van Bemmel, p/a postbus 25006, 3001 HA Rotterdam,
tot een bedrag van € 120.000,00 (zegge: honderdtwintigduizend euro), ;
[benadeelde partij 51]
tot een bedrag van € 14.000,00 (zegge: veertienduizend euro);
[benadeelde partij 52]
tot een bedrag van € 24.000,00 (zegge: vierentwintigduizend euro);
[benadeelde partij 53]
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 54]
tot een bedrag van € 40.000,00 (zegge: veertigduizend euro);
[benadeelde partij 55]
tot een bedrag van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend euro);
[benadeelde partij 56]
tot een bedrag van € 6.800,00 (zegge: zesduizendachthonderd euro);
[benadeelde partij 57]
tot een bedrag van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend euro);
[benadeelde partij 58]
tot een bedrag van € 63.000,00 (zegge: drieeënzestigduizend euro);
[benadeelde partij 59]
tot een bedrag van € 28.000,00 (zegge: achtentwintigduizend euro);
[benadeelde partij 60]
tot een bedrag van € 28.995,60 (zegge: achtentwintigduizend negenhonderdvijfennegentig euro en zestig eurocent);
[benadeelde partij 61]
tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 62]
tot een bedrag van € 40.000,00 (zegge: veertigduizend euro);
[benadeelde partij 63]
tot een bedrag van € 34.040,92 (zegge: vierendertigduizenden veertig euro en tweeënnegentig eurocent);
[benadeelde partij 64]
tot een bedrag van € 35.000,00 (zegge: vijfendertigduizend euro);
[benadeelde partij 65]
tot een bedrag van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend euro);
[benadeelde partij 66]
tot een bedrag van € 25.000,00 (zegge: vijfentwintigduizend euro);
[benadeelde partij 67]
tot een bedrag van € 15.000,00 (zegge: vijftienduizend euro);
[benadeelde partij 68]
tot een bedrag van € 37.000,00 (zegge: zevenendertigduizend euro);
[benadeelde partij 69]
aan den IJssel tot een bedrag van € 15.000,00 (zegge: vijftienduizend euro);
[benadeelde partij 70]
tot een bedrag van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend euro);
[benadeelde partij 71]
tot een bedrag van € 25.000,00 (zegge: vijfentwintigduizend euro);
[benadeelde partij 72]
tot een bedrag van € 30.000,00 (zegge: dertigduizend euro);
[benadeelde partij 73]
tot een bedrag van € 40.000,00 (zegge: veertigduizend euro);
[benadeelde partij 74]
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 75]
tot een bedrag van € 20.000,00 (zegge: twintigduizend euro);
[benadeelde partij 76]
tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
[benadeelde partij 77]
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 78]
tot een bedrag van € 10.000,00 (zegge: tienduizend euro);
[benadeelde partij 79]
raadsman mr. M..J. Goedhart p/a postbus 25006, 3001 HA Rotterdam,
tot een bedrag van € 50.000,00 (zegge: vijftigduizend euro);
[benadeelde partij 80]
raadsman mr. M.J. Goedhart p/a postbus 25006, 3001 HA Rotterdam,
tot een bedrag van € 45.000,00 (zegge: vijfenveertigduizend euro);
veroordeelt de verdachte (telkens) tegen kwijting daarvan voormelde bedragen aan de betreffende benadeelde partijen te betalen;
bepaalt, in de gevallen waarin een vordering is ingediend door partners gezamenlijk, dat betaling aan een van de vermelde partners telkens ook bevrijdt jegens de andere partner;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partijen vertegenwoordigd door de Stichting BaanDebâcle, gemaakt voor juridische bijstand, te weten salaris van mr. R.W.R. Heijmeriks, advocaat te Spijkenisse, tot op heden begroot op € 2.400,00 en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam benadeelde partij]
gemaakt voor juridische bijstand, te weten salaris van mr. V.T.E. Kuipers, advocaat te Capelle aan den IJssel, tot heden begroot op € 500,00 en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam benadeelde partij]
gemaakt voor juridische bijstand, te weten salaris van mr. M.J. Goedhart, advocaat te Rotterdam, tot heden begroot op € 1.090,00 en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam benadeelde partij]
gemaakt voor juridische bijstand, te weten salaris van mr. M.J. Goedhart, advocaat te Rotterdam, tot heden begroot op € 1.090,00 en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam benadeelde partij]
gemaakt voor juridische bijstand, te weten salaris van mr. A.J.C. van Bemmel, advocaat te Rotterdam, tot heden begroot op € 725,00 en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [naam benadeelde partij]
gemaakt voor juridische bijstand, te weten salaris van mr. drs. V.N. Mantel, advocaat te Rotterdam, tot heden begroot op € 410,00 en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de overige benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
verklaart (telkens) voor het overige de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen wat betreft het meer of anders gevorderde en bepaalt dat dit deel van de vorderingen slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
legt aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op, inhoudende de verplichting aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen de toegewezen bedragen te betalen, met uitzondering van de kosten die benadeelde partijen hebben gemaakt, bij gebreke van volledige betaling en volle¬dig verhaal te vervangen door hechtenis voor elk geheel bedrag van € 50,00 één dag met een maximum van in totaal 1 (één) jaar, en met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis niet opheft de hiervoor opgelegde betalingsverplichtingen;
verstaat dat betalingen aan benadeelde partijen tevens gelden als betalingen aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Van Essen, voorzitter,
en mrs. Asscheman-Versluis en Van der Stroom, rechters,
in tegenwoordigheid van Nederlof, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 februari 2010.
