ECLI:NL:RBROT:2007:BB7872
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot doorhaling van de teboekstelling van een binnenschip in het scheepsregister
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 25 september 2007 uitspraak gedaan in een verzoek tot doorhaling van de teboekstelling van het binnenschip "ESMEE". De verzoeker, vertegenwoordigd door notaris mr. C.H. Verstoep, heeft op 18 september 2007 een verzoekschrift ingediend, waarin hij stelt dat hij niet langer verplicht is het schip in het scheepsregister ingeschreven te houden, omdat hij het schip vanuit Duitsland exploiteert en daar woonachtig is.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de relevante bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 8:784 en 8:786 BW. De rechtbank concludeert dat de teboekstelling in Nederland verplicht blijft zolang aan de voorwaarden van artikel 8:784 lid 1 BW wordt voldaan. De enkele omstandigheid dat het schip vanuit Duitsland wordt geëxploiteerd, is onvoldoende om de doorhaling van de teboekstelling te rechtvaardigen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het schip nog steeds voldoet aan de voorwaarden voor teboekstelling, aangezien de eigenaar een natuurlijke persoon is en deze persoon Nederlander is. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot doorhaling van de teboekstelling afgewezen. De beschikking is gewezen door mr. W.P. Sprenger.