ECLI:NL:RBROT:2007:BA3244
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid opdrachtgever voor schade door niet-zuivering van T1-documenten in douanevervoer
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 maart 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Pompa B.V. en MTC Havenservice en Koeriersdiensten B.V. Pompa vorderde betaling van een bedrag van € 5.434,94 van MTC, dat voortvloeide uit de niet-zuivering van vier T1-documenten die Pompa in opdracht van MTC had opgemaakt. De rechtbank oordeelde dat Pompa op grond van artikel 7:406 lid 2 BW recht had op schadevergoeding, omdat de niet-zuivering van de documenten een aan de opdracht verbonden bijzonder gevaar was, waarvoor MTC aansprakelijk was. De rechtbank verwierp het verweer van MTC dat de Fenex-voorwaarden van toepassing waren en dat er sprake was van een arbitrageovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de Fenex-voorwaarden niet van toepassing waren, omdat de opdrachten mondeling waren verstrekt en er geen schriftelijke overeenkomst was. Daarnaast werd het beroep van Pompa op de wettelijke handelsrente afgewezen, omdat de vordering in feite strekte tot betaling bij wijze van schadeloosstelling. De rechtbank veroordeelde MTC tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en stelde de proceskosten vast op € 3.325,- aan vast recht, € 862,08 aan overige verschotten en € 1.728,- aan salaris voor de procureur. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.