Bijlage bij vonnis van 15 februari 2010
TEKST GEWIJZIGDE TENLASTELEGGING
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 1 mei 2005 tot en met 30 november 2007,
te Capelle aan den IJssel en elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk het/de hierna te noemen geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan de hierna te noemen (rechts)perso(o)n(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) was/waren uitgeleend aan en/of geïnvesteerd in (een van zijn, verdachtes) bedrijf/bedrijven, zijnde [rechtspersoon 4, rechtspersoon 1, rechtspersoon 2, rechtspersoon 3 en rechtspersoon 4] en welk(e) geldbedrag(en) en/of goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) telkens uit hoofde van zijn/hun persoonlijke dienstbetrekking, zijnde bestuurder en/of eigenaar en/of (enig) aandeelhouder van [rechtspersoon 4, rechtspersoon 1, rechtspersoon 2, rechtspersoon 3 en rechtspersoon 4] onder zich had(den), telkens wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend, en wel:
- [slachtoffer 1] (ongeveer 10.000 euro) en/of
- [slachtoffer 2] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 3] (ongeveer 14.000 euro) en/of
- [slachtoffer 4] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 5] (ongeveer 40.000 euro) en/of
- [slachtoffer 6] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 7] (ongeveer 15.000 euro) en/of
- [slachtoffer 8] (ongeveer 15.000 euro) en/of
- [slachtoffer 9] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 10] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 11] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 12] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 13] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 14] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 15] (ongeveer 16.000 euro) en/of
- [slachtoffer 16] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 17] (ongeveer 25.000 euro) en/of
- [slachtoffer 18] (ongeveer 35.000 euro) en/of
- [slachtoffer 19] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 20] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 21] (ongeveer 37.000 euro) en/of
- [slachtoffer 22] (ongeveer 29.000 euro) en/of
- [slachtoffer 23] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 24] (14.000 euro) en/of
- [slachtoffer 25] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 26] (ongeveer 28.000 euro) en/of
- [slachtoffer 27] (ongeveer 10.000 euro) en/of
- [slachtoffer 28] (ongeveer 36.000 euro) en/of
- [slachtoffer 29] (ongeveer 6.800 euro) en/of
- [slachtoffer 30] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 31] (ongeveer 25.000 euro) en/of
- [slachtoffer 32] (ongeveer 34.200 euro) en/of
- [slachtoffer 33] (ongeveer 39.600 euro) en/of
- [slachtoffer 34] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 35] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 36] (ongeveer 24.000 euro) en/of
- [slachtoffer 37] (ongeveer 25.000 euro) en/of
- [slachtoffer 38] (ongeveer 37.000 euro) en/of
- [slachtoffer 39] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 40] (ongeveer 36.000 euro) en/of
- [slachtoffer 41] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 42] (ongeveer 20.000 euro) en/of
- [slachtoffer 43] (ongeveer 53.000 euro) en/of
- [slachtoffer 44] (ongeveer 120.000 euro) en/of
- personen thans verenigd in de Stichting BaanDebâcle (in totaal
ongeveer 1, 7 miljoen euro) (zie bijlage 1) en/of
- één of meer andere natuurlijke en/of rechtsperso(o)n(en)
(één of meer (ander(e) geldbedrag(en) en/of
voorwerp(en);
(strafbaar gesteld in artikel 322 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op een of meer tijdstippen,
in of omstreeks de periode van 1 mei 2005 tot en met 30 november 2007,
te Capelle aan den IJssel en elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een groot aantal personen ( investeerder(s) en/of belegger(s) en/of geldgever(s) ) onder wie na te noemen personen heeft/hebben bewogen tot (telkens) de afgifte van hierna te noemen (gro(o)t(e) geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, te weten:
- [slachtoffer 1] (ongeveer 10.000 euro) en/of
- [slachtoffer 2](ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 3] (ongeveer 14.000 euro) en/of
- [slachtoffer 4] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 5] (ongeveer 40.000 euro) en/of
- [slachtoffer 6] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 7] (ongeveer 15.000 euro) en/of
