Zaak-/rolnummer: 274919 / HA ZA 06-3513
Uitspraak: 1 augustus 2007
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CHEMTEC CHEMICALS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het bevoegdheidsincident,
procureur mr. D.L.A. van Voskuilen,
de vennootschap naar vreemd recht
COSTEC GmbH,
gevestigd te Marschacht (Duitsland),
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het bevoegdheidsincident,
procureur mr. P.H.C.M. van Swaaij (voorheen mr. H.E. Schweers),
advocaat mr. S.W. van Dijk te Apeldoorn.
Partijen worden hierna aangeduid als "Chemtec" respectievelijk "Costec".
1 Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 3 november 2006 en de door Chemtec overgelegde producties;
- incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met producties;
- conclusie van antwoord in het incident inzake exceptie van onbevoegdheid.
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen – voorzover van belang – het volgende vast:
2.1 Costec en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Prochemko International B.V., gevestigd in Utrecht (hierna: Prochemko) hebben gedurende jaren zaken gedaan, waarbij Prochemko roerende zaken verkocht en leverde aan Costec. Costec en Prochemko hebben op 25 juni 2004 een “Partnerschafts¬vertrag” gesloten. Daarnaast heeft Prochemko een licentieovereenkomst gesloten met de directeur van Costec.
2.2 Prochemko is op 25 augustus 2004 in staat van faillissement verklaard. Na het faillis¬sement van Prochemko is Chemtec aan Costec dezelfde producten gaan verkopen als Prochemko voorheen aan Costec verkocht.
2.3 Chemtec en Costec hebben op 6 september 2004 een samenwerkingsovereenkomst gesloten (hierna: de samenwerkingsovereenkomst), met de navolgende inhoud:
"Hiermit erklären [betrokkene 1] (Costec GMBH) und [betrokkene 2] (Chemtec Chemicals BV) folgendes:
Am 6. September 2004 werden alle Verträge ungültig die zwischen [Prochemko] und [Costec] bestanden haben.
Ab dem. 6 September 2004 liefert [Chemtec] die vereinbarten Produkte an [Costec]. Diese Produkte werden von [Costec] auf eigene Gefahr und Rechnung an Abnehmer in Deutschland geliefert.
Nach eine Probezeit von 1,5 Jahre wird geprüft ob [Costec] offizieller Importeur in Deutschland für [Chemtec] werden kann.
Es handelt sich um die Produktgruppen (..).
[Costec] erklärt sich mit den Verkaufsbedingungen der [Chemtec] einverstanden. Darüber hinaus gilt bei allen eventuellen Streitigkeiten zwischen den beiden Firmen niederländisches Recht und der Gerichtsstand ist Rotterdam/Niederlande."
2.4 Artikel 13 lid 2 van de algemene voorwaarden van Chemtec bepaalt:
"Voor zover geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van een overeenkomst waarop deze voorwaarden geheel of ten dele van toepassing zijn, in verband met de aard dan wel het gevorderde bedrag, tot de bevoegdheid van een Rechtbank behoren, is uitsluitend de rechtbank Rotterdam bevoegd terzake enige uitspraak te doen."
3.1 Chemtec vordert – verkort weergegeven – om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Costec te veroordelen tot betaling van € 22.974,75, te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 1,5% per maand over € 18.550,62, te berekenen vanaf 4 oktober 2006 en met veroor¬deling van Costec in de kosten van het geding.
3.2 Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft Chemtec aan haar vordering – verkort weergegeven – de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
a. Chemtec heeft aan Costec roerende zaken verkocht en geleverd, welke tot een bedrag van € 18.550,62 – ondanks aanmaning en ingebrekestelling – onbetaald zijn gebleven.
b. Costec is over het openstaande bedrag een contractueel overeengekomen rente verschuldigd van 1,5% per maand, verschuldigd vanaf het moment waarop Costec in verzuim is geraakt. Deze rente, berekend tot 3 oktober 2006, bedraagt € 3.266,13.
c. Chemtec heeft haar vordering ter incasso uit handen gegeven, waardoor zij buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt. Deze kosten begroot Chemtec op grond van Voorwerk-II op € 1.158,--.
