ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2350
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.F. Lubberink
- Rechtspraak.nl
Geschil over de geldigheid van een tweede overeenkomst tussen David Lloyd Health & Fitness B.V. en gedaagde
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 juni 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen David Lloyd Health & Fitness B.V. en een gedaagde. De gedaagde had een overeenkomst met David Lloyd voor de duur van één jaar, met een opzegtermijn van drie maanden. De gedaagde heeft deze overeenkomst niet tijdig beëindigd, waardoor de overeenkomst automatisch werd verlengd voor een tweede jaar. De gedaagde betwistte echter dat hij deze 'tweede' overeenkomst vrijwillig had aangegaan. De kantonrechter heeft dit verweer verworpen, waarbij hij zich baseerde op de artikelen 3:33 en 3:35 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter oordeelde dat de gedaagde, geconfronteerd met het standpunt van David Lloyd dat de eerste overeenkomst niet tijdig was opgezegd, het aanbod om een tweede overeenkomst aan te gaan, heeft geaccepteerd. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde niet onder invloed van een wilsgebrek de tweede overeenkomst had gesloten, zoals bedoeld in artikel 3:44 B.W. De vordering van David Lloyd werd gegrond verklaard en de gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zowel in conventie als in reconventie in het ongelijk was gesteld en dat hij de proceskosten moest vergoeden. Dit vonnis is uitgesproken door mr. W.F. Lubberink.