ECLI:NL:RBROT:2008:BD4118
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in geschil tussen Belgische en Nederlandse partijen met betrekking tot een forumkeuzebeding
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, is een incidentele conclusie ingediend door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Serdijn Ship Repair B.V. (hierna: Serdijn), die zich voorwaardelijk onbevoegd verklaard wilde zien om kennis te nemen van de vordering van KSD-Mechanical Services On Site N.V. (hierna: MSOS). De vordering van MSOS betreft een betaling van € 45.997,50 voor werkzaamheden die in 2005 zijn verricht aan boord van het motorschip MSC Samantha. Serdijn betwistte de bevoegdheid van de rechtbank op basis van een forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden van MSOS, waarin werd gesteld dat geschillen uitsluitend door de rechtbanken van Antwerpen behandeld moesten worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Serdijn haar woonplaats in Rotterdam heeft, waardoor de rechtbank op grond van artikel 2 van de EEX-Vo bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De rechtbank heeft de voorwaardelijke incidentele vordering van Serdijn afgewezen, omdat de rechtbank van Antwerpen zich eerder onbevoegd had verklaard, maar deze beslissing door de Nederlandse rechter wordt erkend. De rechtbank heeft Serdijn in de proceskosten veroordeeld en de zaak naar de rol verwezen voor conclusie van antwoord aan de zijde van Serdijn.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de EEX-Vo en de voorwaarden waaronder een forumkeuzebeding kan worden ingeroepen. De rechtbank heeft de vordering van Serdijn afgewezen en de zaak verder behandeld, waarbij de proceskosten zijn vastgesteld op nihil aan vast recht en € 894,- aan salaris voor de procureur van MSOS.