ECLI:NL:RBROT:2007:BA7946
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van algemene voorwaarden en bewijslevering in civiele rechtszaak
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, stond de toepasselijkheid van de Algemene Voorwaarden (AVP 2001) centraal. De eisers, aangeduid als '[eisers]', hebben een vordering ingesteld tegen de Stad Rotterdam, vertegenwoordigd door de naamloze vennootschap N.V. MAATSCHAPPIJ VAN ASSURANTIE, DISCONTERING EN BELEENING DER STAD ROTTERDAM ANNO 1720. De rechtbank heeft op 13 juni 2007 uitspraak gedaan in deze zaak, die voortkwam uit een incident op 28 juli 2003 te Volendam. De rechtbank diende te beoordelen of de AVP 2001 daadwerkelijk aan de eisers was verstrekt, wat door de Stad Rotterdam moest worden bewezen. Tijdens de enquête zijn getuigen gehoord, waaronder [persoon 3], die verklaarde over de verzendwijze van de AVP 2001. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van [persoon 3] onvoldoende bewijs bood dat de AVP 2001 de eisers had bereikt. De rechtbank concludeerde dat de Stad Rotterdam niet in haar bewijsopdracht was geslaagd, en dat de eisers niet gebonden waren aan de AVP 2001. De rechtbank wees de vordering van de eisers toe en verklaarde dat Stad Rotterdam gehouden was dekking te verlenen voor de schade die voortvloeide uit het incident. Tevens werd Stad Rotterdam veroordeeld in de proceskosten, die op € 2.137,60 werden vastgesteld. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. R.J.A.M. Cooijmans.