- [slachtoffer 8] (ongeveer 25.000 euro) en/of
- [slachtoffer 9] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 10] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 11] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 12] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 13] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 14] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 15] (ongeveer 16.000 euro) en/of
- [slachtoffer 16] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 17] (ongeveer 25.000 euro) en/of
- [slachtoffer 18] (ongeveer 35.000 euro) en/of
- [slachtoffer 19] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 20] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 21] (ongeveer 37.000 euro) en/of
- [slachtoffer 22] (ongeveer 29.000 euro) en/of
- [slachtoffer 23] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 24] (14.000 euro) en/of
- [slachtoffer 25] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 26] (ongeveer 28.000 euro) en/of
- [slachtoffer 27] (ongeveer 10.000 euro) en/of
- [slachtoffer 28] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 29] (ongeveer 6.800 euro) en/of
- [slachtoffer 30] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 31] (ongeveer 25.000 euro) en/of
- [slachtoffer 32] (ongeveer 34.200 euro) en/of
- [slachtoffer 33] (ongeveer 39.600 euro) en/of
- [slachtoffer 34] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 35] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 36] (ongeveer 24.000 euro) en/of
- [slachtoffer 37] (ongeveer 25.000 euro) en/of
- [slachtoffer 38] (ongeveer 37.000 euro) en/of
- [slachtoffer 39] (ongeveer 45.000 euro) en/of
- [slachtoffer 40] (ongeveer 36.000 euro) en/of
- [slachtoffer 41] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- personen thans verenigd in de Stichting BaanDebâcle (in totaal ongeveer 1,7 miljoen
euro) (zie bijlage 1) en/of
- één of meer andere natuurlijke en/of rechtsperso(o)n(en) en/of één of meer (ander(e) geldbedrag(en) en/of voorwerp(en),
immers heeft hij, verdachte, al dan niet tezamen met die ander(en), met vorenomschreven oogmerk (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
(zakelijk weergegeven)
(telkens) die (aspirant)investeerder(s) en/of belegger(s) en/of geldgever(s) en/of bank(en) en/of andere natuurlijke en/of rechtsperso(o)n(en) mondeling en/of schriftelijk en/of middels een zogenaamde overeenkomst van geldlening met gegarandeerde rente, althans middels een overeenkomst, voorgehouden dat
- de leenconstructie in het leven is geroepen om de
hypotheeklast van de geldgever(s) op een stabiele
gegarandeerde manier te verlagen en/of
- over het/de door de geldgever(s) aan hem, verdachte, en/of aan een of meer (van zijn, verdachtes) bedrijf/bedrijven, zijnde [rechtspersoon1, rechtspersoon 2, rechtspersoon 3] te leen te geven en/of te investeren en/of te beleggen geldbedrag(en) (gegarandeerd) rente (van 12% per jaar) zou worden betaald en/of verschuldigd zou zijn (artikel 3 van de overeenkomst(en) van geldlening) en/of
- (gegarandeerde) aflossing van het/de hoofdsom(men) van dat/die geldbedrag(en) (aan het einde van de looptijd van de overeenkomst) zou geschieden en/of
- er in geval van te late betaling van enig krachtens de overeenkomst(en) van geldlening te betalen bedrag, boeterente zou zijn verschuldigd, welke zou worden berekend over het/de te laat betaalde bedrag(en) (artikel 7 van de overeenkomst(en) van geldlening) en/of
- het/de bedrijf/bedrijven [rechtspersoon 4, rechtspersoon 1, rechtspersoon 3] voor haar/hun gehele vermogen aansprakelijk is/zijn voor de (terug)betaling van de rente en de hoofdsom van het/de uitgeleende bedrag(en), welk vermogen 1.000.000 euro zou bedragen, en/of verdachte ([verdachte]) persoonlijk aansprakelijk voor zijn gehele vermogen is/zou zijn voor terugbetaling van de rente en de hoofdsom van het/de uitgeleende bedrag(en) en tot welk vermogen onder andere de aandelen van [rechtspersoon 4, rechtspersoon 1, rechtspersoon 3]met een totaal aan (eigen) vermogen van ongeveer 1.000.000 euro zou behoren en/of
- de jaarlijkse netto-winst van [rechtspersoon 4]. ongeveer 150.000 euro bedroeg en/of
- de hoofdsom van het uitgeleende geldbedrag intact zou blijven, onafhankelijk van de stand van de economie en/of de rust in de wereld, en/of
