ECLI:NL:RBROT:2008:BC6234
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige beslaglegging door de Belastingdienst op een auto in het kader van een nalatenschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 februari 2008 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiseres, een Belgische vrouw, en de Belastingdienst. Eiseres stelt dat de Belastingdienst onrechtmatig heeft gehandeld door beslag te leggen op een auto die deel uitmaakte van de nalatenschap van haar overleden echtgenoot. De auto, een Chevrolet Corvette Cabrio, was op naam van de echtgenoot, die in maart 2003 overleed. Eiseres claimt dat zij vruchtgebruikster is van de auto en dat de beslaglegging en daaropvolgende verkoop door de Belastingdienst inbreuk maken op haar rechten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de auto eigendom was van de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de juridische positie van eiseres ten opzichte van de nalatenschap. De rechtbank heeft eiseres de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren van haar rechten op de nalatenschap en de auto. De Belastingdienst heeft betwist dat eiseres gerechtigd is tot de auto en heeft aangevoerd dat de auto niet meer deel uitmaakte van de nalatenschap ten tijde van de beslaglegging.
De rechtbank heeft de zaak aangehouden om eiseres in staat te stellen bewijs te leveren van haar claims. De beslissing van de rechtbank houdt in dat eiseres moet aantonen dat zij gerechtigd is tot de nalatenschap en dat de auto ten tijde van de beslaglegging nog deel uitmaakte van die nalatenschap. De rechtbank heeft ook de procedure voor het horen van getuigen vastgesteld, waarbij de procureur van eiseres binnen vier weken na de uitspraak de verhinderdata moet opgeven voor de getuigenverhoren.