ECLI:NL:RBROT:2009:BI9924
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor schade aan bloemen tijdens transport per koeloplegger
In deze zaak vorderde TVM U.A., handelend onder de naam TVM VERZEKERINGEN, schadevergoeding van Stena BV en andere gedaagden wegens schade aan een partij bloemen die tijdens transport was bevroren. De bloemen waren op 16 maart 2007 in goede staat ontvangen door FTT Holland B.V., die de opdracht had gegeven aan Stena BV om de bloemen per schip van Hoek van Holland naar Harwich te vervoeren. Stena BV had zich verplicht om de bloemen bij een temperatuur van +4º Celsius te vervoeren, maar volgens TVM was de temperatuur tijdens het transport te laag geweest, wat leidde tot schade aan de bloemen ter waarde van €13.347,40. TVM, als vervoerdersaansprakelijkheidsverzekeraar van FTT, vorderde het saldo van €12.597,40 van de gedaagden.
De rechtbank Rotterdam oordeelde dat de aansprakelijkheid van Stena BV voor de schade aan de bloemen afhankelijk was van de vraag of TVM in de rechten van FTT was getreden. De rechtbank stelde TVM in de gelegenheid om bewijs te leveren van haar vorderingsgerechtigdheid en de omstandigheden waaronder de schade was ontstaan. De rechtbank hield verdere beslissingen aan totdat TVM het bewijs had geleverd. De zaak werd verwezen naar de rolzitting voor uitlating door eiseres over de wijze waarop zij aan de bewijsopdrachten zou voldoen. De rechtbank benadrukte dat de rechtsverhouding tussen FTT en Stena BV werd beheerst door de Conditions of Carriage of Goods by Sea, en dat de CMR niet van toepassing was op de overeenkomst tussen deze partijen.
De rechtbank concludeerde dat de gedaagden de vordering van TVM betwistten en dat er bewijslevering nodig was om de claims van TVM te onderbouwen. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling en bewijslevering.