ECLI:NL:RBROT:2009:BJ9252
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om ontruiming huurwoning op basis van artikel 287b Fw
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 september 2009 uitspraak gedaan over een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van een huurconflict. Verzoekster, die sinds april 2008 bij de Kredietbank Rotterdam (KBR) was aangemeld, verzocht de rechtbank om Woonplus, haar verhuurder, te verbieden de huurovereenkomst op te zeggen en de ontruiming van haar huurwoning, die op 10 september 2009 was aangezegd, te verbieden. Verzoekster had haar huurtermijnen niet kunnen voldoen door financiële problemen en het beslag op haar inkomen. Woonplus voerde aan dat het verzoek niet voldeed aan de wettelijke vereisten en dat verzoekster niet had voldaan aan eerdere betalingsregelingen.
De rechtbank overwoog dat, hoewel verzoekster niet had voldaan aan de vereisten van artikel 287, eerste lid, Fw, er in dit bijzondere geval geen consequenties aan verbonden hoefden te worden. De rechtbank stelde vast dat verzoekster zich recent bij PS had gemeld voor hulp en dat er voldoende inzicht in haar schuldenpositie was verkregen. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een bedreigende situatie, aangezien de ontruiming was aangezegd.
De rechtbank weegt de belangen van verzoekster, die haar huurwoning wilde behouden, tegen die van Woonplus, die de woning aan een nieuwe huurder wilde verhuren. De rechtbank oordeelde dat het belang van Woonplus zwaarder woog, vooral gezien het feit dat verzoekster haar betalingsverplichtingen niet was nagekomen. De rechtbank wees het verzoek van verzoekster af, met de overweging dat de belangenafweging in dit geval niet in haar voordeel uitviel. De beslissing werd genomen in het kader van de civiele rechtspraak, waarbij de rechtbank de noodzaak van een goede afweging tussen de belangen van beide partijen benadrukte.