ECLI:NL:RBROT:2007:BA6188

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
273731/ HA ZA 06-3293
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtsgeldige verschijning van vennootschap in geding op grond van zaakwaarneming na defungeren van bestuurder

In deze zaak, uitgesproken op 9 mei 2007 door de Rechtbank Rotterdam, staat de rechtsgeldigheid van de verschijning van Total Fruit in het geding centraal. Total Fruit, vertegenwoordigd door aandeelhouders [aandeelhouder 1] en [aandeelhouder 2], heeft geen rechtsgeldige vertegenwoordiging kunnen aantonen na het defungeren van de enige bestuurder, [opposant], in oktober 2004. De rechtbank heeft vastgesteld dat na het terugtreden van [opposant] er geen nieuwe bestuurder is benoemd en dat de aandeelhouders niet in staat waren om als zaakwaarnemers op te treden. Dit leidde tot de conclusie dat Total Fruit niet rechtsgeldig in het geding was verschenen, wat resulteerde in de niet-ontvankelijkheid van de vorderingen van Total Fruit.

De rechtbank heeft verder overwogen dat, nu Total Fruit niet rechtsgeldig was verschenen, de kosten van het geding niet voor haar rekening komen, maar voor de aandeelhouders die als opdrachtgevers hebben opgetreden. De procureur van Total Fruit is in de gelegenheid gesteld om zijn standpunt over de kostenveroordeling schriftelijk naar voren te brengen. De zaak is vervolgens aangehouden voor verdere behandeling op 13 juni 2007, waarbij de rechtbank de procureur de kans biedt om zich uit te laten over de kostenveroordeling.

