ECLI:NL:RBROT:2009:BH1797

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
296323 / HA ZA 07-2943
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid Nederlandse rechter t.a.v. vordering van een expediteur op Italiaanse opdrachtgever ingevolge Brussel I Vo

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 januari 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen AES International Logistics B.V. en een Italiaanse opdrachtgever. De rechtbank diende te beoordelen of zij bevoegd was om kennis te nemen van de vordering van AES, die een bedrag van € 46.150,- vorderde van de Italiaanse gedaagde. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst voor het vervoer van een transformator van Modena naar ’s-Gravenhage. De Italiaanse gedaagde betwistte de bevoegdheid van de Nederlandse rechtbank en stelde dat de overeenkomst onderworpen was aan de Italiaanse algemene voorwaarden, waarin de rechtbank van Modena als bevoegde rechter was aangewezen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de partijen in hun communicatie over de overeenkomst verschillende algemene voorwaarden hebben gehanteerd. AES stelde dat haar algemene voorwaarden van toepassing waren, terwijl de gedaagde de voorwaarden van haar eigen onderneming van toepassing verklaarde. De rechtbank concludeerde dat de overeenkomst niet op een geldige wijze onder de Nederlandse voorwaarden was gesloten, omdat de Italiaanse gedaagde de voorwaarden van AES niet had aanvaard. Bovendien bleek uit de correspondentie dat de partijen nog in onderhandeling waren over de voorwaarden, wat de geldigheid van de overeenkomst ondermijnde.

Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat de Italiaanse rechter in Modena exclusief bevoegd was om van de vordering kennis te nemen, op basis van de forumkeuze in de algemene voorwaarden van de gedaagde. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd en veroordeelde AES in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke afspraken over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden en de bevoegdheid van rechters in internationale geschillen.

Uitspraak

Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 296323 / HA ZA 07-2943
Uitspraak: 28 januari 2008
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AES INTERNATIONAL LOGISTICS B.V.,
gevestigd te Schiedam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. M.D.A. van Bodegraven
- tegen -
de vennootschap naar Italiaans recht
[gedaagde],
gevestigd te Modena, Italië,
gedaagde,
eiseres in het incident,
advocaat mr. W.J. Hengeveld.
Partijen worden hierna aangeduid als "AES" respectievelijk "[gedaagde]".
1. Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
stukken betreffende het op 26 september 2007 ten verzoeke van AES en ten laste van [gedaagde] onder E.ON Benelux N.V. gelegde conservatoir derdenbeslag;
dagvaarding d.d. 25 oktober 2007 met 15 producties;
incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring, met 6 producties;
conclusie van antwoord in het incident;
- conclusie van repliek in het incident, met 1 productie;
- conclusie van dupliek in het incident.
2. Het geschil
in de hoofdzaak
2.1
AES vordert – verkort weergegeven – dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] zal veroordelen om aan haar te betalen een bedrag van € 46.150,-, vermeerderd met rente en kosten.
2.2
AES heeft aan de vordering – verkort weergegeven – de volgende stellingen ten grondslag gelegd.
Op 1 juni 2007 hebben AES en [gedaagde] een overeenkomst gesloten waaronder AES een transformator van Modena, Italië, naar ’s-Gravenhage, Nederland, diende te vervoeren . Nader is tussen de prijs van € 46.150,- overeengekomen. [gedaagde] is, nadat AES haar verbintenissen was nagekomen, in verzuim gebleven met de betaling van genoemd bedrag.
in het incident
2.3
[gedaagde] vordert dat de rechtbank zich bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, onbevoegd zal verklaren om van het geschil tussen partijen kennis te nemen, met veroordeling van AES in de kosten.
[gedaagde] heeft aan haar vordering – verkort weergegeven – de volgende stellingen ten grondslag gelegd.
Op 15 juni 2007 is, na eerdere onderhandelingen en nadat [gedaagde] eerder de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van AES van de hand had gewezen, op het kantoor van [gedaagde] in Modena de overeenkomst tussen partijen gesloten en vastgelegd – in het als productie 4 door [gedaagde] overgelegde stuk – alsmede door partijen geparafeerd en ondertekend. In de aanhef van de op 15 juni 2007 getekende overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van [gedaagde] van toepassing verklaard, die op de achterzijde ervan staan afgedrukt. In artikel 15 van de algemene voorwaarden van [gedaagde] is een keuze opgenomen voor de bevoegdheid van het gerecht te Modena.
