ECLI:NL:RBROT:2009:BK3823
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep op samenhang ex artikel 28 EEX-vo in civiele procedure tussen Kuipers Transport B.V. en J.T.G. Trading B.V.
In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, is een incident aan de orde gesteld door J.T.G. Trading B.V. (hierna: JTG) tegen Kuipers Transport B.V. (hierna: Kuipers Transport). De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 29 april 2009 overwogen dat de vraag of er sprake is van samenhang tussen de vorderingen van Kuipers Transport tegen JTG en die van JTG tegen Kuipers Logistics B.V. (hierna: Kuipers Logistics) beantwoord moet worden aan de hand van artikel 28 van de Brussel I-verordening. Dit artikel biedt de mogelijkheid om samenhangende vorderingen in één procedure te behandelen om onverenigbare beslissingen te voorkomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van Kuipers Transport en de vordering van JTG tegen CCBB Rotterdam B.V. (hierna: CCBB) betrekking hebben op dezelfde feiten, namelijk de verdwijning van een deel van een lading parfum uit een vrachtwagen op 24/25 juli 2007. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er een sterkere samenhang bestaat tussen de vorderingen van Kuipers Transport en die van Kuipers Logistics dan met de vordering van JTG tegen CCBB in Italië. Dit heeft geleid tot de beslissing om de incidentele vordering van JTG af te wijzen.
De rechtbank heeft in haar vonnis van 11 november 2009 geoordeeld dat de vordering van JTG in Italië niet ontvankelijk is, omdat de vordering van Kuipers Logistics eerder was ingesteld. De rechtbank heeft de zaak vervolgens naar de rol verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord door JTG en heeft de kosten van het incident voor rekening van JTG gesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en de proceskosten zijn vastgesteld op nihil aan verschotten en € 904,- aan salaris voor de advocaat.