De uitspraak benadrukt het belang van een rechtsgeldige vertegenwoordiging van vennootschappen in juridische procedures en de gevolgen van het ontbreken daarvan. De rechtbank heeft in dit geval de belangen van de aandeelhouders en de vennootschap zorgvuldig afgewogen, maar kwam tot de conclusie dat de procedure niet rechtsgeldig was ingesteld, wat leidde tot de vernietiging van het verstekvonnis.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 273731/ HA ZA 06-3293
Uitspraak: 9 mei 2007
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
[opposant],
wonende te [woonplaats],
opposant,
procureur mr. R.M. Prins,
- tegen -
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TOTAL FRUIT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
geopposeerde,
procureur mr. N. Lagerweij.
Partijen worden hierna aangeduid als "[opposant]" respectievelijk "Total Fruit".
1 Het verloop van het geding
1.1 De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- inleidende dagvaarding, met producties;
- door deze rechtbank op 23 november 2005, met rectificatie d.d. 25 januari 2006, onder rolnummer 05-2617 bij verstek gewezen vonnis;
- verzetdagvaarding d.d. 8 november 2006, met producties;
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 20 december 2006, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 8 maart 2007.
2 De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast:
2.1 Op 27 januari 2003 is een 'overeenkomst van geldlening met achterstelling' gesloten tussen enerzijds [opposant], [schuldeiser] en Portion Control Systems B.V. als schuldeisers en anderzijds Total Fruit als schuldenaar.
2.2 [opposant] was enig bestuurder van Total Fruit. In oktober 2004 heeft [opposant] zich teruggetrokken als bestuurder en zich als zodanig laten uitschrijven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam (hierna: het handelsregister). In het handelsregister is geregistreerd dat de onderneming van Total Fruit per 29 augustus 2005 ambtshalve is opgeheven.
3 Het vonnis waartegen verzet
De rechtbank heeft [opposant] overeenkomstig de eis van Total Fruit veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 41.333,33, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der voldoening.
4 De grondslag van de oorspronkelijke vordering
Aan de vordering heeft Total Fruit de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
4.1 [opposant] heeft niet voldaan aan zijn verplichting om uit hoofde van de onder 2.1 genoemde geldleningovereenkomst een bedrag van € 33.333,33 aan de vennootschap te verstrekken als lening.
4.2 [opposant] heeft twee kasopnamen van in totaal € 8.000,- gedaan, op welk bedrag hij geen recht heeft zodat hij dit bedrag dient terug te betalen aan Total Fruit.
5 Het verweer
De eis in oppositie strekt tot ontheffing van [opposant] van de veroordeling tegen hem, uitgesproken bij vonnis van 23 november 2005, met veroordeling van Total Fruit in de kosten van dit geding.
Daartoe heeft [opposant] - verkort weergegeven en voor zover van belang - het volgende aangevoerd:
5.1 De onder 2.1 genoemde overeenkomst is opgesteld in het kader van een met Fortis Commercial Finance B.V. gesloten factorovereenkomst. Deze factorovereenkomst is beëindigd, zodat de overeenkomst van geldlening met achterstelling is vervallen. Toen de factorovereenkomst nog wel bestond was er geen daadwerkelijke betalingsverplichting. De overige aandeelhouders hebben aan Total Fruit ook niets voldaan en hoeven voldoen op grond van deze overeenkomst.
5.2 De kasopnamen hebben gestrekt ten behoeve van het afkopen van een crediteur, te weten Chiquita Fruit te Antwerpen.
5.3 Total Fruit is een niet meer bestaande vennootschap, zij is per 29 augustus 2005 ambtshalve door de Kamer van Koophandel opgeheven. Total Fruit kan derhalve geen vordering tegen [opposant] instellen in deze procedure.
6 De beoordeling
in oppositie
6.1 Allereerst dient te worden beoordeeld of Total Fruit rechtsgeldig in dit geding is verschenen. Ter comparitie van partijen is vast komen te staan dat na het terugtreden van [opposant] als enig bestuurder van Total Fruit in oktober 2004 geen nieuwe bestuurder is benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap en evenmin ingevolge artikel 2: 244 lid 4 Burgerlijk Wetboek (BW) voorlopig in het bestuur is voorzien overeenkomstig de daarvoor in de statuten van de vennootschap opgenomen voorschriften. De ter zitting aanwezige [aandeelhouder 1] en [aandeelhouder 2] (hierna: [aandeelhouder 1] en [aandeelhouder 2]) zijn de medeaandeelhouders van [opposant] in Total Fruit en hebben verklaard op te treden als zaakwaarnemers van de vennootschap.
6.2 Indien een vennootschap na het defungeren van de enige bestuurder zonder bestuurder is, kan het onder omstandigheden voor de hand liggen dat aandeelhouders van de vennootschap als zaakwaarnemer namens de vennootschap optreden door (bijvoorbeeld) het instellen van een vordering in rechte. Van dergelijke omstandigheden is in deze zaak niet gebleken. Na het defungeren van [opposant] hadden [aandeelhouder 1] en [aandeelhouder 2] een algemene vergadering van aandeelhouders kunnen uitschrijven teneinde in zijn opvolging te voorzien of op de hiervoor bedoelde wijze tijdelijk in het bestuur kunnen voorzien. Nu zij daarvan kennelijk hebben afgezien, zonder dat een gegronde reden daarvoor is gesteld of gebleken, kunnen zij niet worden geacht Total Fruit bij het aanhangig maken van deze procedure rechtsgeldig als zaakwaarnemers te hebben vertegenwoordigd. De conclusie is derhalve dat Total Fruit niet rechtsgeldig is verschenen in deze procedure. Dit leidt ertoe dat, in het eindvonnis, het verstekvonnis zal worden vernietigd en dat Total Fruit in haar vorderingen niet ontvankelijk zal worden verklaard.
6.3 Nu Total Fruit niet rechtsgeldig in dit geding is verschenen bestaat aanleiding om niet Total Fruit als de in het ongelijk te stellen partij, doch op de voet van artikel 245 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de opdrachtgevers tot het voeren van dit geding, [aandeelhouder 1] en [aandeelhouder 2], in de kosten te veroordelen. Bij gebreke aan feitelijke gegevens in de stukken over [aandeelhouder 1] en [aandeelhouder 2] is de rechtbank voornemens om de procureur van Total Fruit in de kosten van dit geding te veroordelen. Alvorens aldus te beslissen zal de rechtbank de procureur van Total Fruit ingevolge artikel 245 lid 2 Rv in de gelegenheid stellen zijn standpunt aangaande dit voornemen schriftelijk naar voren te brengen en toe te lichten.
7 De beslissing
De rechtbank,
in oppositie,
alvorens verder te beslissen,
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 13 juni 2007 voor het nemen van een akte door de procureur van Total Fruit waarin hij zich kan uitlaten over het voornemen van de rechtbank om over te gaan tot toepassing van artikel 245 RV en hem te veroordelen in de kosten van de procedure;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom.
Uitgesproken in het openbaar.
1295/1554