De overeenkomst tussen partijen is, zoals AES bij dagvaarding, maar ook in een bij het gerecht in Modena tussen partijen aanhangig geding stelt, een expeditieovereenkomst.
Daarom is de rechtbank Rotterdam niet bevoegd tot kennisneming van de vordering van AES.
2.4
AES concludeert primair tot afwijzing van de vordering van [gedaagde], subsidiair tot verwijzing van de zaak naar de relatief bevoegde rechter te ’s-Gravenhage, een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de kosten, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
AES heeft daartoe – verkort weergegeven – het volgende aangevoerd.
(i) AES had op 3 mei 2007 aan [gedaagde] aangeboden onder verband en toezending van haar algemene voorwaarden (zie producties 1a en 1b zijdens AES). Bij de mondelinge opdracht van 1 juni 2007 heeft [gedaagde] de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van AES aanvaard. Overeenkomstig artikel 15 van de algemene voorwaarden van AES is de rechtbank Rotterdam bevoegd om van het geschil kennis te nemen. Slechts ten aanzien van het plaatsen van de ten processe bedoelde transformator had AES een voorbehoud gemaakt en zou mogelijk – na verkrijging van de benodigde informatie – een nadere offerte volgen. Die informatie heeft [gedaagde] later verstrekt. Het stuk van 15 juni 2007 waarop [gedaagde] zich beroept belichaamt derhalve niet de overeenkomst, maar slechts de nadere technische aspecten en de aanpassing van de prijs. Aan in het stuk van 15 juni 2007 genoemde, van de per 1 juni 2007 overeengekomen voorwaarden afwijkende voorwaarden van [gedaagde] komt dan ook geen werking toe. Bovendien spreekt en begrijpt [X], bestuurder van AES die de onderhandelingen heeft gevoerd en het stuk op 15 juni 2007 namens AES heeft getekend, geen Italiaans, hetgeen AES op 2 juni 2007 aan [gedaagde] geschreven had. Voorts heeft AES de algemene voorwaarden van [gedaagde], anders dan kennelijk de bedoeling is, niet ondertekend, zodat deze ook daarom niet van toepassing zijn.
(ii) De overeenkomst tussen partijen betreft een overeenkomst tot grensoverschrijdend vervoer van goederen over de weg, zodat de CMR dwingendrechtelijk van toepassing is. Ingevolge artikel 31 lid 1 aanhef en sub b) CMR is de rechtbank ’s-Gravenhage als gerecht van de plaats van aflevering van de transformator bevoegd om van de vordering kennis te nemen. Daarom dient deze rechtbank, indien zij zich niet op grond van de algemene voorwaarden van AES bevoegd acht, de zaak te verwijzen naar de ’s-Gravenhage.
3. De beoordeling
in het incident
3.1
Het beroep op onbevoegdheid van de rechtbank is bij het eerste processtuk vanwege [gedaagde] en derhalve tijdig gedaan.
3.2
Nu de gedaagde [gedaagde] is gevestigd op het grondgebied van een EU-lidstaat, dient de vraag of deze rechtbank bevoegd is tot kennisneming van de vordering van AES in beginsel te worden beantwoord aan de hand Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: Brussel I Vo).
3.3
In beginsel is bepalend voor de beoordeling van de bevoegdheid de grondslag van de vordering zoals die blijkens de dagvaarding is ingesteld.
AES heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij met [gedaagde] een overeenkomst tot het doen vervoeren van een transformator van Modena naar ’s-Gravenhage heeft gesloten en dat [gedaagde] verplicht is haar de overeengekomen vergoeding te betalen. [gedaagde] erkent dat zodanige overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen.
AES heeft bij incidentele conclusie van antwoord aangevoerd dat zij in dezen niet als expediteur, maar als vervoerder is opgetreden en dat de rechtsverhouding tussen partijen door de CMR wordt beheerst. Dat betoog komt neer op een wijziging van de juridische grondslag van de vordering in de hoofdzaak, daarmee een wijziging van eis in de zin van artikel 130 Rv. Zodanige eiswijziging kan slechts in de hoofdzaak en niet in dit incident aan de orde komen. Daarom gaat de rechtbank aan dat betoog voorbij.