3.3 Vóór alle weren heeft Costec geconcludeerd dat de rechtbank zich onbevoegd dient te verklaren om van de vordering van Chemtec kennis te nemen, met veroordeling van Chemtec in de proceskosten. Costec heeft hiertoe – verkort weergegeven – het volgende aangevoerd:
a. Er is geen rechtsgeldige forumkeuze gemaakt door partijen op grond waarvan de rechtbank in afwijking van de hoofdregel van artikel 2 van de EEX Verordening (hierna: EEX-Vo) bevoegd is om kennis te nemen van een vordering tegen (het in Duitsland gevestigde) Costec.
b. De rechtbank is niet bevoegd op grond van de forumkeuze uit de samenwerkingsover¬eenkomst, nu deze forumkeuze niet voldoet aan de eisen van artikel 23 lid 1 EEX-Vo. Immers, de forumkeuze ziet niet op geschillen naar aanleiding van een bepaalde rechts¬betrekking zoals genoemd artikel vereist, maar op alle eventuele geschillen tussen de beide ondernemingen. Tussen Chemtec en Costec golden een veelheid van onderlinge rechtsbetrekkingen. Niet alleen werden er talloze verschillende koopovereenkomsten gesloten, ook bestaat er tussen partijen een distributieovereenkomst. Verder bestaat er tussen Prochemko en Costec een samenwerkingsovereenkomst en is er tussen Prochemko en de directeur van Costec een licentieovereenkomst gesloten.
c. De rechtbank is evenmin bevoegd om kennis te nemen van de vordering van Chemtec op grond van de – bij gebreke van ondertekening van de onder 2.3 geciteerde overeenkomst door een bevoegde vertegenwoordiger van Prochemko nog steeds van kracht zijnde – overeenkomsten van/met Prochemko, nu daarin geen forumkeuze is opgenomen voor deze rechtbank. Integendeel, één van deze overeenkomsten bevat een keuze voor de rechter te Lüneburg.
d. De algemene voorwaarden van Chemtec en het daarin vervatte forumkeuzebeding zijn niet van toepassing nu Costec deze voorwaarden nooit heeft ontvangen. Deze algemene voorwaarden zijn bovendien opgesteld in het Nederlands, welke taal Costec niet beheerst. Voorzover deze voorwaarden van toepassing zijn, doet Costec daarom een beroep op de vernietigbaarheid daarvan. Indien deze voorwaarden toch toepasselijk worden geacht door de rechtbank, leidt het daarin opgenomen forumkeuzebeding niet tot de bevoegdheid van deze rechtbank. Het forumkeuzebeding uit de algemene voorwaarden bepaalt immers dat deze rechtbank bevoegd is terzake van geschillen die tot de bevoegdheid van een (Nederlandse) rechtbank behoren, hetgeen niet het geval is nu de bevoegdheid van de Nederlandse rechter niet rechtsgeldig overeengekomen is.
e. De rechtbank is evenmin bevoegd op grond van artikel 5 lid 1 onder b EEX-Vo, nu de leveringen in Duitsland plaatsvonden. Andere gronden voor de bevoegdheid van de Nederlandse rechter zijn er niet.
3.4 Chemtec concludeert – zakelijk weergegeven – tot afwijzing van de incidentele vordering van Costec, met veroordeling van Costec in de proceskosten. Chemtec heeft hiertoe – verkort weergegeven – het volgende aangevoerd:
a. Costec geeft een verkeerde lezing aan de forumkeuze uit de samenwerkingsovereen¬komst. Het is duidelijk dat de forum¬keuze betrekking heeft op de koopovereenkomsten met betrekking tot de producten die in de samenwerkingsovereenkomst worden vermeld. Dit betekent dat het beding ziet op een bepaalde rechtsbetrekking in de zin van artikel 23 EEX-Vo.
