ECLI:NL:RBROT:2007:BA6208
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.N. van Zelm van Eldik
- P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten
- M. Fiege
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechters in familierechtelijke procedure
Op 1 mei 2007 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek behandeld van verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, tegen de rechters die de behandeling van haar verzoekschrift tot vervanging van de Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam door de Ambulante Jeugdhulpverlening van het Leger des Heils als gezinsvoogdij-instelling moesten afhandelen. Het wrakingsverzoek was ingediend omdat verzoekster meende dat de rechters partijdig waren door de volgorde van behandeling van de verzoekschriften te wijzigen, waarbij het verzoek van de Stichting eerder werd behandeld dan dat van verzoekster, ondanks dat verzoekster haar verzoek eerder had ingediend.
Tijdens de zitting werd ook het verzoek van de Stichting tot weigering van bijstand door de gemachtigde behandeld. De gemachtigde van verzoekster voerde aan dat de rechtbank niet had moeten afwijken van de gebruikelijke volgorde van behandeling en dat de zitting, die aanvankelijk met gesloten deuren was aangekondigd, in het openbaar werd voortgezet zonder dat de partijen de gelegenheid hadden gekregen om zich daarop voor te bereiden. Dit zou volgens verzoekster wijzen op objectieve partijdigheid van de rechters.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek ongegrond verklaard. De rechters hebben in hun beslissing aangegeven dat zij de volgorde van behandeling logisch vonden en dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid. De rechtbank oordeelde dat de beslissing om het verzoek van de Stichting eerst te behandelen niet impliceerde dat de rechters een oordeel over de verzoeken hadden gegeven, en dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor vooringenomenheid. De rechtbank wees het verzoek tot wraking af, en de beslissing werd ter openbare zitting uitgesproken.