ECLI:NL:RBROT:2009:BH8711
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civielrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 30 maart 2009 een verzoek tot wraking van een rechter afgewezen. Het verzoeker, vertegenwoordigd door mr.drs. S.J. Brunia, was gebaseerd op de stelling dat de rechter partijdig was vanwege zijn eerdere werkzaamheden als advocaat bij een kantoor waarmee verzoeker juridische conflicten had. De wrakingskamer heeft het griffiedossier van de civielrechtelijke procedure bestudeerd en vastgesteld dat er geen aanwijzingen waren voor subjectieve of objectieve partijdigheid van de rechter. De rechtbank oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de rechter voor 1 oktober 1996 advocaat was bij het kantoor, geen grond vormde voor de vrees van verzoeker dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. De rechtbank benadrukte dat de door verzoeker aangevoerde bezwaren tegen de processuele beslissingen van de rechter, zoals de geldigheid van de dagvaarding en de bevoegdheid van de rechter, niet konden leiden tot de conclusie dat de rechter partijdig was. De rechtbank concludeerde dat de wraking ongegrond was en wees het verzoek af.