ECLI:NL:RBROT:2009:BI6312
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Strijd met goede procesorde en vereisten voor cessie in financiële overeenkomsten
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Rotterdam op 22 april 2009, gaat het om een geschil tussen Quarré Nederland B.V. en Rijnmond Hypotheekwijzer B.V. over de rechtsgeldigheid van een cessie van vorderingen. Quarré vorderde betaling van een bedrag van € 33.789,31 van Hypotheekwijzer, terwijl Hypotheekwijzer zich verweerde door te stellen dat er geen rechtsverhouding bestond tussen hen en dat de cessie niet rechtsgeldig was. De rechtbank oordeelde dat Quarré in strijd met de goede procesorde had gehandeld door de koopovereenkomst, die de basis vormde voor haar vordering, pas op een laat moment in de procedure over te leggen. Dit maakte het voor Hypotheekwijzer onmogelijk om adequaat te reageren op de vordering. Bovendien voldeed de overeenkomst niet aan de vereisten van artikel 3:94 lid 1 BW, wat betekent dat de cessie niet rechtsgeldig was. De rechtbank wees de vordering van Quarré af en veroordeelde haar in de proceskosten. Hypotheekwijzer had een voorwaardelijke reconventionele vordering ingesteld, die eveneens werd afgewezen omdat de vordering in conventie niet was toegewezen. De proceskosten aan de zijde van Hypotheekwijzer werden begroot op € 1.873,00, terwijl de kosten aan de zijde van Quarré op € 894,00 werden begroot. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van relevante documenten in civiele procedures en de noodzaak om aan de formele vereisten voor cessie te voldoen.