3.4
Ingevolge de hoofdregel van artikel 2 Brussel I Vo in samenhang met artikel 60 Brussel I Vo is het gerecht van Modena, Italië, als de plaats van vestiging (woonplaats) van de verweerder [gedaagde] bevoegd.
Voorts is ingevolge artikel 5, aanhef en sub 1 onder a) en onder b) tweede gedachtestreepje, Brussel I Vo ten aanzien van verbintenissen uit een overeenkomst voor de verstrekking van diensten, zoals een expeditieovereenkomst, de rechter van de plaats in een lidstaat waar de diensten volgens de overeenkomst verstrekt werden of verstrekt hadden moeten worden bevoegd, tenzij anders is overeengekomen.
Verder is ingevolge artikel 23 Brussel I Vo bevoegd het gerecht van een lidstaat dat bij schriftelijke of schriftelijk bevestigde overeenkomst tussen partijen bevoegd is verklaard.
Omdat de op artikel 23 Brussel I Vo gebaseerde bevoegdheid exclusief is, tenzij partijen anders zijn overeengekomen, onderzoek de rechtank eerst of zij uit dien hoofde bevoegd is.
3.5
AES voert aan dat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn en dat de rechtbank ingevolge artikel 15 van die voorwaarden bevoegd is. [gedaagde] voert, echter, aan dat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn en dat in artikel 15 daarvan het gerecht te Modena bevoegd is verklaard. Daarom dient onderzocht te worden wat terzake tussen partijen is overeengekomen.
3.6
De rechtbank past daartoe het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst van 19 juni 1980 (hierna: EVO) toe.
Ingevolge de hoofdregel van artikel 3 lid 1 EVO wordt een overeenkomst in beginsel beheerst door het recht dat partijen hebben gekozen. De vraag of er overeenstemming tussen partijen tot stand is gekomen over de keuze van het toepasselijke recht en of deze overeenstemming geldig is wordt ingevolge artikel 3 lid 4 EVO beheerst door artikelen 8, 9 en 11 EVO. Artikel 8 EVO, dat het bestaan en de materiële geldigheid van de overeenkomst of een bepaling daarvan regelt, onderwerpt deze kwestie aan het recht dat ingevolge het verdrag toepasselijk zou zijn indien de overeenkomst of de bepaling geldig zou zijn. Betrokken op de rechtskeuzeclausule betekent dit dat het gekozen recht de vraag beheerst of de toestemming van partijen inzake de keuze van het toepasselijke recht bestaat en geldig is, tenzij (artikel 8 lid 2 EVO) een partij betwist dat uit haar gedrag toestemming mag worden afgeleid.
3.7.1
Derhalve onderzoekt de rechtbank nader of en zo ja welke rechtskeuze partijen zijn overeengekomen.
Gesteld noch gebleken is dat partijen een uitdrukkelijke rechtskeuze hebben gemaakt.
AES beroept zich voor wat betreft het volgens haar toepasselijke Nederlandse recht op artikel 14 van haar algemene voorwaarden. [gedaagde] betwist dat de algemene voorwaarden van AES van toepassing zijn. Daarom onderzoekt de rechtbank de vraag of de algemene voorwaarden van AES van toepassing zijn geworden.
3.7.2
Daartoe stelt de rechtbank aan de hand van de niet-betwiste stellingen van partijen en de niet-betwiste producties de volgende gang van zaken bij het aangaan van de overeenkomst vast.
Kennelijk zijn de onderhandelingen tussen partijen (vooral) gevoerd tussen genoemde [X] van AES en [Y.], een bestuurder van [gedaagde]. Kennelijk heeft AES op 3 mei 2007 per e-mail een aanbod aan [gedaagde] gedaan, naar aanleiding van een “enquiry” van [gedaagde] van 19 april 2007. In dat e-mailbericht schrijft AES onder meer:
“Enclosed we send you:
our quotation
a copy of our General Conditions
[..]”
In die “quotation” schrijft AES onder meer:
“We thank you for your enquiry dated 19th April for the transportation and offloading of one 88 mtons transformer at EON Benelux in The Hague and we herewith send you our quotation. [..]
Price offer.
- [..]
- offload transformer to foundation and accessories to ground : EURO 4.500
Conditions.
- [..]
- our General Conditions apply to all our activities. A copy of these Conditions have been attached to this quotation.”.
