ECLI:NL:RBROT:2007:BA1304
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de gemeente voor letsel opgelopen door een leerling tijdens gymnastiekles
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de gemeente Schiedam voor letsel dat een 10-jarige leerling, [kind], heeft opgelopen tijdens een gymnastiekles op 11 februari 2005. Tijdens het onderdeel bokspringen viel [kind] en liep hij een letsel aan zijn rechterknie op, wat resulteerde in een eminentiafractuur. De rechtbank moest beoordelen of de school en de docente lichamelijke opvoeding voldoende voorzorgsmaatregelen hadden getroffen om het risico op een ongeval te minimaliseren. De eiser, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger], stelde dat de bok verkeerd was opgesteld en dat [kind] niet goed was opgevangen door medeleerlingen die als vangers fungeerden. De gemeente betwistte deze claims en stelde dat de veiligheidsmaatregelen adequaat waren en dat [kind] wel degelijk was opgevangen.
De rechtbank oordeelde dat er behoefte was aan deskundigenonderzoek om te bepalen of de docente en de school tekortgeschoten waren in hun zorgplicht. De rechtbank stelde vragen aan de deskundige over de adequaatheid van de genomen voorzorgsmaatregelen en de rol van de medeleerlingen bij het opvangen van [kind]. De zaak werd aangehouden in afwachting van de uitkomsten van dit deskundigenonderzoek. De rechtbank benadrukte dat het van belang was om de specifieke omstandigheden van het ongeval en de leeftijd van [kind] in overweging te nemen bij het vaststellen van de aansprakelijkheid.
De uitspraak van de rechtbank is van belang voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van scholen en de verantwoordelijkheden van docenten bij het begeleiden van risicovolle activiteiten in het onderwijs. De zaak illustreert ook de noodzaak van adequate veiligheidsmaatregelen en toezicht in de gymles, vooral wanneer jongere leerlingen betrokken zijn.