b. Indien aangenomen moet worden dat de forumkeuze uit de samenwerkingsovereen¬komst te ruim geformuleerd is, leidt de toepassing van artikel 23 EEX-Vo er toe dat de forumkeuze in omvang wordt beperkt tot geschillen aangaande de rechtsbetrekking naar aanleiding waarvan de forumkeuze overeengekomen is, in dit geval de koopover¬eenkomsten die naar aanleiding van de samenwerkingsovereenkomst werden gesloten. Nu de in geschil zijnde, onbetaalde gebleven facturen zien op de koop en levering van in de samenwerkingsovereen¬komst genoemde producten, is de forumkeuze – ook indien deze te ruim geformuleerd zou zijn – daarom van toepassing en is deze rechtbank bevoegd.
c. Chemtec betwist dat zij de verschillende overeenkomsten van Costec met Prochemko heeft over¬genomen. Voorzover zij dit zou hebben gedaan, zijn deze als gevolg van de eerste alinea van de samenwerkingsovereenkomst beëindigd. Voorts betwist zij dat tussen haar en Costec een distributieovereenkomst is gesloten. De handtekening van Chemtec op de door Costec in het geding gebrachte distributieovereenkomst is een vervalsing.
d. De rechtbank is bovendien bevoegd op grond van de toepasselijke algemene voorwaar¬den van Chemtec, waarin een forumkeuze voor deze rechtbank is opgenomen. Chemtec heeft deze voorwaarden overhandigd aan Costec bij het aangaan van de samenwer¬kingsovereen¬komst. De omstandigheid dat deze in het Nederlands zijn opgesteld, doet niet terzake. Costec heeft immers ingestemd met de toepasselijkheid van deze voor¬waarden.
4.1 De exceptie van onbevoegdheid is vóór alle weren en daarmee tijdig opgeworpen.
4.2 Teneinde te bepalen of deze rechtbank bevoegd is om van de vordering van Chemtec kennis te nemen, dient te worden onderzocht of tussen partijen een geldige forumkeuze in de zin van artikel 23 EEX-Vo is overeengekomen, nu niet gesteld of gebleken is dat deze bevoegdheid op andere bepalingen kan zijn gegrond.
4.3 In geschil is of de forumkeuze uit de samenwerkingsovereenkomst voldoet aan de eisen van artikel 23 EEX-Vo of dat deze – zoals Costec stelt en Chemtec betwist – aan die eisen niet voldoet omdat zij niet ziet op een bepaalde rechtsbetrekking zoals artikel 23 EEX-Vo vereist. Dit is een vraag naar de vaststelling van de inhoud van het forumkeuzebeding, waarvoor artikel 23 EEX-Vo geen regels geeft (behoudens in het hier niet toepasselijke lid 5) en die moet worden beantwoord aan de hand van het recht dat volgens de normale verwijzingsregels voor internationale overeenkomsten van toepassing is. Nu ingevolge artikel 1 lid 2 onder d van het EEG-Verbintenissenverdrag dat verdrag niet van toepassing is op de vraag welk recht op de forumkeuze van toepassing is, dient het toepasselijke recht te worden bepaald op grond van het Nederlandse commune internationaal privaatrecht. Dat recht staat partijen toe om een rechtskeuze te maken in een overeenkomst met een internationaal karakter, behoudens enkele uitzonderingen waarvan niet is gesteld of gebleken dat deze van toepassing zijn. Nu partijen in de samenwerkings¬overeenkomst Nederlands recht van toepassing hebben verklaard, zal de rechtbank het forumkeuzebeding uitleggen aan de hand van het Nederlandse recht.
4.4 Over de uitleg van het forumkeuzebeding overweegt de rechtbank als volgt. De bepaling is vervat in een schriftelijke samenwerkingsovereenkomst waarin Chemtec en Costec over¬een¬kwamen dat Chemtec aan Costec bepaalde producten zou gaan leveren met ingang van 6 septem¬ber 2004. In essentie betreft het een raamovereenkomst voor toekomstige leveringen uit hoofde van – nog te sluiten – koopovereenkomsten aangaande de in de samenwerkings¬overeen¬komst genoemde producten. Een redelijke uitleg van het forumkeuzebeding brengt daarom mee dat dit bedoeld is om te gelden voor geschillen die voortvloeien uit of samen¬hangen met de samenwerkingsover¬eenkomst en de levering uit hoofde van – nog te sluiten – koop¬overeenkomsten aangaande de in de samenwerkingsovereenkomst genoemde produc¬ten. Dit zou alleen anders kunnen zijn indien een partij in de gegeven omstandig¬heden redelijkerwijs ervan mocht uitgaan dat de forumkeuze tevens zag op alle andere geschillen tussen partijen, maar er zijn geen, voldoende onderbouwde, feiten of omstandig¬heden gesteld die maken dat Costec hier vanuit mocht gaan.