Kennelijk heeft vervolgens telefonisch overleg tussen partijen plaatsgevonden. Daarna schreef [gedaagde] op 1 juni 2007 aan AES per e-mail onder meer:
“Thank you for starting permit application on Monday morning.
You will receive within this evening by e-mail the schedule (our SCL-SOP) to compile with the customer during your visit on site.
At the same time, I’m anticipating to you by fax, as promised, our order (we will finally arranged nex week): enclosed to this you could find transportation drawing showing all transport dimensions and correct weight and the exact loading address you need for the permit application.”.
Eveneens op 1 juni 2007 stuurde [gedaagde] per fax aan AES een uitgebreide, door twee personen geparafeerde en getekende opdracht, met kenmerk “Ordine di Acquisto Numero 870700004 RE.0; Data 01/06/07”, waarop bovenaan iedere pagina staat vermeld:
“Confermiamo l’ordine di quanto sotto, alle condizioni generali riportate a tergo e alle seguenti condizioni particolari.”.
Die opdrachtbevesitiging eindigt met:
“CONDIZIONI GENERALI DI ACQUISTO
Se non diversamente indicate sopra, valgono quelle riportate sul retro del n/ ordine originale. Non sono ammesse correzioni e/o deroghe.”.
Op 2 juni 2007 reageerde AES daarop per e-mail met onder meer het volgende:
“please urgently send us your full order in the English language. We can only work on the basis of your order in English because we cannot read the Italian language.
However, there is one issue that we can read: payment in 60 days. Unfortunately, we cannot accept payment in 60 days. For this first business that we do with each other, we would like to have pre-payment of the full amount, one week before loading at Modena. [..]
We look forward to receiving the order in English and your confirmation of this payment condition.”
[gedaagde] antwoordde per e-mail op 4 juni 2007 met onder meer het volgende:
“We are sorry to inform you that all our orders are only in Italian also because some months ago we changed our informatic system and we have to insert in it English tests yet. In everyway we usually work with suppliers from all Europe using our Italian orders without any problem.
However, to help you, we inform you that in our chronologic program (P1D401272) we sent to you enclosed the order you could find a summary, in English, of what written on our order.
Regarding terms of payment we could arrange, for this work, 30 days from invoice (at the end of the service) but we can’t accept payment in advance (one week before delivery!) because also for us is this the first business that we do with you!”.
Kennelijk is AES op 4 juni 2007 in ’s-Gravenhage op de plaats bestemd voor de aflevering van de transformator gaan kijken. Naar aanleiding daarvan schreef AES op 5 juni 2007 onder meer het volgende aan [gedaagde]:
“please herewith receive our revised quotation and a copy of our General Conditions.
We kindly request you to confirm both.”.
In een bijlage bij die e-mail schrijft AES onder meer:
“We thank you for your enquiry dated 19th April for the transportation and offloading of one 88 mtons transformer at EON Benelux in The Hague and we herewith send you our revised quotation.
We have visited the site on Monday 04 June 2007 and were accompanied by Mr. [..] from EON [..].
Price offer.
- [..]
- offload transformer to foundation and accessories to ground : EURO 10.950 (revised).
Conditions.
- [..]
- our General Conditions apply to all our activities. A copy of these Conditions have been attached to this quotation.”.
[gedaagde] reageerde daarop bij faxbericht van 6 juni 2007 met wederom een uitgebreide, door twee personen geparafeerde en ondertekende opdracht aan AES, thans met kenmerk “Ordine di Acquisto Numero 870700004 REV.1; Data 01/06/07”, wederom met bovenaan iedere pagina:
“Confermiamo l’ordine di quanto sotto, alle condizioni generali riportate a tergo e alle seguenti condizioni particolari.”
en als slot:
“CONDIZIONI GENERALI DI ACQUISTO
Se non diversamente indicate sopra, valgono quelle riportate sul retro del n/ ordine originale. Non sono ammesse correzioni e/o deroghe.”.
Die opdracht vangt aan met de tekst:
“In data 06.06.07. il presente ordine annulla e sostituisce il precedente in rev.0 a causa modifica pagamento e prezzo”
Daarop reageerde AES per e-mail van 7 juni 2007 met onder meer het volgende:
“it would be good if you and I met in Modena some time, to get to know each other in person. [..] we have to meet in person, because now it is too much complicated.
We cannot sign and stamp your order in the Italian language, because we have no idea what is written in the order.
