ECLI:NL:RBROT:2007:BA3264
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Van Lokven-van der Meer
- Rechtspraak.nl
Vaststelling vaderschap door bijzondere curator in internationale context
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 april 2007 uitspraak gedaan over een verzoek tot vaststelling van het vaderschap van een minderjarige, ingediend door de Stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam. De zaak betreft een minderjarige die geboren is uit een relatie tussen een Kaapverdische moeder en een vader die zowel de Nederlandse als de Kaapverdische nationaliteit bezit. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel in beginsel het recht van Kaapverdië van toepassing is, er voldoende redenen zijn om Nederlands recht toe te passen. Dit is gebaseerd op de sterke banden van de vader met Nederland, waar hij sinds 1996 woont en waar hij ook de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen.
De rechtbank heeft overwogen dat de moeder en de minderjarige geen gemeenschappelijke nationaliteit hebben, wat betekent dat het recht van de gewone verblijfplaats van het kind van toepassing is. De bijzondere curator heeft het verzoek om vaderschap vastgesteld, en de rechtbank heeft geoordeeld dat er een rechtens te respecteren belang bestaat bij de vaststelling van het vaderschap, omdat dit terugwerkt tot de geboorte van het kind en het kind mogelijk de nationaliteit van de vader kan verkrijgen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader, die in de geboorteakte van de minderjarige staat vermeld, ook daadwerkelijk de biologische vader is, zoals bevestigd door een DNA-onderzoek. De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het vaderschap toegewezen, maar heeft verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. Van Lokven-van der Meer, rechter tevens kinderrechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.