ECLI:NL:RBROT:2007:BA6204
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.F.L.M. van der Grinten
- A.G. Scheele-Mülder
- M.C. van der Kolk
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in echtscheidingsprocedure en ondertoezichtstelling minderjarige kinderen
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft verzoeker, de vader van minderjarige kinderen, een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter die tevens kinderrechter is. Dit verzoek volgde op een reeks procedures waarin de William Schrikker Stichting betrokken was, die zich bezighield met de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de kinderen. De wraking vond plaats tijdens een zitting op 4 april 2007, waar verzoeker zijn bezwaren tegen de rechter naar voren bracht. Hij stelde dat de rechter zich niet neutraal had opgesteld en dat hij onterecht uitspraken had gedaan over het verleden van verzoeker. De rechter had eerder in de procedures geen ruimte gegeven aan de ouders, wat volgens verzoeker een schending van zijn recht op een eerlijke behandeling inhield.
De wrakingskamer heeft het griffiedossier van de echtscheidingsprocedure en de ondertoezichtstelling bestudeerd. Tijdens de zittingen op 12 februari 2007 en 4 april 2007 zijn de bezwaren van verzoeker besproken. De rechter heeft in zijn schriftelijke reactie aangegeven dat hij de zitting van 4 april liever niet zelf had geleid, maar dat er geen feiten waren die een wraking rechtvaardigden. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking, omdat hij niet tijdig had gereageerd op de omstandigheden die tot de wraking leidden. De beslissing is op 1 mei 2007 genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.