ECLI:NL:RBROT:2008:BC6139
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding na overlijden door asbestblootstelling en de directe actie tegen de verzekeraar
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 januari 2008 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarin [eiseres] schadevergoeding vorderde van Allianz Nederland Schadeverzekeringen NV. De vordering was gebaseerd op de stelling dat Allianz, als aansprakelijkheidsverzekeraar van de werkgevers van haar overleden echtgenoot [X], verwijtbaar tekortgeschoten was in de zorgplicht, wat leidde tot de diagnose longkanker en uiteindelijk het overlijden van [X] op 19 augustus 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiseres] niet-ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat zij niet tijdig de verzekerden, Wilton Fijenoord en Rotterdam United, in het geding heeft betrokken, zoals vereist volgens artikel 7:954 BW. De rechtbank oordeelde dat de bevoegdheid om een directe actie in te stellen tegen de verzekeraar alleen bestaat indien de benadeelde ervoor zorgt dat de verzekerde tijdig in het geding wordt geroepen. In dit geval was enkel Rotterdam United in de procedure betrokken, terwijl Wilton Fijenoord niet was opgeroepen. De rechtbank concludeerde dat [eiseres] niet voldoende gelegenheid had gehad om de verzekerden in het geding te roepen, ondanks dat zij na het verweer van Allianz niet adequaat had gereageerd. Hierdoor werd [eiseres] niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen en werd zij veroordeeld in de proceskosten van Allianz, die op dat moment waren begroot op € 1.152,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige oproeping van verzekerden in directe acties tegen verzekeraars.