ECLI:NL:RBROT:2008:BG2537
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident inzake de verdeling van een chalet in Zwitserland
In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Rotterdam, betreft het een bevoegdheidsincident in het kader van de verdeling van een chalet gelegen in Zwitserland. De eisers, kinderen van de overleden ouders, hebben een vordering ingesteld tot verdeling van het chalet. De gedaagden, eveneens kinderen van de ouders, hebben een exceptie van onbevoegdheid opgeworpen, stellende dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft, maar dat de gerechten in Zwitserland bevoegd zijn. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de vordering in de hoofdzaak geen betrekking heeft op zakelijke rechten op onroerend goed, zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub a van het EVEX-verdrag. De rechtbank oordeelt dat de vordering van eisers voortvloeit uit een persoonlijk recht dat zij hebben op het chalet, en dat de Nederlandse rechter derhalve rechtsmacht heeft. De exceptie van onbevoegdheid wordt verworpen, en de zaak wordt verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak aan de zijde van gedaagden. Gedaagden worden veroordeeld in de kosten van de procedure in het incident, die zijn vastgesteld op nihil aan verschotten en € 452,00 aan salaris voor de advocaat van eisers. De hoofdzaak zal worden behandeld op de zitting van 5 november 2008.