- de/het aangetrokken/uitgeleende geldbedrag(en) gebruikt (zouden) worden voor de financiering van de bedrijfsactiviteiten van [rechtspersoon 4, rechtspersoon 1, rechtspersoon 3]en/of te hebben verzwegen dat de/het aangetrokken/uitgeleende geldbedrag(en) gebruikt (zouden) worden voor betalingen aan andere geldverstrekkers, en/of
- de totale schuldpositie van verdachte’s bedrijven, te weten [rechtspersoon 4, rechtspersoon 1, rechtspersoon 3] heeft verzwegen,”
waardoor die investeerder(s) en/of belegger(s) en/of geldgever(s) en/of bank(en) en/of één of meer andere natuurlijke en/of rechtsperso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(s);
(strafbaar gesteld in artikel 326 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2005 tot en met 30 november 2007 te
Capelle aan den IJssel en/of elders in Nederland, meermalen, althans een maal (telkens)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van witwassen
immers heeft hij, verdachte, een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedragen (in totaal
ruim 5 miljoen euro), althans enig geldbedrag, verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet,
althans van een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedragen (in
totaal ruim 5 miljoen euro), althans van enig geldbedrag, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
van het plegen van welk feit(en) hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
(strafbaar gesteld in artikel 420ter jo. artikel 420bis Wetboek van Strafrecht)
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2005 tot en met 30 november 2007 te
Capelle aan den IJssel en/of elders in Nederland, meermalen, althans een maal (telkens)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedragen (in totaal
ongeveer 5 miljoen euro), althans enig geldbedrag, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet,
althans van een of meer voorwerp(en), te weten een of meer geldbedragen (in
totaal ongeveer 5 miljoen euro), althans van enig geldbedrag, gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
(strafbaar gesteld in artikel 420quater Wetboek van Strafrecht)
4.
[rechtsperoon 4, rechtspersoon 1, rechtspersoon 2, rechtspersoon 3, rechtspersoon 5] en/of enig(e) (ander(e) bedrijf/bedrijven en/of ondernemingen, op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2007 te Capelle aan den IJssel en/of elders in Nederland, meermalen, althans een maal,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf als tussenperso(o)n(en) werkzaamheden heeft/hebben verricht ten behoeve van het buiten besloten kring aantrekken en/of ter beschikking verkrijgen van opvorderbare gelden van anderen dan professionele marktpartijen, te weten (onder andere) van de volgende perso(o)n(en) het/de daarna genoemde geldbedrag(en):
- [slachtoffer 1] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 2] (ongeveer 15.000 euro) en/of
- [slachtoffer 3] (ongeveer 15.000 euro) en/of
- [slachtoffer 4] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 5] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 6] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 7] (ongeveer 16.000 euro) en/of
- [slachtoffer 8] (ongeveer 35.000 euro) en/of
- [slachtoffer 9] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 10] (ongeveer 37.000 euro) en/of
- [slachtoffer 11] (ongeveer 29.000 euro) en/of
- [slachtoffer 12] (ongeveer 34.200 euro) en/of
- [slachtoffer 13] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 14] (ongeveer 25.000 euro) en/of
- [slachtoffer 15] (ongeveer 36.000 euro) en/of
- [slachtoffer 16] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 17] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 18] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 19] (ongeveer 120.000 euro) en/of
- [slachtoffer 20] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 21] (ongeveer 30.000 euro) en/of
- [slachtoffer 22] (ongeveer 35.000 euro) en/of
- [slachtoffer 23] (ongeveer 63.000 euro) en/of
- [slachtoffer 24] (ongeveer 50.000 euro) en/of
- [slachtoffer 25] (ongeveer 36.000 euro) en/of
- [slachtoffer 26] (ongeveer 20.000 euro) en/of
- [slachtoffer 27] (ongeveer 15.000 euro) en/of
- één of meer andere natuurlijke en/of rechtsperso(o)n(en)
en/of één of meer (ander(e) geldbedrag(en),
aan welk feit (of tot welke verboden gedraging) de verdachte en/of zijn mededader(s) feitelijk leiding heeft/hebben gegeven en/of tot welk feit (of tot welke verboden gedraging) de verdachte en/of zijn mededader(s) opdracht heeft/hebben gegeven;
(artikel 4:3 Wet op het financieel toezicht jo. artikel 51 Wetboek van Strafrecht)