ECLI:NL:RBROT:2008:BH3185
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.W. Vogels
- Rechtspraak.nl
Ontslag van de bewindvoerder in schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende taakvervulling
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 december 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder in het kader van de schuldsaneringsregeling van de schuldenares. De schuldenares was eerder failliet verklaard en had op 28 juni 2006 de schuldsaneringsregeling toegewezen gekregen, waarbij de bewindvoerder was aangesteld. De rechter-commissaris, mr. I.C. Prenger-de Kwant, heeft op 19 september 2008 een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder ingediend, omdat deze zich onvoldoende van zijn wettelijke taken had gekweten. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 december 2008 is gebleken dat de bewindvoerder niet had gereageerd op meerdere verzoeken van de rechter-commissaris om inkomensgegevens van de schuldenares te overleggen, ondanks herhaalde verzoeken op 10 november 2006, 9 augustus 2007 en 17 maart 2008.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewindvoerder, ondanks het ontbreken van inkomen, geen adequate financiële verslaglegging heeft verzorgd en onvoldoende contact heeft onderhouden met de schuldenares. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende vertrouwen bestaat in de capaciteiten van de bewindvoerder om de financiële zaken van de schuldenares op een juiste manier af te handelen. Gezien de belangen van de schuldenares en haar schuldeisers heeft de rechtbank besloten de voordracht van de rechter-commissaris te honoreren en de bewindvoerder te ontslaan. Tevens is er een opvolgend bewindvoerder benoemd, die de taken van de bewindvoerder zal overnemen. De rechtbank heeft de bewindvoerder opgedragen rekening en verantwoording af te leggen aan de nieuwe bewindvoerder, conform artikel 319, tweede lid van de Faillissementswet.