Costec betoogt in dit verband weliswaar dat er ook andere overeen¬kom¬sten tussen Chemtec en Costec golden, maar dit betoog slaagt niet. Costec beroept zich – naast koop¬over¬eenkom¬sten, waarvan Costec niet stelt dat dit gaat om overeen¬komsten die verplichten tot levering van andere producten dan die genoemd in de samenwerkings¬overeen¬komst – op overeen¬komsten die zijn gesloten tussen Prochemko en Costec (en diens bestuurder) en op een distributie¬overeenkomst tussen Chemtec en Costec d.d. 13 april 2005. De Prochemko-overeenkomsten zouden alleen relevant kunnen zijn voor de uitleg van de forumkeuze, indien deze (mede) golden in de relatie tussen Chemtec en Costec. Echter, de samenwer¬kings¬over¬een¬komst bepaalt dat de tussen Prochemko en Costec bestaande overeen¬komsten werden beëindigd. Daarge¬laten of de samen¬wer¬kings¬overeen¬komst kan bewerk¬stelligen dat overeenkomsten tussen Prochemko en Costec (en diens bestuurder) worden beëindigd, het resultaat hiervan is in ieder geval dat de betreffende overeenkomsten niet gelden in de relatie tussen Chemtec en Costec.
Het (betwiste) bestaan van een distributieovereenkomst tussen Chemtec en Costec is voor de uitleg van de forumkeuze in de samenwerkingsovereenkomst niet terzake doende, nu deze eerst op een latere datum is gesloten. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die er op wijzen dat partijen met de forumkeuze in de samenwerkingsovereen¬komst ook het oog hadden op deze (toen nog toekomstige) distributieovereenkomst. Andere overeenkomsten waarvoor het forumkeuzebeding eventueel kan zijn bedoeld, zijn gesteld noch gebleken.
4.5 De slotsom van het voorgaande is dat het forumkeuzebeding aldus uitgelegd wordt dat dit ziet op geschillen die voortvloeien uit of samenhangen met de samenwerkingsovereen¬komst en de leveringen uit hoofde van – nog te sluiten – koopovereenkomsten met betrekking tot de producten genoemd in de samenwerkings¬overeenkomst. Hiermee ziet de forumkeuze op geschillen die zijn ontstaan of zullen ontstaan uit een bepaalde rechtsbetrekking in de zin van artikel 23 EEX-Vo. Nu voorts aan de overige voorwaarden van artikel 23 EEX-Vo is voldaan en er geen andere gronden zijn gesteld of gebleken op grond waarvan de forumkeuze niet geldig zou zijn, concludeert de rechtbank dat de forumkeuze geldig is.
4.6 Chemtec heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij betaling vordert van de levering van producten zoals genoemd in de samenwerkingsovereenkomst. Dit betekent dat de rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van de vordering van Chemtec. De discussie aangaande de geldigheid van de distributieovereenkomst is voor de bevoegdheid van de rechtbank niet relevant, nu deze bevoegdheid bepaald dient te worden op basis van de grondslag van de vordering van Chemtec.
4.7 De beslissing inzake de proceskostenveroordeling zal worden gereserveerd tot de einduitspraak in de hoofdzaak.
4.8 Nu Costec in de hoofdzaak nog geen conclusie van antwoord heeft genomen, zal de zaak worden verwezen naar de rol om haar tot het nemen van die conclusie in de gelegenheid te stellen.
- verklaart zich bevoegd kennis te nemen van de vordering van Chemtec tegen Costec;
- reserveert de beslissing inzake de proceskostenveroordeling tot de einduitspraak in de hoofdzaak;
- verwijst de zaak naar de rol van woensdag 12 september 2007 voor het nemen van de conclusie van antwoord door Costec;
- houdt iedere andere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. Doorduijn.
Uitgesproken in het openbaar.
1876/106