ECLI:NL:RBROT:2008:BG7204
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.S. van Nijen
- T.J. Veth
- Rechtspraak.nl
Homologatie van een akkoord in faillissement en de beoordeling van de weigeringsgronden
In deze zaak gaat het om de homologatie van een akkoord dat door de gefailleerde is aangeboden aan zijn schuldeisers. De rechtbank Rotterdam heeft op 2 december 2008 uitspraak gedaan in het faillissement van de gefailleerde, met insolventienummer 07/683 F. De gefailleerde had op 7 november 2008 een akkoord aangeboden, waarbij hij zijn schuldeisers 25% van hun vorderingen zou voldoen, tegen finale kwijting van het restant. De rechter-commissaris had dit akkoord ten onrechte als aangenomen beschouwd, omdat niet voldaan was aan de vereisten van artikel 145 van de Faillissementswet (Fw). De rechtbank oordeelt dat de vraag niet is of het akkoord als aangenomen moet worden beschouwd, maar of er gronden zijn om de homologatie te weigeren.
De rechtbank stelt vast dat de belangen van de aan het akkoord gebonden schuldeisers niet worden geschaad door het akkoord. Artikel 153 Fw biedt de rechtbank de mogelijkheid om homologatie te weigeren indien de belangen van de schuldeisers in het geding zijn. De rechtbank concludeert dat er geen van de in artikel 153 lid 2 Fw genoemde gronden aanwezig zijn die een weigering van homologatie rechtvaardigen. De rechtbank wijst erop dat de gefailleerde en de curator van mening zijn dat het akkoord als een vaststaand gegeven moet worden beschouwd, en dat de rechter-commissaris niet kan terugkomen op zijn eerdere constatering dat het akkoord is aangenomen.
De rechtbank besluit tot homologatie van het akkoord, omdat de meerderheid van de schuldeisers zich achter het akkoord heeft geschaard. De rechtbank stelt ook het salaris van de curator vast en brengt dit ten laste van de gefailleerde. De beschikking is gegeven door mr. S.S. van Nijen, rechter, en in aanwezigheid van mr. T.J. Veth, griffier, ter openbare terechtzitting van 2 december 2008.