ECLI:NL:RBROT:2009:BI8642
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep op volmacht en bewijslevering in civiele procedure
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 20 mei 2009 een vonnis gewezen in de zaak tussen de besloten vennootschap Het Motorhuis en Bosland Cars c.s. De kern van het geschil betreft de vraag of Bosland Cars c.s. kan worden gehouden aan betalingen die zijn gedaan door een derde, [getuige 1], aan Het Motorhuis. Bosland Cars c.s. heeft aangevoerd dat [getuige 1] de koopsommen van vier auto’s aan Het Motorhuis heeft betaald, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat Bosland Cars c.s. niet heeft bewezen dat deze betalingen daadwerkelijk zijn gedaan. De rechtbank heeft daarbij artikel 3:61 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek in overweging genomen, dat stelt dat een rechtshandeling in naam van een ander kan worden verricht, mits de wederpartij redelijkerwijs mocht aannemen dat er een toereikende volmacht was verleend. De rechtbank concludeert dat Bosland Cars c.s. niet heeft aangetoond dat [getuige 1] bevoegd was om namens Het Motorhuis betalingen in ontvangst te nemen. De getuigenverklaringen ondersteunen deze conclusie, aangezien zij aangeven dat [getuige 1] niet in dienst was van Het Motorhuis en geen volmacht had. De rechtbank wijst de vordering van Bosland Cars c.s. af en kent de gevorderde hoofdsom van € 6.300,- toe aan Het Motorhuis, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens worden de proceskosten aan de zijde van Het Motorhuis toegewezen.