Zaak-/rolnummer: 274364 / HA ZA 06-3400
Uitspraak: 13 februari 2008
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de besloten vennootschap
H.P. BEHEER B.V.,
gevestigd te Willemstad, gemeente Moerdijk,
eiseres,
procureur mr. O.R. van Hardenbroek van Ammerstol,
advocaat mr. J.A. Visser te Dordrecht,
[gedaagde],
wonende te Els Poblets, Spanje,
gedaagde,
procureur mr. J.P.M. Borsboom,
advocaat mr. N.A. van Vuuren te Barendrecht.
Partijen worden hierna aangeduid als "HP" respectievelijk "[gedaagde]".
1. Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 20 september 2006 en de door HP overgelegde producties;
- conclusie van antwoord, met producties;
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 28 februari 2007, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 12 april 2007;
- de ter gelegenheid van de comparitie van partijen door HP overgelegde
producties.
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast.
2.1 [gedaagde] was houder van alle aandelen in het geplaatste kapitaal van de besloten vennootschap Transportonderneming [bedrijf B.V.] en de besloten vennootschap [bedrijf II B.V.] (hierna tezamen: de vennootschappen).
2.2 Naar aanleiding van een gesprek tussen partijen op 16 juni 2005 over een overname van alle aandelen in de vennootschappen door HP, heeft HP op 9 juli 2005 aan [gedaagde] een brief met de basispunten van de te sluiten overeenkomst gestuurd.
2.3 Door of namens HP is vervolgens een concept koopovereenkomst opgesteld met in de koptekst de vermelding “concept versie 20 juli 2005”. Dit stuk (hierna: de overeenkomst) is op 27 juli 2005 door beide partijen bij [gedaagde] thuis in Spanje geparafeerd en ondertekend.
2.4 In de overeenkomst is onder meer vastgelegd dat [gedaagde] onmiddellijk na de levering van de aandelen in Transportonderneming [bedrijf B.V.] (hierna: de aandelen [bedrijf B.V.]) aan HP (hierna: transactie I) alle aandelen in het geplaatste en gestorte kapitaal van [bedrijf II B.V.] (hierna: de aandelen [bedrijf II B.V.]) zal leveren aan Transportonderneming [bedrijf B.V.] (hierna: transactie II).
2.5 In de overeenkomst is de koopprijs van de aandelen [bedrijf B.V.] bepaald op € 136.135,- en de koopprijs van de aandelen [bedrijf II B.V.] bepaald op € 1,-.
2.6 De niet door partijen geparafeerde pagina 11 van de overeenkomst vermeldt een aantal bijlagen, waaronder als bijlage 1 A en 1 B respectievelijk een “balans per … [bedrijf B.V.]” en een “balans per … [bedrijf II B.V.]”.
2.7 Bij de ondertekening zijn geen bijlagen aan de overeenkomst gehecht.
2.8 In artikel 3 van de overeenkomst zijn een aantal ten aanzien van de vennootschappen (daarin tezamen gedefinieerd als de Verkochte Vennootschap) door [gedaagde] gegeven garanties opgenomen. De onder 3.3 opgenomen garantie luidt, voor zover van belang:
“Verkoper garandeert koper dat op de datum van de overdrachtsbalans zijnde …. 2005 (hierna te noemen: de Overdrachtsbalans) welke balans is gehecht aan deze overeenkomst als bijlage 1 A (balans [bedrijf B.V.]) en bijlage 1 [bedrijf II B.V.]B.V.]), de hierna opgesomde garanties ieder afzonderlijk juist en volledig zijn. Indien de werkelijke toestand van het gegarandeerde niet overeenkomt met de verklaringen, garanties of vrijwaringen als opgenomen in deze overeenkomst, is er sprake van een inbreuk. (…)”
2.9 Artikel 3.8 van de overeenkomst luidt, voor zover van belang:
“Verkoper garandeert Koper ten aanzien van de balans en staat er onvoorwaardelijk voor in dat:
a. de Overdrachtsbalans de grootte en de samenstelling van het vermogen van de Verkochte Vennootschap getrouw weergeeft. De Verkochte Vennootschap had op de datum van de Overnamebalans geen andere verplichtingen uit welken hoofde dan ook, dan uit genoemde balans blijkt,”
2.10 De aandelen [bedrijf B.V.] zijn bij notariële akte van 29 juli 2005 aan HP geleverd. Bij notariële akte van diezelfde datum zijn de aandelen [bedrijf II B.V.] aan [bedrijf B.V.] geleverd.
