ECLI:NL:RBROT:2009:BI6287
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident inzake internationale bevoegdheid en vordering tot betaling onder letter of credit
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, is op 6 mei 2009 een vonnis gewezen in een bevoegdheidsincident. De partijen in deze procedure zijn Convoi B.V. en HCC Rotterdam B.V. als eiseressen in de hoofdzaak en General Equity Building Society als gedaagde. De eiseressen vorderen betaling van bedragen die onder een letter of credit zijn uitgegeven door General Equity. De rechtbank heeft zich moeten buigen over de vraag of zij bevoegd is om van de vorderingen kennis te nemen, gezien het internationale karakter van de zaak. General Equity, gevestigd in Nieuw-Zeeland, heeft zich op onbevoegdheid beroepen, stellende dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft. De rechtbank heeft de argumenten van General Equity overwogen, waarbij werd gekeken naar de plaats van uitvoering van de verbintenis en het toepasselijke recht. De rechtbank concludeert dat de vorderingen van Convoi en HCC niet onder de rechtsmacht van de Nederlandse rechter vallen, omdat de kenmerkende prestatie onder de letters of credit in Nieuw-Zeeland moet worden uitgevoerd. De rechtbank verklaart zich onbevoegd en veroordeelt Convoi en HCC in de proceskosten van General Equity. Dit vonnis heeft belangrijke implicaties voor de internationale rechtsmacht en de toepassing van het recht van Nieuw-Zeeland in deze context.