ECLI:NL:RBROT:2008:BC9782
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor vermissing van rijplaten door de gemeente
In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 maart 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen Aannemersbedrijf Wallaard Noordeloos B.V. en de Gemeente Rotterdam. Wallaard, de eiser, stelde de Gemeente aansprakelijk voor de vermissing van rijplaten die door de Gemeente zonder overleg waren verplaatst. De rechtbank heeft vastgesteld dat Wallaard in opdracht van de Gemeente werkzaamheden uitvoerde en dat de rijplaten noodzakelijk waren voor de uitvoering van deze werkzaamheden. Wallaard vorderde een schadevergoeding van € 13.515,-, maar de Gemeente verweerde zich met een beroep op een exoneratiebeding in de algemene voorwaarden en stelde dat zij niet aansprakelijk was voor de vermissing van de rijplaten.
De rechtbank oordeelde dat de Gemeente zich terecht op het exoneratiebeding kon beroepen. De bepalingen in de Uniforme Administratieve Voorwaarden (U.A.V.) gaven aan dat schade aan hulpmiddelen voor rekening van de aannemer was, tenzij er sprake was van buitengewone omstandigheden. De rechtbank concludeerde dat de Gemeente niet onzorgvuldig had gehandeld door de rijplaten te verplaatsen, aangezien dit noodzakelijk was voor de voortgang van de werkzaamheden en Wallaard op de hoogte had moeten zijn van de risico's van diefstal en vermissing.
Uiteindelijk wees de rechtbank de vordering van Wallaard af en veroordeelde haar in de proceskosten van de Gemeente. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van aannemers in relatie tot de zorg voor hun materialen en de mogelijkheden voor exoneratie door opdrachtgevers.