ECLI:NL:RBROT:2008:BC8329
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- S.W. Kuip
- A.J.P. van Essen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechters in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 1 april 2008 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoekster, die preventief gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting voor Vrouwen te Breda. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de rechters die betrokken waren bij haar strafzaak. Verzoekster voerde aan dat de rechters vooringenomen waren omdat zij weigerden de resultaten van een onderzoek van de rijksrecherche aan het strafdossier toe te voegen. Dit onderzoek betrof de handelingen van politiefunctionarissen in de nacht van 15 op 16 juni 2007, waarin een moordzaak was ontstaan. De verdediging stelde dat het toevoegen van deze resultaten cruciaal was voor een volledige en eerlijke verdediging.
Tijdens de zitting op 18 maart 2008 werd het wrakingsverzoek behandeld. De rechters hadden eerder, op 27 september 2007, al een verzoek om toevoeging van het rijksrecherche-onderzoek afgewezen. De verdediging stelde dat er sindsdien nieuwe omstandigheden waren ontstaan, waaronder het feit dat vier politieagenten als verdachten waren aangemerkt. De rechters bleven echter bij hun eerdere beslissing en gaven aan dat er geen nieuwe argumenten waren die tot heroverweging nopen.
De wrakingskamer oordeelde dat de volharding van de rechters in hun beslissing om de onderzoeksresultaten niet toe te voegen, geen zwaarwegende aanwijzing opleverde voor de vrees van verzoekster dat de rechters vooringenomen waren. De wrakingskamer benadrukte dat het niet aan hen was om de juistheid van de beslissing van de strafkamer te beoordelen, maar dat de beslissing niet onbegrijpelijk was en geen schijn van vooringenomenheid opriep. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard.