ECLI:NL:RBROT:2008:BD8725
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Klaveren
- A. Trotman
- M. Benaissa
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie wegens schending van de behoorlijke procesorde
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 juli 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder verduistering en oplichting. De zaak kwam voor de rechtbank naar aanleiding van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, die door de officier van justitie was ingediend. Tijdens de zitting op 14 juli 2008 bleek dat de officier van justitie een tweede dagvaarding had uitgebracht, wat leidde tot verwarring en een schending van de procesorde. De rechtbank constateerde dat de verdachte zich geconfronteerd zag met twee dagvaardingen, wat in strijd was met de beginselen van een behoorlijke procesorde. De raadsman van de verdachte maakte bezwaar tegen deze gang van zaken en stelde dat de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard moest worden in de vervolging. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de verdachte door het handelen van de officier van justitie ernstig waren geschaad. De rechtbank besloot de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging, waarbij de voorlopige hechtenis van de verdachte werd opgeheven. Dit vonnis benadrukt het belang van een zorgvuldige procesvoering en de bescherming van de rechten van de verdachte.