ECLI:NL:RBROT:2009:BK9310
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. van den Heuvel
- E.A. Poppe-Gielesen
- J. de Gans
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen boete opgelegd aan [bedrijfsnaam] B.V. wegens overtreding van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 oktober 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. ir. J.L. Mieras, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vertegenwoordigd door mr. G.R. Breederland. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 17 juli 2008, waarbij aan [bedrijfsnaam] B.V. een boete van € 2.000,00 was opgelegd wegens overtreding van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Het bezwaar werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser volgens verweerder niet als belanghebbende kon worden aangemerkt.
De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet in overeenstemming was genomen met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, zoals vereist door de Wgb. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep gegrond moest worden verklaard en het bestreden besluit vernietigd diende te worden. De rechtbank merkte op dat verweerder eiser niet de gelegenheid had geboden om aan te geven of hij in persoon of namens [bedrijfsnaam] B.V. bezwaar had willen maken. Dit gebrek in de procedure leidde tot de onterecht niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 644,00 werden vastgesteld. De uitspraak werd openbaar gedaan en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.