ECLI:NL:RBROT:2009:BK4411
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 23 november 2009 een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van verzoeker tegen de rechter-commissaris die belast was met de behandeling van zijn strafzaak. Het wrakingsverzoek werd ingediend door de advocaat van de medeverdachte, mr. Taekema, en werd later door de advocaat van verzoeker, mr. C.J.B. Rijser, ondersteund. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek deels niet-ontvankelijk was, omdat het niet tijdig was ingediend. De wrakingskamer heeft geen zwaarwegende aanwijzingen gevonden voor een vooringenomenheid van de rechter-commissaris. De klachten van verzoeker betroffen onder andere de wijze van verbaliseren, het niet tijdig voldoen aan verzoeken van de verdediging, en beslissingen met betrekking tot de aanwezigheid van de advocaat van de getuige en het beëdigen van de getuige. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de rechter-commissaris binnen zijn bevoegdheden heeft gehandeld en dat de vrees van verzoeker voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was. De beslissing van de wrakingskamer werd genomen na een zorgvuldige afweging van de ingediende klachten en het procesverloop.