ECLI:NL:RBROT:2007:BB6060

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
280450 / HA ZA 07-733
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verklaring voor recht in faillissement van 7TH HEAVEN GROUP INTERNATIONAL B.V.

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 26 september 2007, heeft de rechtbank uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij de eiser, mr. Martijn Helmstrijd, in zijn hoedanigheid als curator in het faillissement van de besloten vennootschap 7TH HEAVEN GROUP INTERNATIONAL B.V., een verklaring voor recht heeft gevorderd. De gedaagden, waaronder de besloten vennootschappen HEGO HOLDING B.V. en EEKHOORN HOLDING B.V., zijn niet verschenen, en tegen gedaagden sub 2 en 3 is verstek verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagden sub 1, 4 en 5, ondanks voldoende gelegenheid, niet hebben geconcludeerd voor antwoord, wat heeft geleid tot een akte non-conclusie. De rechtbank oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn gesteld die een andere beslissing rechtvaardigen, en wijst de vordering van de eiser af. Tevens wordt eiser, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van gedaagden sub 1, 4 en 5, begroot op € 251,- aan vast recht, terwijl de kosten aan de zijde van gedaagden sub 2 en 3 op nihil worden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van een behoorlijke procesvoering en de eisen die daaraan gesteld worden, vooral in het kader van het splitsen van rechtsvorderingen. Het vonnis is uitgesproken in het openbaar.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 280450 / HA ZA 07-733
Uitspraak: 26 september 2007
VONNIS van de enkelvoudige kamer
in de zaak van:
mr. Martijn HELMSTRIJD, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap 7TH HEAVEN GROUP INTERNATIONAL B.V.,
kantoorhoudende te Purmerend,
eiser,
procureur mr. O.E. Meijer,
- tegen -
1. de besloten vennootschap HEGO HOLDING B.V.,
gevestigd te Krimpen aan den IJssel,
procureur mr. P.A. Mastenbroek,
2. de besloten vennootschap EEKHOORN HOLDING B.V.,
gevestigd te Zeewolde,
niet verschenen,
3. [gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats],
niet verschenen,
4. [gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats],
procureur mr. P.A. Mastenbroek,
5. [gedaagde sub 5],
wonende te [woonplaats],
procureur mr. P.A. Mastenbroek,
gedaagden.
1 Het verloop van het geding
Tegen gedaagden sub 2 en 3 is verstek verleend.
De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
- dagvaardingen van 22 en 26 februari 2007 en de door eiser in het geding gebrachte producties.
2 De beoordeling
2.1 Gedaagden sub1, 4 en 5 hebben, ondanks daartoe voldoende in de gelegenheid te zijn gesteld, niet geconcludeerd voor antwoord. De rechtbank heeft vervolgens aan gedaagden sub 1, 4 en 5 een akte non-conclusie verleend.
2.2 Eiser vordert in de onderhavige zaak alleen een verklaring voor recht. Een zodanige vordering, welke uitsluitend strekt om bij gewijsde het bestaan van een rechtsverhouding te doen vaststellen, is slechts toelaatbaar, indien eiser er belang bij heeft, dat zodanige de wederpartij bindende verklaring reeds dadelijk door de rechter wordt gegeven.
De eisen van een behoorlijke procesvoering en het belang der rechtspleging brengen namelijk mee, dat de eiser niet willekeurig zijn rechtsvordering mag splitsen in afzonderlijke vorderingen betreffende erkenning van een recht en een veroordeling tot een prestatie. Deze splitsing is dan ook alleen toelaatbaar wanneer bijzondere omstandigheden dit behoud van eisers rechten rechtvaardigen.
2.2 Nu dergelijke bijzondere omstandigheden niet zijn gesteld, noch daarvan is gebleken, dient de vordering van eiser te worden afgewezen.
2.3 Eiser zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van gedaagden sub 1, 4 en 5 begroot op € 251,- aan vast recht en aan de zijde van gedaagden sub 2 en 3 begroot op nihil.
3 De beslissing
De rechtbank,
wijst de vordering van eiser af;
veroordeelt eiser in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagden 1, 4 en 5 bepaald op € 251,- aan vast recht en aan de zijde van gedaagden 2 en 3 bepaald op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Verkerk.
Uitgesproken in het openbaar.
1346/1440/544