We need your confirmation of our quotation and the conditions. [..] Therefore, please appreciate the fact that we must have your written confirmation of both the quote and the conditions.”
[gedaagde] antwoordde op dezelfde dag met onder meer:
“We agree with you and we accept to meet you in Modena also next week [..] to know each other in person.
We consider you as a serious partner [..] but we have our procedures [..]. That is another reason we never confirm our supplier’s quotation or conditions.”
AES reageerde ook op dezelfde dag met:
“o.k., let me see about the date and I will contact you tomorrow”.
Vervolgens heeft op 15 juni 2007 een bespreking tussen partijen plaatsgevonden op het kantoor van [gedaagde] in Modena. Bij die bespreking heeft [X] namens AES de opdracht van [gedaagde] in de versie van 6 juni 2007 op alle bladzijden geparafeerd.
3.7.3
Naar Nederlands recht worden algemene voorwaarden tussen internationaal handelende zakelijke partijen van toepassing door aanbod en aanvaarding ervan. De rechtbank trekt uit vorenstaande uitwisseling van mededelingen tussen partijen niet de conclusie dat [gedaagde] de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van AES heeft aanvaard. Immers, ondanks de herhaalde verzoeken van AES om met haar algemene voorwaarden in te stemmen heeft [gedaagde] (op 1 en 6 juni 2007) haar algemene voorwaarden van toepassing verklaard en deelde zij (op 7 juni 2007) mede dat zij die van AES niet aanvaardde. Anders dan AES betoogt, is de overeenkomst tussen partijen op het punt van toepasselijke voorwaarden niet perfect geworden op 1 juni 2007 met toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van AES, omdat [gedaagde] op die datum haar opdrachtbevestiging aan AES toezond waarin zij haar eigen algemene voorwaarden van toepassing verklaarde. Door op 15 juni 2007 op het kantoor van [gedaagde] dier opdrachtbevestiging in de versie van 6 juni 2007 te ondertekenen heeft AES bevestigd dat haar algemene voorwaarden niet van toepassing zijn, omdat gesteld noch gebleken is dat die voorwaarden in die opdrachtbevestiging vermeld staan.
De omstandigheid dat ([gedaagde] tevoren al wist dat) AES c.q. haar bestuurder [X] de Italiaanse taal niet machtig is maakt dat niet anders nu AES op haar verzoek om instemming met haar algemene voorwaarden tevoren een afwijzende reactie van [gedaagde] had gekregen.
De door AES aangevoerde omstandigheden dat [gedaagde] haar op 1 juni 2007 heeft verzocht aan te vangen met de uitvoering van de overeenkomst en dat zij al vanaf 2 juni 2007 doende was uitvoering te geven aan de overeenkomst, voeren ook niet tot een ander oordeel, omdat het aanvangen van de uitvoering van de overeenkomst niet uitsluit dat partijen nog onderhandelingen voeren over onderdelen van de overeenkomst. Uit de hiervoor aangehaalde mededelingen tussen partijen blijkt dat partijen in het onderhavige geval ook na 2 juni 2007 nog in onderhandeling waren over de prijs en over toepasselijke voorwaarden.
3.7.4
De rechtbank concludeert daarom dat tussen partijen niet door middel van toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van AES een rechtskeuze voor het Nederlandse recht is gedaan. Zoals gezegd is een andere wijze van keuze voor het Nederlandse recht gesteld noch gebleken.
3.8
Bij gebreke van een rechtskeuze wordt ingevolge artikel 4 lid 1 EVO de overeenkomst beheerst door het recht van het land waarmee zij het nauwst is verbonden. De overeenkomst wordt ingevolge artikel 4 lid 2 EVO vermoed het nauwst verbonden te zijn met het land waar de partij die de kenmerkende prestatie moet verrichten ten tijde van het sluiten van de overeenkomsten haar hoofdbestuur had, tenzij uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de overeenkomst nauwer is verbonden met een ander land (de uitzondering van artikel 4 lid 5 EVO).
AES, die als expediteur de kenmerkende prestatie diende te verrichten, was ten tijde van het sluiten van de overeenkomst gevestigd in Nederland en had daar haar hoofdbestuur.
Nu gesteld noch gebleken is dat de overeenkomst nauwer verbonden is met een ander land, is derhalve Nederlands recht op de overeenkomst van toepassing.
