ECLI:NL:RBROT:2008:BD4110
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.N. van Zelm van Eldik
- M.A. van de Laarschot
- L. de Loor-Alwin
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling bijdrage in avarij-grosse; beroep op verjaring; toepasselijk recht
In deze zaak vordert Skyward Maritime Inc. betaling van een bijdrage in avarij-grosse van de gedaagde, een besloten vennootschap gevestigd in Rotterdam. De vordering is gebaseerd op een incident dat plaatsvond op 5 januari 1999, toen het schip 'Devo' in zwaar weer terechtkwam en schade opliep. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in het griffiedossier en het procesverloop. De zaak is oorspronkelijk behandeld door een enkelvoudige kamer, maar is doorverwezen naar een meervoudige kamer voor verdere beoordeling.
Skyward stelt dat de gedaagde, als ladingbelanghebbende, een bijdrage van USD 32.374,55 verschuldigd is, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde betwist de vordering en voert aan dat deze is verjaard. De rechtbank overweegt dat de voorwaarden van de cognossementen van toepassing zijn, waarin is bepaald dat avarij-grosse wordt geregeld door de York-Antwerp Rules 1974. Er is echter geen expliciete regeling voor verjaring of verval van de vordering in deze regels.
De rechtbank concludeert dat het aanvullend toepasselijk nationaal recht van toepassing is, en dat dit recht Turkse wetgeving is, gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de vraag of de vordering naar Turks recht is verjaard. Tevens is er ruimte voor partijen om een processuele rechtskeuze te maken voor Nederlands recht. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en verwijst de zaak naar de rol van 25 juni 2008 voor een akte van de gedaagde.