De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor recht te verklaren dat [gedaagde] aansprakelijk is jegens HP respectievelijk Transportonderneming [bedrijf B.V.] uit hoofde van inbreuken op de door hem bij transactie I en transactie II gegeven garanties, en [gedaagde] te veroordelen om aan HP te betalen een bedrag van € 100.000,- met rente, alsmede voor recht te verklaren dat HP gerechtigd is de op het moment van tenuitvoerlegging van het vonnis nog resterende termijnen van de koopsom met betrekking tot de transactie tussen HP en [gedaagde] te verrekenen met voormeld bedrag, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft HP aan de vordering, verkort weergegeven, de volgende stellingen ten grondslag gelegd.
3.1 [gedaagde] heeft de volgende in overeenkomst I en in overeenkomst II door hem aan HP gegeven garanties geschonden:
a) garantie 3.5 sub c: er was namelijk een faillissementsverzoek ingediend voor beide vennootschappen;
b) garantie 3.5 sub d: [bedrijf B.V.] bleek zekerheden te hebben verstrekt op het wagenpark;
c) garantie 3.8 sub a: de overdrachtsbalans bevat posten die onjuist zijn;
d) garantie 3.8 sub b: in de boekhouding waren niet alle verplichtingen van de vennootschappen opgenomen;
e) garantie 3.9: de vennootschappen hadden niet volledig de afdracht uit hoofde van de sociale wetgeving verricht;
f) garantie 3.11: [bedrijf B.V.] bleek een niet in de boeken vermelde overeenkomst van geldlening te zijn aangegaan;
g) garantie 3.18: in de boekhouding stond niet vermeld dat afgerekend diende te worden met ontslagen werknemers;
h) garantie 3.20: er was sprake van een niet bekend gemaakte backservice-verplichting.
3.2 De inbreuken op de garanties belopen een totaalbedrag van € 337.117,-. De vordering van HP op [gedaagde] is echter in de overeenkomst voor beide transacties tezamen beperkt tot een bedrag van € 100.000,-.
3.3 [gedaagde] heeft te kennen gegeven niet bereid te zijn voormeld bedrag aan HP te betalen, zodat HP recht en belang heeft betaling daarvan in rechte te vorderen.
3.4 HP heeft van [bedrijf II B.V.] last en volmacht gekregen om haar vordering op [gedaagde] met betrekking tot overeenkomst II te incasseren.
3.5 HP beroept zich op opschorting van haar betalingsverplichtingen jegens [gedaagde] en op verrekening met hetgeen [gedaagde] haar verschuldigd is.
Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van HP in de kosten van het geding.
[gedaagde] heeft daartoe, verkort weergegeven, het volgende aangevoerd.
4.1 [gedaagde] heeft de juistheid van de balansen per 30 juni 2005 van Transport-onderneming [bedrijf B.V.] en van [bedrijf II B.V.] (hierna tezamen: de vennootschappen) niet gegarandeerd.
4.2 [gedaagde] heeft de door hem aan HP gegeven garanties niet geschonden.
4.3 De accountant van HP, Berk, heeft de balansen van de vennootschappen per 30 juni 2005 opgesteld. [gedaagde] draagt geen verantwoordelijkheid voor de juistheid van de door Berk opgestelde cijfers.
4.4 De statutair directeur van HP, de heer Vos (hierna: Vos), was er uit hoofde van zijn bemiddelende rol bij de eerder voorgenomen verkoop van de activa/passiva dan wel aandelen van de vennootschappen aan een andere kandidaat volledig van op de hoogte dat de financiële situatie van de vennootschappen niet rooskleurig was. HP kan zich in redelijkheid niet beroepen op de beweerde schendingen van de garanties, nu zij aldus volledig op de hoogte was althans had kunnen zijn van de financiële positie van de vennootschappen en bovendien heeft nagelaten een due diligence onderzoek te doen uitvoeren.
4.5 Subsidiair is sprake van eigen schuld van HP.
4.6 Een eventuele schadevergoeding dient te worden gematigd, omdat toekenning van een volledige schadevergoeding tot vergaande financiële en persoonlijke gevolgen zal leiden voor [gedaagde].
4.7 HP maakt ten onrechte aanspraak op wettelijke rente ex artikel 6:119a BW, nu sprake is van een schadevergoedingsvordering.
4.8 Voor verrekening of opschorting is geen plaats, aangezien HP geen vordering heeft op [gedaagde].
5.1 Ter comparitie van partijen is komen vast te staan dat de vordering van HP enkel is gegrond op de gestelde schending van de volgens HP gegeven balansgaranties en dat HP geen afzonderlijke consequenties verbindt aan de tevens gestelde schendingen van garanties die niet in de balansen van de vennootschappen tot uitdrukking komen. De gestelde schendingen van door [gedaagde] gegeven garanties vermeld onder 3.1 (a) en (b) blijven daarom buiten beschouwing.
