ECLI:NL:RBROT:2009:BJ9992
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak tegen verzoekster
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 6 oktober 2009 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoekster, die preventief gedetineerd was. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de vrees voor partijdigheid van de rechters in haar strafzaak. Verzoekster stelde dat de rechters niet-onpartijdig waren, onder andere omdat zij in een eerdere zaak over haar betrokkenheid bij de dood van een ander hadden geoordeeld. De rechtbank heeft het procesverloop en de argumenten van verzoekster zorgvuldig beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve gronden waren voor de vrees van verzoekster dat de rechters vooringenomen waren. De rechtbank oordeelde dat de beslissingen van de rechters, waaronder het horen van getuigen en de afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis, niet duidden op een gebrek aan onpartijdigheid. De rechtbank benadrukte dat wraking niet kan dienen als rechtsmiddel tegen inhoudelijke beslissingen van de rechters. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd unaniem genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en de officier van justitie, die geen partij was in deze wrakingszaak.