3.9
Uit hetgeen onder 3.7.2 tot en met 3.7.4 is overwogen vloeit voort dat partijen niet op naar Nederlands recht geldige wijze langs de weg van de algemene voorwaarden van AES hebben gekozen voor de bevoegdheid van deze rechtbank.
3.1
Onderzocht dient derhalve nog te worden of partijen op naar Nederlands recht geldige wijze hebben gekozen voor de bevoegdheid van het gerecht te Modena via de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [gedaagde]. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
3.11
Zoals is overwogen onder 3.7.2 en 3.7.3, was op 1 juni 2007 de overeenkomst op het onderwerp van de toepasselijkheid van algemene voorwaarden nog niet perfect en bestond toen en ook nog nadien tussen partijen discussie over de vraag welke set algemene voorwaarden van toepassing zou zijn. Zich blijkens de e-mail correspondentie van 7 juni 2007 bewust van die discussie, heeft de bestuurder van AES [X] op 15 juni 2007 bij een bespreking ten kantore van [gedaagde] de opdrachtbevestiging van [gedaagde] waarin dier algemene voorwaarden van toepassing werden verklaard geparafeerd en getekend. Daarmee heeft ook AES in beginsel gekozen voor de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [gedaagde]. Zodoende is tussen partijen een schriftelijke, of schriftelijk bevestigde overeenkomst tot stand gekomen.
AES voert aan dat bij die bespreking van 15 juni 2007 Engels gesproken werd en dat haar bestuurder niet heeft begrepen dat met de parafering en ondertekening van de opdrachtbevestiging van [gedaagde] ook dier algemene voorwaarden van toepassing werden. Dat verweer baat AES niet, omdat zij eerder had medegedeeld aan [gedaagde] dat zij de Italiaanse taal niet beheerste, waarop [gedaagde] had gereageerd dat zij verlangde dat AES toch de Italiaanse tekst zou aanvaarden. Door vervolgens op 15 juni 2007 zonder enige clausulering de opdrachtbevestiging van [gedaagde] in de versie van 6 juni 2007 te paraferen en ondertekenen heeft AES, zo zij daarmee niet al uitdrukkelijk de daarin opgenomen bepalingen heeft aanvaard, in ieder geval bij [gedaagde] het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat zij die bepalingen aanvaardde. Zodoende is AES aan de bepalingen van de opdrachtbevestiging van [gedaagde] in de versie van 6 juni 2007, mei inbegrip van de verwijzing naar dier algemene voorwaarden gebonden geraakt.
AES voert voorts aan dat blijkens de opmaak van de algemene voorwaarden van [gedaagde] deze veronderstellen dat ze ondertekend worden, maar dat geen van partijen deze heeft ondertekend. Omdat naar Nederlands recht ondertekening van algemene voorwaarden geen voorwaarde voor toepasselijkheid daarvan vormt, kan dat verweer AES niet baten.
De rechtbank concludeert daarom dat de algemene voorwaarden van [gedaagde] van toepassing zin tussen partijen.
Onbetwist heeft [gedaagde] gesteld dat in artikel 15 van de algemene voorwaarden van [gedaagde] een keuze is opgenomen voor de bevoegdheid van het gerecht te Modena. Die forumkeuze geldt daarom tussen partijen.
3.12
Zoals onder 3.4 overwogen is een forumkeuze in beginsel exclusief, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. Gesteld noch gebleken is dat partijen anders zijn overeengekomen. Daarom geldt de keuze van het gerecht in Modena als een exclusieve. Derhalve komt de rechtbank niet meer toe aan de vraag of de Nederlandse rechter rechtsmacht kan ontlenen aan artikel 5, aanhef en sub 1 onder a) en onder b) tweede gedachtestreepje, Brussel I Vo.
3.13
De eindconclusie is dat het gerecht te Modena exclusief bevoegd is, zodat de rechtbank onbevoegd is.
3.14
AES zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
Tegen de gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad is geen verweer gevoerd.
4. De beslissing
De rechtbank,
verklaart zich onbevoegd om van de vordering van AES in de hoofdzaak kennis te nemen;
veroordeelt AES in de aan de zijde van [gedaagde] gevallen procedure, tot en met dit vonnis bepaald op € 922,- aan griffierecht, op nihil aan overige verschotten en op € 894,- aan salaris voor de advocaat;
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.P. Sprenger.
Uitgesproken in het openbaar.
1182/1928