ECLI:NL:RBROT:2007:BB4239
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- B.C.W.M. Dekkers
- Rechtspraak.nl
Huurster vordert verbod op renovatiewerkzaamheden door wooncorporatie
In deze zaak vorderde een huurster van een woning dat de wooncorporatie, Woonbron, zou worden verboden om renovatiewerkzaamheden aan haar woning uit te voeren. De huurster stelde dat zij bezwaar had tegen de voorgenomen renovaties, die onder andere het gedeeltelijk verwijderen van een muur en het wijzigen van een raam omvatten. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de huurster binnen een termijn van acht weken na de presentatie van het renovatieplan aan de huurders bezwaar had kunnen maken, maar deze gelegenheid niet had benut. Hierdoor werd de vordering van de huurster afgewezen.
De procedure vond plaats op 13 juni 2007, waar beide partijen hun standpunten toelichtten. De voorzieningenrechter stelde vast dat Woonbron in 2004 een draagvlakonderzoek had uitgevoerd, waaruit bleek dat meer dan 70% van de huurders instemde met de renovatieplannen. De huurster had in november 2005 al kennisgenomen van de wijzigingen in de plannen, maar had geen actie ondernomen om bezwaar te maken. Dit leidde tot de conclusie dat de huurster geacht werd in te stemmen met de renovatie.
De voorzieningenrechter wees de vorderingen van de huurster af en oordeelde dat Woonbron het recht had om de renovatiewerkzaamheden uit te voeren. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis benadrukt het belang van tijdige bezwaren door huurders tegen renovatieplannen en de gevolgen van het niet tijdig indienen van dergelijke bezwaren.