ECLI:NL:RBROT:2008:BC6113

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
FT 08/180
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in faillissementszaak met betrekking tot moratorium

Op 3 maart 2008 heeft verzoekster een verzoek ingediend tot het instellen van een moratorium op basis van artikel 287b van de Faillissementswet. Dit verzoek werd ondersteund door Y., een schuldhulpverlener van PLANgroep Maassluis. Tijdens de zitting was verzoekster aanwezig, terwijl mw. Z. van de Stichting Maasdelta Groep als schuldeiser optrad. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belangen van verzoekster zwaarder wegen dan die van de Stichting, vooral gezien de verwachting dat de problemen met de uitkering van verzoekster op korte termijn opgelost kunnen worden. Verzoekster is verplicht om zich onder budgetbeheer te laten stellen bij Stichting de Rotonde, wat haar in staat zal stellen om haar huurtermijnen tijdig te betalen. De rechtbank heeft daarom besloten om de tenuitvoerlegging van het vonnis tot ontruiming van de woning op te schorten en de huurovereenkomst te verlengen voor de duur van de voorlopige voorziening. Tevens is bepaald dat PLANgroep uiterlijk twee weken voor het aflopen van de voorziening verslag moet uitbrengen over de voortgang van de schuldregeling. De rechtbank heeft de voorlopige voorziening toegewezen voor de duur van twee maanden, zodat verzoekster de gelegenheid krijgt om haar financiën op orde te krijgen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Rekestnummer: FT 08/180
Vonnis van 4 maart 2008
in de zaak van
X
wonende te X,
verzoekster.
Op 3 maart 2008 is door verzoekster een verzoek ingediend tot het instellen van een moratorium als bedoeld in artikel 287b Faillissementswet (hierna: de wet).
Y. , schuldhulpverlener PLANgroep Maassluis, heeft namens verzoekster een schriftelijke toelichting op het verzoek verstrekt.
Verzoekster is ter terechtzitting verschenen.
Namens de schuldeiser, Stichting Maasdelta Groep (verder: de Stichting), is verschenen mw. Z. van gerechtsdeurwaarderskantoor Maas-Delta Deurwaarders.
1. Het verzoek
De gevraagde voorziening houdt in het van toepassing verklaren van artikel 305 van de wet.
Verzoekster heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat zij poogt een minnelijke schuldregeling met haar schuldeisers overeen te komen. De gevraagde voorziening is volgens verzoekster noodzakelijk om een stabiele situatie te behouden zodat een minnelijke regeling kans van slagen heeft.
Verzoekster voert aan dat zij niet in staat was haar maandelijkse huurtermijnen te voldoen omdat haar WWB-uitkering was stopgezet. De reden hiervan was dat zij haar maandelijkse inlichtingenformulieren niet inleverde bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Verzoekster heeft daardoor vanaf augustus 2007 tot en met heden geleefd van circa € 300,00 eigen inkomsten uit arbeid (vermeerderd met de haar toegekende toeslagen) per maand. Als reden voor het niet inleveren van haar inlichtingenformulieren geeft verzoekster aan dat zij niet de beschikking had over haar loonstroken. Eerst nu heeft ze deze loonstroken opgevraagd en ingeleverd bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voornoemde dienst zal nu bezien of de uitkering weer kan worden geactiveerd. Volgens de schuldhulpverlener, zal de uitkering alsnog met terugwerkende kracht uitgekeerd worden. De schuldhulpverlener geeft tevens aan dat verzoekster in het minnelijke traject verplicht zal worden zich onder budgetbeheer te laten stellen bij Stichting de Rotonde.
rekestnummer: FT 08.80
2. Het verweer
De Stichting verzet zich tegen het verzoek en heeft daartoe aangevoerd dat vanaf juni 2007 geen huur wordt betaald zodat de huurachterstand thans € 2.530,00 bedraagt. Er is volgens de Stichting geen enkele garantie dat de komende maanden de huur zal worden voldaan. De Stichting wenst in elk geval een garantie dat de komende maandtermijnen zullen worden betaald. De Stichting voert verder aan dat verzoekster geen enkele maal heeft gereageerd op talrijke brieven, alsmede het betalingsvoorstel van de zijde van de Stichting. Wel is er onlangs een bedrag van € 420,00 betaald.
3. De beoordeling
De rechtbank stelt allereerst vast dat er sprake is van een bedreigende situatie als bedoeld in het tweede lid van artikel 287b van de wet, nu de ontruiming op 15 februari 2008 is aangezegd tegen 5 maart 2008.
Wat de beoordeling van het verzoek betreft, bevat artikel 287b van de wet geen criterium op grond waarvan kan worden beslist of de voorlopige voorziening dient te worden toegewezen dan wel afgewezen. De rechtbank zoekt derhalve aansluiting bij de voorziening zoals genoemd in artikel 287, vierde lid, van de wet waarbij een afweging dient plaats te vinden tussen het belang van verzoekster enerzijds en de schuldeiser anderzijds.
Het belang van verzoekster is om vanuit een stabiele situatie te kunnen werken aan een oplossing voor haar schulden. Verzoekster heeft zich reeds aangemeld bij een schuldhulpverlenende instelling die zal trachten haar schulden, in een minnelijke traject, te saneren. Een ontruiming zal dit traject kunnen doorkruisen en de poging om een oplossing voor haar schuldenlast te vinden kunnen frustreren.
Het belang van de Stichting is gelegen in een gegarandeerde betaling van de maandelijkse huurtermijnen van de onderhavige woning.
De rechtbank is gelet op alle omstandigheden van het geval van oordeel dat de belangen van verzoekster thans zwaarder moeten wegen dan het belang van de Stichting.
De verwachting bestaat dat het probleem met de uitkering van verzoekster op korte termijn wordt opgelost. Daarnaast zal verzoekster in het minnelijke traject verplicht worden zich onder budgetbeheer te laten stellen bij de Stichting de Rotonde. Als aan deze voorwaarden is voldaan, zullen de maandelijkse huurtermijnen door verzoekster op tijd kunnen worden betaald. De rechtbank ziet dan ook aanleiding de navolgende voorziening te treffen.
De voorlopige voorziening, inhoudende de van toepassing verklaring van artikel 305 van de wet, zal worden toegewezen voor de duur van twee maanden. Verzoekster wordt geacht binnen deze twee maanden haar financiën, te weten haar uitkering en het budgetbeheer, op orde te krijgen.
rekestnummer: FT 08.80
4. Beslissing
De rechtbank:
1. schort de tenuitvoerlegging op van het op 15 januari 2008 op verzoek van de
Stichting uitgesproken vonnis tot ontruiming van de woning aan de A te B voor de duur van deze voorziening en verlengt de huurovereenkomst zoals deze tussen partijen bestaat of bestond voor de duur van deze voorziening;
2. bepaalt dat de genoemde voorziening geldt voor de duur van twee maanden;
3. bepaalt dat PLANgroep , die namens verzoekster de buitengerechtelijke
schuldregeling uitvoert, uiterlijk twee weken vóór het aflopen van de getroffen voorziening verslag uitbrengt als bedoeld in artikel 287b, zesde lid;
Aldus gegeven door mr. E.I. Batelaan-Boomsma, lid van de enkelvoudige kamer, en door deze uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 maart 2008, in tegenwoordigheid van
de griffier.