ECLI:NL:RBROT:2007:BA7713
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- M.C. van der Kolk
- D.C. van Reekum
- Rechtspraak.nl
Beslissing over wrakingsverzoek tegen voorzieningenrechter in kort geding
In deze zaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam op 31 mei 2007 een beslissing genomen over een wrakingsverzoek van verzoekster tegen de voorzieningenrechter in een kort geding. Verzoekster heeft de rechter gewraakt tijdens de behandeling van een kort geding, waarin zij als gedaagde was betrokken. De wrakingskamer heeft kennisgenomen van het griffiedossier en diverse processtukken, waaronder faxberichten van verzoekster. De wrakingsgrond was gebaseerd op het vermeende gebrek aan onpartijdigheid van de rechter, waarbij verzoekster stelde dat de rechter onjuistheden in het proces-verbaal had opgenomen en de feiten had verdraaid. De rechtbank heeft de argumenten van verzoekster beoordeeld en geconcludeerd dat er geen zwaarwegende aanwijzingen zijn voor een gebrek aan onpartijdigheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechter op correcte wijze het proces-verbaal heeft opgemaakt en dat de stellingen van verzoekster niet voldoende onderbouwd zijn. Bovendien heeft de rechtbank geoordeeld dat er sprake is van misbruik van het wrakingsmiddel, aangezien verzoekster en haar medegedaagde herhaaldelijk wrakingsverzoeken hebben ingediend, die telkens ongegrond zijn verklaard. De rechtbank heeft daarom besloten het wrakingsverzoek af te wijzen en te bepalen dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zal worden genomen, zodat de inhoudelijke behandeling van het kort geding kan doorgaan. Deze beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.