ECLI:NL:RBROT:2009:BH0131

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
322202 / HA RK 09-6
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek van verzoekster tegen de rechtbank Rotterdam niet-ontvankelijk verklaard

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 16 januari 2009, wordt het wrakingsverzoek van verzoekster tegen de rechtbank Rotterdam behandeld. Verzoekster heeft het verzoek ingediend naar aanleiding van haar negatieve ervaringen met de rechtbank in een eerdere procedure. De wrakingskamer heeft het griffiedossier van de betreffende beroepsprocedure, die loopt tegen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bestudeerd. Het verzoek tot wraking is gedaan op 5 januari 2009, voorafgaand aan de zitting die gepland stond op 11 februari 2009.

De rechtbank overweegt dat een wrakingsverzoek slechts ontvankelijk is als het gericht is tegen rechters die betrokken zijn bij een procedure waarin de verzoekster partij is. Aangezien verzoekster geen andere zaken heeft aangedragen waarin zij betrokken is, wordt het verzoek tot wraking van de gehele rechtbank als niet-ontvankelijk verklaard. Dit geldt ook voor het verzoek dat specifiek gericht is tegen de behandelend rechter, omdat de argumenten van verzoekster niet concreet zijn en niet specifiek betrekking hebben op de betrokken rechter.

De rechtbank concludeert dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot wraking. Tevens wordt opgemerkt dat de meervoudige kamer niet bevoegd is om het verzoek tot verwijzing naar een andere rechtbank te behandelen; dit verzoek dient gericht te worden aan de behandelend bestuursrechter. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Uitspraak : 16 januari 2009
Zaaknummer : 322202
Rekestnummer : HA RK 09-6
Beslissing van de meervoudige kamer op het verzoek van:
[naam verzoekster],
wonende te [adres],
verzoekster,
gemachtigde [naam gemachtigde],
strekkende tot wraking van de rechtbank Rotterdam.
1. Het procesverloop en de processtukken
Bij deze rechtbank, sector bestuursrecht, is in behandeling de beroepsprocedure van verzoekster tegen het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, het Hoofd van het Bureau Bestuurlijke Boetes van de Keuringsdienst van Waren te 's-Gravenhage, welke procedure als kenmerk heeft AWB 08/113 BC GVZ GGR2 T2.
Bij brief van 5 januari 2009 verzoekt verzoekster de wraking van de rechtbank.
De wrakingskamer heeft kennis genomen van het griffiedossier van de hierboven omschreven procedure, waarin zich onder meer bevinden de oproepingen van verzoekster en haar gemachtigde, alsmede genoemd Ministerie voor de behandeling van het beroep ter zitting van de rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht op 11 februari 2009. In die oproepingen is aan de procespartijen meegedeeld dat de behandelend rechter is: [naam rechter].
2. Het verzoek
Verzoekster verzoekt de wraking van de rechtbank Rotterdam vanwege - kort samengevat - haar slechte ervaringen met de rechtbank Rotterdam in een procedure, welke enkele jaren geleden bij deze rechtbank is gevoerd. Zij verzoekt een andere rechtbank toe te wijzen, bij voorkeur de rechtbank Almelo, waaronder haar woonplaats ressorteert.
3. De beoordeling
3.1
Ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan een partij wraking verzoeken van elk van de rechters die de zaak behandelen. Het verzoek van verzoekster tot wraking van (alle rechters van) de rechtbank Rotterdam is derhalve slechts ontvankelijk voor zover ieder van deze rechters een zaak behandelen waarin verzoekster procespartij is. Nu door verzoekster hieromtrent niets naders is gesteld, zal de rechtbank ervan uitgaan dat er buiten de in deze beschikking genoemde zaak, waarin verzoekster procespartij is, geen andere zaken bij andere rechters bij deze rechtbank in behandeling zijn. Het verzoek tot wraking van (alle rechters van) de rechtbank Rotterdam is derhalve niet-ontvankelijk voor zover dit verzoek niet is gericht tegen [naam rechter].
3.2
Voor zover het verzoek tot wraking is gericht tegen de behandelend rechter [naam rechter] moet het verzoek eveneens niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat het wrakingsverzoek niet is gebaseerd op concrete, op de betrokken rechter toegespitste argumenten. Immers, hetgeen verzoekster aanvoert ter onderbouwing van haar verzoek hebben alle betrekking op een niet nader gespecificeerde, in het verleden bij deze rechtbank gevoerde procedure.
3.3
Verzoekster is derhalve niet-ontvankelijk in haar wrakingsverzoek.
3.4
Ten overvloede overweegt de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken dat zij niet bevoegd is kennis te nemen van het verzoek van verzoekster tot verwijzing van de hiervoor omschreven bestuursrechtelijke procedure naar een andere rechtbank. Dit verzoek dient zij te richten aan de behandelend bestuursrechter.
4. De beslissing
Verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beslissing is gegeven op 16 januari 2009 door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter, mr. L.A.C. van Nifterick en mr. H. van Lokven-van der Meer, rechters.
Deze beslissing is door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.