ECLI:NL:RBROT:2009:BJ5768
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incident in vrijwaring tussen UWV en RET na verkeersongeval met politieauto
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een incident in vrijwaring tussen het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Rotterdamse Elektrische Tram N.V. (RET). UWV vordert dat de rechtbank verklaart dat RET aansprakelijk is voor de schade die is geleden door een inzittende van een politieauto na een verkeersongeval op 9 maart 1998. Dit ongeval vond plaats in Rotterdam en betrof een botsing tussen een politieauto en een sneltram van RET. De inzittende van de politieauto, aangeduid als [persoon 1], is door het ongeval blijvend arbeidsongeschikt geraakt. UWV, als uitkeringsinstantie, heeft de door haar uitgekeerde schadevergoeding aan [persoon 1] en de nog uit te keren bedragen op RET willen verhalen, aangezien RET de werkgever is van de bestuurder van de sneltram.
In het incident heeft RET verzocht om Politieregio Rotterdam-Rijnmond in vrijwaring te dagvaarden, waarbij zij betwist dat zij aansprakelijk is voor het ongeval. RET stelt dat, mocht de rechtbank oordelen dat zij enige aansprakelijkheid draagt, de bestuurder van de politieauto onrechtmatig heeft gehandeld. RET meent dat Politieregio Rotterdam-Rijnmond als werkgever aansprakelijk is voor de fouten van haar ondergeschikten, en dus ook voor de schade van [persoon 1].
UWV heeft de incidentele vordering van RET afgewezen, stellende dat er geen regres mogelijk is op de werkgever van de bestuurder van de politieauto, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat RET belang heeft bij de vrijwaring en dat het verweer van UWV niet in de weg staat aan de toewijzing van de vordering. De rechtbank heeft RET toegestaan om Politieregio Rotterdam-Rijnmond te dagvaarden en heeft de uitspraak over de kosten gereserveerd tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De beslissing in de hoofdzaak is aangehouden.