5.2 Kern van het geschil is of [gedaagde] de juistheid van de in het geding gebrachte balansen van de vennootschappen per 30 juni 2005 in de overeenkomst aan HP heeft gegarandeerd als overdrachtsbalansen.
5.3 Bij de beoordeling geldt als uitgangspunt dat de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld, niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers volgens vaste jurisprudentie aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
5.4 Uit de overeenkomst zelf kan niet worden afgeleid dat [gedaagde] de juistheid van de balansen van de vennootschappen per 30 juni 2005 aan HP heeft gegarandeerd.
De hiervoor onder 2.8 weergegeven bepalingen van artikel 3.3 en artikel 3.8 vermelden wel dat [gedaagde] ten aanzien van beide verkochte vennootschappen (onder meer) de juistheid van de aan te hechten overdrachtsbalansen per de datum daarvan garandeert. De datum van die overdrachtsbalans is echter niet ingevuld en aan de overeenkomst zijn, anders dan daarin is vermeld, ook geen overdrachtsbalansen als bijlagen gehecht.
5.4 Vaststaat dat voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst op 16 juni 2005 één bespreking over de transactie tussen partijen heeft plaatsgevonden. In die bespreking is, naar de rechtbank begrijpt, een mondeling principeakkoord tussen partijen gesloten. De door Vos namens HP op 9 juli 2007 aan [gedaagde] gezonden brief (productie 7 CvA) waarin de hoofdpunten van de overeenkomst zijn neergelegd, vermeldt nog geen balansgarantie en maakt evenmin melding van overdrachtsbalansen.
5.5 HP heeft ter comparitie van partijen bij monde van Vos gesteld dat in voornoemde bespreking tussen partijen niet inhoudelijk over de overdrachtsbalansen is gesproken, maar dat HP wel vóórafgaand aan het tekenen van de overeenkomst de balansen van de vennootschappen per 30 juni 2005 aan [gedaagde] heeft doen toekomen.
Met HP kan worden geoordeeld dat HP in dat geval, bij gebreke van een afwijzende reactie van [gedaagde], redelijkerwijs mocht verwachten dat [gedaagde] de juistheid van deze balansen garandeerde in de genoemde bepalingen van de overeenkomst. Vaststaat immers dat in het kader van de overname geen andere (concept)balansen van de vennootschappen tussen partijen zijn uitgewisseld. HP heeft niet weersproken dat [gedaagde] het concept van de overeenkomst vanwege grote haast aan de kant van HP snel heeft getekend en dat hij dyslectisch is, maar deze omstandigheden blijven in dat geval voor rekening van [gedaagde]. Nu [gedaagde] gemotiveerd heeft betwist dat hij de balansen per 30 juni 2005 vóór de ondertekening van de overeenkomst heeft ontvangen en de juistheid van deze stelling van HP niet uit de gedingstukken blijkt, zal HP, op wie de bewijslast ter zake rust, in de gelegenheid worden gesteld deze stelling te bewijzen.
5.6 Nu geen andere aan de totstandkoming van de overeenkomst ontleende of andere voldoende specifieke en concrete feiten en omstandigheden zijn gesteld of gebleken die, naar de hiervoor vermelde maatstaf, tot de conclusie leiden dat [gedaagde] in de genoemde bepalingen van de overeenkomst de balansen per 30 juni 2005 aan HP heeft gegarandeerd, moet de vordering worden afgewezen indien HP niet in het bewijs slaagt. Indien HP slaagt in het bewijs, staat vast dat [gedaagde] de gestelde balansgaranties heeft verstrekt. In dat geval komt de rechtbank toe aan de beoordeling van de gestelde schendingen van deze garantie en het ter zake door [gedaagde] gevoerde verweer.
5.7 In afwachting van de bewijslevering houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.
alvorens verder te beslissen,
draagt HP op het bewijs dat de overdrachtsbalans van 30 juni 2005 vóór het sluiten van de overeenkomst op 27 juli 2005 door [gedaagde] is ontvangen;
bepaalt dat indien HP dit bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, deze zullen worden gehoord in het gebouw van deze rechtbank voor een nader aan te duiden rechter;
bepaalt dat de procureur van HP binnen twee weken na vonnisdatum aan de rechtbank - sector civiel recht, afdeling planningsadministratie, kamer E 12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam - opgave moet doen van de voor te brengen getuigen en de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in de maanden juni, juli en augustus 2008 en dat de procureur van [gedaagde] binnen dezelfde periode opgave moet doen van de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in dezelfde periode, waarna dag en uur van de verhoren zullen worden bepaald;
bepaalt dat het aan de hand van de opgaven vastgestelde tijdstip, behoudens dringende redenen, niet zal worden gewijzigd.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom.
Uitgesproken in het openbaar.
1182/1554