ECLI:NL:RBROT:2007:BA9220
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verbod executie kinderalimentatie na echtscheiding
In deze zaak vorderde eiser, aangeduid als [eiser], dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) werd verboden om een beschikking betreffende de kinderalimentatie te executeren. De kwestie draaide om de vraag of de voorlopige voorziening voor kinderalimentatie haar kracht had verloren na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De voorzieningenrechter oordeelde dat de voorlopige voorziening niet haar kracht had verloren, omdat in de echtscheidingsbeschikking een definitieve beslissing over de kinderalimentatie was aangehouden. Eiser had de alimentatie aanvankelijk doorbetaald, wat erop wees dat de partijen niet de intentie hadden om de voorlopige regeling te laten vervallen. De voorzieningenrechter achtte het aannemelijk dat een bodemrechter zou oordelen dat eiser gehouden was de kinderalimentatie te blijven betalen, ondanks de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van het kort geding. De uitspraak vond plaats op 12 juli 2007.