ECLI:NL:RBROT:2009:BI9910
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident en beroep op arbitraal beding in civiele zaak tussen World Energy Alternatives LLC en BH Shipping BV
In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Rotterdam op 10 juni 2009, staat een bevoegdheidsincident centraal, waarbij World Energy Alternatives LLC (WEA) een vordering heeft ingesteld tegen BH Shipping BV (BHS) en een derde gedaagde. WEA vordert een hoofdelijke veroordeling van BHS en de derde gedaagde tot betaling van een bedrag van US$ 137.254,18, vermeerderd met rente en proceskosten. WEA stelt dat BHS wanprestatie heeft gepleegd door onterecht hogere commissies in rekening te brengen en dat er sprake is van een onrechtmatige daad. BHS en de derde gedaagde hebben echter de onbevoegdheid van de rechtbank ingeroepen, stellende dat er een arbitraal beding van toepassing is, dat hen zou verplichten om het geschil via arbitrage te beslechten.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat er geen contractuele relatie bestaat tussen WEA en de derde gedaagde, waardoor het arbitraal beding niet van toepassing is. De rechtbank heeft partijen bevolen om op een bepaalde datum te verschijnen voor een schikkingsgesprek, waarbij zij de gelegenheid krijgen om hun standpunten verder toe te lichten. De rechtbank heeft tevens bepaald dat alle relevante stukken uiterlijk twee weken voor de zitting aan de rechtbank en de wederpartij moeten worden toegezonden. De behandeling van de hoofdzaak is aangehouden totdat er een beslissing is genomen in het bevoegdheidsincident en het vrijwaringsincident. Dit vonnis benadrukt het belang van contractuele relaties in het kader van arbitrage en de noodzaak voor partijen om duidelijkheid te scheppen over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden.