ECLI:NL:RBROT:2007:BB0583
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot doorgifte van het radioprogramma Radio Amigo door UPC
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, vorderde Stichting B.P.R. (hierna: BPR) dat UPC Nederland B.V. (hierna: UPC) het radiosignaal van Radio Amigo zou doorgeven via haar netwerk. De overeenkomst tussen BPR en UPC voor de analoge verspreiding van het radioprogramma liep af op 1 juli 2007. BPR stelde dat UPC in gebreke was gebleven bij het betalen van facturen, maar vorderde desondanks dat UPC het signaal van Radio Amigo zou blijven doorgeven. De voorzieningenrechter moest beoordelen of UPC, ondanks de betalingsachterstanden van BPR, gehouden was om het signaal door te geven, rekening houdend met de wettelijke bepalingen en de wederzijdse belangen van partijen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat BPR veelvuldig in gebreke was gebleven bij het betalen van de facturen aan UPC en dat de overeenkomst op 1 juli 2007 afliep. UPC had niet binnen de gestelde termijn voldaan aan de openstaande facturen, wat hen het recht gaf om de overeenkomst te beëindigen. De rechter concludeerde dat UPC niet verplicht was om het signaal van Radio Amigo door te geven, aangezien het programma niet onder de verplichte doorgifte viel volgens de Mediawet. BPR had bovendien zelf bijgedragen aan de ontstane situatie door haar betalingsverplichtingen niet na te komen.
De voorzieningenrechter wees de vordering van BPR af en veroordeelde hen in de proceskosten van UPC, die waren vastgesteld op € 1.067,00. Dit vonnis werd uitgesproken op 17 juli 2007 door mr. A.F.L. Geerdes, voorzieningenrechter, in het bijzijn van mr. H.C. Fraaij, griffier.